Dankzij subsidie is autorijden voor iedereen betaalbaar en niet ‘elitair’. Waarom eisen we bij kunst dan toch steeds dat iets zichzelf kan bedruipen, vraagt Lieke Marsman.

Subsidies: het zijn vreemde dingen. Er zijn een hele hoop zaken die gesubsidieerd worden en toch denken we bij het woord in eerste instantie vooral aan subsidie voor de kunsten. Iemand die heel moeilijk kijkt doet iets waar niet iedereen naartoe wil en krijgt daar gratis geld voor, terwijl er ook voorstellingen zijn die zichzelf wel kunnen bedruipen. Dat laatste klinkt best plausibel: als iets zichzelf niet kan bedruipen, dan zitten er blijkbaar niet genoeg mensen op te wachten.

Het grappige is dat er nog wel meer dingen zijn die zichzelf niet kunnen bedruipen. Op olie en steenkool bijvoorbeeld zit jaarlijks wereldwijd zo’n 5300 miljard dollar subsidie (‘meer dan de wereldwijde overheidsuitgaven aan gezondheidszorg’). In 2011 kostte dat de gemiddelde Nederlander 340 euro . Dit is nodig, want als olie...