Om tien uur staan we, fotograaf Goos van der Veen en ik, voor de caravan met de opschriften Lord en Muensterland vlak bij het Ajaxstadion. We hebben een afspraak met de beroemde Oleg Popov.

Een ferme klop op de deur. Geen antwoord. Een pauze van een halve minuut. Weer een harde klop. Binnen wordt er gegromd. En weer valt er stilte. Er ontstaat een lichte paniek. Hoe moet je met een clown praten? Moet je soms teruggrommen? Of blaffen?

Weer een halve minuut later komt er een geïrriteerd gezicht te voorschijn. Voordat de wereldberoemde clown de kans krijgt zijn mond open te doen, blaf ik in het Russisch dat we een afspraak met hem hadden! De deur gaat weer dicht. Maar eerst komt er nog een leuk hondje met een grote rode strik om zijn hals naar buiten. Pipo is een echte charmeur. Een paar minuten mogen we de hond bewonderen.

Dan verschijnt het bekende markante hoofd weer in de deuropening. Ik besef nu dat ik beter beleefd kan zijn. Er staat een grote bos van vuurrode rozen voor de deur. Een teken van respect en bewondering.

Ons geduld wordt beloond: over een halfuur wil Popov ons in een cafeetje te woord staan. Vorige nacht is het laat geworden. Om vijf uur ging hij naar bed. En nu een interview. Brr… Pipo luistert mee en knikt beamend met zijn oogjes: brr… The show must go on.

Ivan de domoor

Het woord ‘circus’ heeft een magische klank voor wie beïnvloed is door de Russische cultuur. Het staat voor je ontspannen. Je geeft je helemaal over aan de felle lichten en overdonderende muziek. Je bent bereid alle trucs te bewonderen. Je kijkt naar boven, naar de acrobaten. Je versteent van angst als de leeuwen de piste bezetten. En gedurende de hele tijd snak je naar het optreden van de clown die met zijn grappige trucs het programma draagt en inhoud geeft. Voor mij was het een onvergetelijke sprookjesachtige dromerige wereld. Nu, decennia later, probeer ik deze halfvergeten indrukken terug te roepen en op een rij te zetten.

Ook toen al was Oleg Popov een begrip en een idool. Hij maakte dat je in wonderen geloofde. Eigenlijk was dat niet zo moeilijk. De Russen geloven graag in wonderen. Ze geloven heilig dat de moeilijke tijden vanzelf voorbijgaan en dat de dag van morgen een betere tijd zal brengen. De Rus gelooft dat het loont daarvoor hard te werken en te lijden. Eigenlijk heeft het constante zoeken naar een wonder de Rus naar het circus gebracht. En het circus zorgde ervoor dat het leven van een grotendeels saai land werd opgevrolijkt. Niet voor niets is Ivanoesjka-doeratsjok — Ivan de domoor, een populair personage uit de Russische sprookjes – een symbool van de hoop geworden, van een heilig geloof in de mysterieuze macht van een underdog die zelfs de meest wijze mensen kan verslaan.

Zorgt het communisme dan niet voor een wonder?
‘U vraagt te veel,’ zegt Popov. ‘Ik ben maar een circusartiest. Ik hou van het circus. Ik ben een circusspecialist, stelt u maar vragen over het circus dan krijgt u professionele antwoorden. Ik wil niet als een niet-beroeps uw vragen over politiek beantwoorden. U moet zich tot onze historici wenden, tot professoren.’

Maar juist de profeten, de gekken, de underdogs, speelden hun rol in de Russische geschiedenis. Niet de professoren. Daarom moeten de clowns over de toekomst van het land, over de perestrojka praten, niet de wijsneuzen... Dus opnieuw de vraag: is het communisme een wonder of is hij die erin gelooft een pessimist?
‘Ik ben noch een pessimist, noch een optimist. Ik ben een realist die naar alles kijkt en er realistisch over denkt. We hebben op de meest domme manier heel veel tijd verloren.’

