Van de joodse onderwereldkoning Jakub Shapiro is in 1939 niet veel meer over dan een verzwakte schim. Verstopt in de getto-puinhopen en ontmenselijkt door de nazi-bezetters van Warschau wordt hij in leven gehouden door zijn vroegere prostituee-geliefde Ryfka, die hem daarmee eindelijk bezit. Zij spreekt als ik-verteller vanuit het ‘hiernamaals’; haar beklemmende, dierlijke...