We moeten het Persmuseum koesteren zoals het is. Zeker nu het opgeslokt dreigt te worden door het kwisjes-, knopjes- en knipperlichtengeweld van Beeld en Geluid in Hilversum.

Je kunt het zo gek niet bedenken, of er is wel een museum voor. In Amsterdam bestaat zelfs een tassenmuseum, waar het storm loopt. En bij Minden, een gat in een uithoek van de Amerikaanse staat Nebraska, ligt het Museum van Alles: Harold Warp’s Pioneer Village, een hallucinante verzameling van letterlijk alles wat mensen maar meesleepten naar dat verre prairieland, of daar uitvonden, maakten en koesterden. Je vindt er een half pioniersdorp maar ook Indiaans vistuig, een ijzeren long, de wonderlijkste machinerieën en ontelbaar veel curiositeiten zoals scheermessen in alle denkbare soorten en maten, hopeloos veel in eindeloze winters met knopen volgeborduurde kussens en een enorme collectie ballpoints. Niet voor niets heet de vuistdikke catalogus ervan A History of Man’s Progress. Maar wat eigenlijk...