Deze column is ook te beluisteren.

Toen Mark Rutte afgelopen week het Kamerdebat over de oorlog in Oekraïne aangreep om de natie plechtig toe te spreken – ‘Ons hart is bij de onschuldige vrouwen, mannen en kinderen die dag en nacht moeten schuilen voor vijandig vuur’ – dacht ik onmiddellijk: die hoeft dus geen campagne meer te voeren voor de gemeenteraadsverkiezingen. Af en toe een warme, krachtige uitspraak over onze eensgezinde steun aan de helden in Oekraïne is ruim voldoende om weer als grootste uit de bus te komen, na maanden van dalende peilingen.

Zo ging het vorig jaar ook bij de Kamerverkiezingen. In oktober kondigde Rutte niet alleen zijn kandidatuur voor het lijsttrekkerschap aan, maar ook dat hij voorlopig geen campagne zou gaan voeren, ‘omdat ik vind dat ik in deze tijd al mijn focus op de coronacrisis moet richten’. Rutte hoefde alleen maar achterover te leunen in de comfortabele wetenschap dat tijdens de coronacrisis nergens in Europa een zittende premier was weggestemd.

Vier jaar eerder kwam het balletje ook al naar hem toe rollen, toen Rutte vlak voor de Kamerverkiezingen de Turkse minister van Familiezaken die op weg was naar een Turkse campagnebijeenkomst in Rotterdam over de grens kon laten zetten, tot groot genoegen van de kiezers. Ook toen kreeg de VVD-leider een duwtje in de rug en werd de VVD met voorsprong de grootste partij zonder dat Rutte er iets aan hoefde te doen.

En net als in 2017 en 2021 hebben de andere partijen weer het nakijken. Zoals de coronacrisis afgelopen jaar hun campagnes lamlegde terwijl Rutte wekelijks kon schitteren tijdens zijn massaal bekeken persconferenties, staat het nieuws deze weken volledig in het teken van de oorlog in Oekraïne, en kan de VVD-leider zich soepeltjes presenteren als staatsman boven de partijen, terwijl de gemeenteraadsverkiezingen éígenljk zouden moeten gaan over lokale kwesties.

De eensgezindheid over de oorlog in Oekraïne zou best eens spoedig kunnen verdampen, maar tegen die tijd zijn de gemeenteraadsverkiezingen voorbij en heeft Rutte de winst al binnen.

Zo profiteert Rutte weer op precies het goede moment van wat de Amerikanen ‘rally around the flag’ noemen: een van de krachtigste electorale sentimenten in crisistijd. Hoe sterk dat effect is, blijkt ook uit de gretigheid waarmee zelfs nepnieuws uit Oekraïne hier te lande wordt omarmd, zolang het maar raakt aan het hartverwarmende gevoel van solidariteit met de Oekraïense bevolking.

De voorbeelden zijn legio, zoals Nieuwsuur-journalist Rudy Bouma vrijwel dagelijks op Twitter laat zien: de massaal gedeelde beelden van een ontploffende Russische straaljager die uit een simulatiespel afkomstig bleken, de video van een Russische tank die door een Oekraïense traktor wordt weggesleept waarvan maar liefst drie verschillende versies bleken rond te gaan, de heldhaftige foto in gevechtsuitrusting van oud-bokskampioen en burgemeester van Kiev Vitali Klytsjko, die al maanden geleden gemaakt bleek te zijn. Voor het grote publiek maakt het allemaal niet uit, de beelden worden gevroten.

Twitter

Deze dienst is alleen beschikbaar wanneer alle cookies zijn geaccepteerd

Wijzig cookie voorkeur

De eensgezindheid over de oorlog in Oekraïne zou best eens spoedig kunnen verdampen als de gasprijzen tot recordhoogte stijgen of als er straks tienduizenden Oekraïense vluchtelingen op de stoep staan en in schaarse huurhuizen moeten worden ondergebracht, maar tegen die tijd zijn de gemeenteraadsverkiezingen voorbij en heeft Rutte de winst al binnen. Zelf zal de VVD-aanvoerder het nooit toegeven, maar zijn spindoctors kunnen in hun handjes knijpen.

En intussen kijken zijn politieke rivalen tandenknarsend toe. Daar sta je dan, met je rozen, ballonnetjes of flyers in een verregende winkelstraat, terwijl de Guus Geluk van de Nederlandse politiek kan stralen op het internationale toneel.