Hoezo op een domme manier?
Met een diepe zucht: ‘We hebben niets gecreëerd. Niets gecreëerd voor de gewone mens, niets voor zijn leven, niets voor zijn werk.’

Wie krijgt daarvan de schuld?
‘Eindelijk zijn we ons bewust geworden dat elk ding kostendekkend moet zijn. En nu hebben we geleerd om te tellen. Vroeger konden we niet tellen.’

Het marxisme is toch de leer die als eerste heeft geprobeerd om een economische analyse van de samenleving te maken?

Ooit werd ook geloofd in het fascisme, ook dat werd gezien als een wonder. Mensen geloven altijd in iets nieuws.

‘Die leer heb ik niet gevolgd. Ik ben juist bang dat ze vergeten hebben om een bepaalde pagina uit de werken van Marx af te drukken. Of misschien was dat de schuld van de nietsnutten, mensen die niet eens de middelbare school achter de rug hadden. Als u het over de wonderen heeft, dan geloofden de Russen vroeger juist veel meer in wonderen. Elk geloof is een geloof in wonderen, in iets wat goed is. Ooit werd ook geloofd in het fascisme, ook dat werd gezien als een wonder. Mensen geloven altijd in iets nieuws. Neem nu Jeltsin. Elke nieuwe mens brengt nieuwe hoop met zich mee.’

Is Jeltsin zo’n wonder? Denkt u dat hij zijn beloften waarmaakt?
‘Ja, je mag zeggen dat Jeltsin een wonder is. Ik hou van het woord “beroeps”. Ik denk dat hij beroeps is. Hij steunt in eerste instantie de Russische mens. Hij zei dat de Russische mens altijd was onderdrukt.’

Hebben de Russen niet zelf de Tsjechen, de Polen en de anderen onderdrukt?
‘Dat deden de Russen niet, maar het systeem.’

Dus de Russen hebben niemand onderdrukt. Dat deed het systeem. Maar wie stond achter dat systeem? De marsmannetjes?
‘Ik had niet over politiek willen discussiëren. Dat is toch een moeras.’

Maar Gorbatsjov dan? Hier in het Westen kunnen we moeilijk begrijpen dat Gorbatsjov in de Sovjet-Unie zo onpopulair is. Houdt het feit dat u voor Jeltsin bent automatisch in dat u tegen Gorbatsjov bent? Of steunt u ze beiden?
‘We kunnen Gorbatsjov niet zomaar vergeten. Hij heeft ons enorme land in beweging gebracht. Hij was de eerste… Maar waar gaan we naar toe? Welke wegen gaan we bewandelen? De tijd zal ons dat leren. Maar we zijn in beweging. Ik ben heel blij, want ik zie daarvan ook al resultaten. Bijvoorbeeld: we konden vroeger niet meer dan drie maanden in het buitenland werken. Nu mag je net zoveel in het buitenland werken als je wilt. De circusartiesten worden überhaupt meer en meer zelfstandig. Ze kunnen zelfs hun eigen circusbedrijf beginnen.’

Bent u niet bang dat de kunst door de toenemende commercialisatie een steeds minder grote rol gaat spelen?
‘Ik ben niet bang. Ik geloof dat de besten altijd zullen overleven. De slechte circussen zullen het veld moeten ruimen. Dat is een natuurlijk proces. Het is alleen maar positief voor onze kunst.

De perestrojka raakt me niet

Ik vind het ook positief dat ik kan gaan en staan waar ik wil. Ik hoef niemand te vragen of ik naar het buitenland mag. Ik kan nu zelf een beslissing nemen. Vroeger had ik een baas boven mij, nu ben ik mijn eigen baas.’

Dus zelf moest u ook veranderen?
‘Ik persoonlijk hoefde niet te veranderen. Degenen die belabberd gewerkt hadden,  moesten veranderen en “perestrociëren”. Ik werkte altijd al goed, de perestrojka raakt me dus niet.’

