Ik zit in San Francisco in een taxi. Ik zie de straten donkerder worden en het aantal voorbijgangers in de categorie ‘ik hoop dat ik jou niet in een steegje tegenkom’ toenemen. ‘Niet echt een toeristische buurt, hè, waar we naartoe gaan?’ zegt de taxichauffeur. ‘Nee, maar ik ben ook geen gewone toerist,’ zeg ik. ‘I’m a food tourist.’ Tien minuten later stoppen we in een verlaten straat voor ijssalon Humphrey Slocombe, die in mijn San Francisco-research telkens was komen bovendrijven als een van de beste van de stad. We sluiten aan bij een rij locals die allemaal zijn gekomen voor een witte-chocolade-lavendel-ijsje of een bietjes-saffraan-sorbet. De rij is lang maar gezellig, en voor we het weten zijn we in ‘Where are you from?’-gesprekjes verwikkeld (en horen dat er aan het andere eind van de stad nog een geweldige ijswinkel is. Hm. Morgen?).

Busrit naar de beste hotdog

Voor de eettoerist is niet een museum, historisch bouwwerk, natuurwonder of ‘even niks hoeven’ de reden een land...