Den Haag

Voorjaar 2010 besloot de VVD hoog spel te spelen. Als een volleerd cabaretier sprak Mark Rutte het partijcongres in Papendal toe. Mikpunt van spot waren de sociaal-democraten en hun partijleider Job Cohen. ‘Als links het voor het zeggen krijgt, hebben we straks inkomensafhankelijke krentenbollen,’ hield hij zijn enthousiaste gehoor voor. En: ‘U weet wat er gebeurt als je links het beheer geeft over de Sahara? Dan is binnen de kortste keren al het zand op.’

Cohen, naar Den Haag gekomen om te helen en verbinden, liet zich door adviseurs als Ronald Plasterk en Diederik Samsom opjutten. Hij moest keihard van leer trekken tegen de bezuinigingen die de liberalen voorstonden. Zo kon hij uitgroeien tot de held van de kleine man. De links-rechts tegenstelling was terug en dat zou zich wreken tijdens de kabinetsformatie van die zomer. Wat informateurs als Rosenthal, Tjeenk Willink en Wallage ook probeerden, het lukte niet Rutte en Cohen terug in hun hok te krijgen. De een eiste...