En de politieke strijd die nu gaande is in de Sovjet-Unie?
‘Ik ben ver van huis. En ik zou toch iets meer tijd moeten vrijmaken om het allemaal te volgen. We hebben zo veel stromingen, zo veel partijen. Ik volg Jeltsin, ik ben zijn fan. Ik ben ook voor het teruggeven van de oorspronkelijke naam van Sint Petersburg aan Leningrad.’

U maakte jarenlang deel uit van de culturele elite in de Sovjetunie. Net zoals L. Zykina, J. Kobzon, L. Pachmoetova. U hoorde bij de top. Wist u toen niets van de problemen waarmee de sovjetsamenleving had te kampen? Of heeft u zich altijd buiten politiek gehouden?

Ik hoorde bij geen enkele elite. Ik ben nooit een partijlid geweest.

‘Ik hoorde bij geen enkele elite. De hoogste sovjet-leiders waren aanwezig bij mijn voorstellingen maar niemand kwam ooit na de voorstelling om me hoogst persoonlijk de hand te schudden. Ik ben nooit een partijlid geweest. En ik ben geen Held van de Socialistische Arbeid (de hoogste niet-militaire sovjet-onderscheiding, FK). Ik zag wel welke circusmensen partijlid waren. Ze waren het niet waardig.’

Wat bedoelt u daarmee? Het circus niet waardig of de communistische partij niet waardig?
‘Nee, ik bedoel de partij niet waardig. Ik wilde niet tot dezelfde partij behoren. En ik wist niets over de problemen. Bijvoorbeeld over de ecologie. Integendeel, ons werd verteld dat we in Moskou de schoonste lucht van de hele wereld hadden.’

En u geloofde dat?
‘Hoe kon je dat niet geloven? Als iedereen het zegt. Als u elke dag te horen krijgt dat u de knapste bent…’

Nee, daar trap ik niet in… Nee, ik niet.
‘Zonder einige twijfel gaat u daarin geloven. De koning trapte daar toch ook in. Kent u het sprookje nog? De koning was ervan overtuigd dat hij de mooiste kleren aan had terwijl hij naakt rondliep.’

Dus in zekere zin ziet u zichzelf als een slachtoffer?

De perestrojka heeft zo veel dingen duidelijk gemaakt. Nu ben ik voor de vrede.

‘Ja, natuurlijk! De perestrojka heeft zo veel dingen duidelijk gemaakt. Nu ben ik voor de vrede. Ik ben ook voor het schone milieu, omdat de mensheid anders ten onder kan gaan aan de ecologische problemen, zoals de zure regen en het drinkwater dat niet te drinken valt, en de vis die je niet kunt eten. Het is gewoonweg niet te geloven.’

Wat vindt u van de perestrojka? Wat betekent het voor het circus?
‘Ik heb maar één hoop: ik hoop dat het niet erger wordt. Het kan alleen maar beter worden. Meer vrijheid voor de mens. Ik wil er zelfs nog aan toevoegen dat elk ding zijn eigenaar moet hebben. Onze mensen hebben verleerd om verantwoordelijkheid te dragen. Als een ding van jou is dan ben je daarvoor verantwoordelijk. Maar als een ding van de gemeenschap is, dan wil niemand daar zuinig op zijn. Als een circusartiest zijn eigen kostuum bezit, geeft hij veel om zijn kleding, maar als de staat zo’n kostuum maakt dan geeft diezelfde artiest niets om zijn kleding. Hij weet maar al te goed dat als zijn staatskostuum kapot gaat, hij een nieuw pak krijgt.’

Tijdens de periode-Brezjnev kon u ook goed functioneren. Bent u niet bang dat u nu beschuldigd zal worden dat u daardoor een bepaald politiek systeem diende?
Lachend: ‘Dat is pure idioterie. Hoe kunnen ze iemand straffen die vreugde brengt? Wat heeft dat met het systeem te maken? Zo iemand dient alleen het systeem van het circus. En dat systeem bevindt zich duidelijk buiten de politiek. Het circus is het circus, een staat in zichzelf.

Ik ben nooit en door niemand gedwongen om mijn voorstellingen te politiseren.

Ik ben nooit en door niemand gedwongen om mijn voorstellingen te politiseren. Natuurlijk zijn er satirische clowns. Neem bijvoorbeeld Doerov met zijn varkens. Ik vind zijn kunst aantrekkelijk vanwege zijn persoonlijke moed. Ik ben mijn hele leven een humoristische clown geweest. Dat merk je ook hier in het buitenland: mijn optredens zijn humoristisch. Dat is ook veel begrijpelijker dan satire. Er bestaan bijvoorbeeld grappen die onvertaalbaar zijn. Bij mij is alles op trucs gebaseerd, op onverwachte dingen.’

Wat is dan een truc?
‘Je kan een truc zonder woorden begrijpen. Bijvoorbeeld: je gaat op een ei zitten, je staat op en opeens is er een kip. Je krijgt een klap op je kop en er komt een buil te voorschijn. Over een draad lopen is ook een truc. Jongleren is een truc. In het theater hebben we te maken met een gedachtewereld, met een ideologie, in het circus met een truc. Een truc komt zonder woorden duidelijk over. In al de landen waar ik gewerkt heb – de Verenigde Staten, Australië, Nederland werden ze begrepen.

Ik vind dat het circus, net als ballet, zonder woorden moet werken. Alles is duidelijk. Maar eigenlijk is circus een verzonnen kunst. Het is dan ook de minst ideologische van de kunsten. De truc is de essentie van het circus.’

Oleg Konstantinovitsj Popov is een mens die je niet hoeft voor te stellen. Hij is een dertienjarige jongen die plotseling oud is geworden. Nog steeds is hij dezelfde brutale gozer die bijna een halve eeuw geleden op de markt van Moskou zeep verkocht om op die manier zijn moeder en zijn negentigjarige oma in leven te houden. In het hongerige Moskou van de oorlogsjaren maakte de baracholka – een vlooienmarkt – diepe indruk op hem. Popov weet nu nog exact wat toen zijn droom was.

Een fantastische doe-het-zelver

Tot zijn zestiende droomde hij over een paar schoenen met een dikke zool en over een sandwich met Ijoebitelskaja, een worst waarin stukjes spek zitten. Verkopen was niet makkelijk omdat de criminaliteit toen hoogtij vierde. Je kon zo maar met een mes bewerkt worden en beroofd van je bezit. De markt heeft Popov als mens gevormd. Hij is een fantastische doe-het-zelver, hij kan alles met zijn handen maken. Al zijn rekwisieten zijn door hem zelf vervaardigd. Bomen vallen uit elkaar, mechanische vogels komen en gaan. Hij is er heel trots op dat hij ooit een bankwerker was. De rekwisieten zijn voor een clown de betrouwbaarste partners.

Hoe is uw circuscarrière eigenlijk begonnen?
‘Ik was bankwerker en hield van acrobatiek. Ik zat op een sportclub waar ook mensen trainden van een circusschool. Toen ik met ze mee mocht oefenen, wilde ik meteen ook naar de circusschool. Een jaar later, ik was toen vijftien, werd ik daar toegelaten. In 1950 kwam ik van de circusschool met als specialisatie acrobatiek. Maar mijn maatje is toen te pletter gevallen en was op slag dood.

Daarna ben ik op de draad gaan werken en in het circus zelf hielp ik de beroemde clown Karandasj. Ik vond dat heel leuk. En op een dag in de stad Saratov – Karandasj was met vakantie en zijn vervanger Pavel Borovikov was plotseling ziek geworden – kon ik voor het eerst zelf als clown optreden. Dat was in 1951, veertig jaar geleden. En tot de dag van vandaag treed ik nog steeds op als clown.’

Popov had prachtig blond haar. Hij was de eerste hippie van Rusland.

Popov was de eerste clown die zonder masker werkte. Voor hem droegen alle clowns maskers. Het publiek vond het een verademing. Popov had prachtig blond haar. Hij was de eerste hippie van Rusland. ‘Ik droeg lang haar toen nog niemand daaraan gedacht had. En nu ik ze kwijt ben geraakt laat de hele wereld het haar groeien.’

Popov kreeg ook buiten de grenzen van de Sovjet-Unie bekendheid. Hij werd ‘ontdekt’ in België in 1956. De Belgische koningin die hem zag optreden vond hem fantastisch. ‘Een zonnige clown,’ noemde ze hem.

Maar al dat succes heeft Popov niet veranderd. Hij is nog steeds een sympathiek en eenvoudig mens, met bijzondere trekjes. Hij speelt gelukkig niet voor profeet. West-Europa raakt namelijk langzaam overspoeld met dromerige, fantasierijke Russen. Met een onfrisse geur uit de mond en bezwete oksels orakelen ze over de toekomst van de mensheid en over de geestelijke onderontwikkeling van het Westen. Maar deze Russen kennen het Westen niet. Ze hebben meer dan zeven decennia in volkomen isolatie geleefd. Hun kritiek is dus meer gebaseerd op een mystiek gevoel van geestelijke superioriteit die diep in de Russische psyche is geworteld. Maar dit alles pleit natuurlijk niet voor het realiteitsbesef van de Russische reizigers. In zekere zin is dat een spin-off van een ander oer-Russisch verschijnsel dat joerodivyj wordt genoemd. Joerodivyj was een persoon die de dwaas uithing terwijl hij eigenlijk voortdurend kwaad en onrecht aan het daglicht bracht. En de joerodivyj had bovendien profetische gaven. Later ontwikkelde de joerodivyj zich tot de skomorokh, de Russische straatclown die geen blad voor de mond nam.

De sovjet-circustheoreticus Sergej Makarov vindt dat dat verschijnsel de basis vormt voor de latere circuskunst.

Het circus houdt zich nu afzijdig van het politieke leven, het wilde overleven onder de dictatuur van de rode tsaren. Clowns hielden dan ook op met praten.

De laatste clown die de lijn van joerodivyj-skomorokhi in het Russische circus vertegenwoordigde was Doerov. Op een dag toen hij in Duitsland werkte liet hij een varken een helm uit zijn handen rukken. De tekst die volgde was eenvoudig: Das Schwein will Helm. Natuurlijk, de Duitse keizer heette Wilhelm. In Odessa verscheen Doerov gezeten op de rug van een varken in de piste. Hij kon het niet nalaten om een grap uit te halen. De gouverneur van Odessa heette toen Zeljonyj (groen in het Russisch – FK). Speciaal voor dat optreden in Odessa had Doerov zijn varken groen laten verven. In beide gevallen werd Doerov verbannen. Makarov vindt dat met Doerov deze oer-Russische traditie van clowns die geen blad voor de mond nemen, verloren is gegaan. Karandasj, de leraar van zowel Popov als van de andere beroemde Russische clown, Nikoelin, was eigenlijk een adept van Charlie Chaplin. Het joerodivyj-element is op dit moment meer te vinden in het werk van cabaretiers zoals Zjvanetskij en Chazanov. Het circus houdt zich nu afzijdig van het politieke leven, het wilde overleven onder de dictatuur van de rode tsaren. Het feit dat de Russische circusartiesten in het buitenland mochten rondreizen heeft een vreemde invloed gehad op de ontwikkelingen van het circus in de Sovjet-Unie. Als ze geïsoleerd waren gebleven dan hadden de clowns van tegenwoordig waarschijnlijk wel kritiek geleverd. Maar in het buitenland kende niemand de traditie van de joerodivyj-skomorokhi. De druk op de clowns om daarom zo min mogelijk woorden te gebruiken werd steeds groter. Ze hielden dan ook op met praten. