Beatrijs’ man koopt altijd de daklozenkrant. Beatrijs zelf niet. Geen probleem: ze weet hij hoe hij in elkaar steekt, en voelt zich niet aangevallen.

Tijdens een wandeling vroeg in de avond door een lege winkelstraat in het Engelse Winchester spotte ik hem al van verre: een daklozenkrantverkoper. Ik deed wat ik altijd doe, vriendelijk knikken en doorlopen. Mijn man bleef staan en begon in zijn portemonnee te zoeken naar Engels kleingeld tussen de euromunten. Hij is niet alleen meer begaan dan ik met bedelaars en collectanten, hij is ook altijd in voor gesprekjes met mensen in vreemde streken. Dit vroeger tot ergernis en ongeduld van de kinderen, die zich schaamden als hij weer eens een straatartiest op een toeristenplein het hemd van het lijf vroeg. ‘Wat kan het boeien?’ mopperden ze, maar ik erger me niet, want hé, het is zijn vak om dingen te weten te komen van onbekenden.

Wij geven duidelijk een totaal andere invulling aan de waarde filantropie.

Het ging slecht met de...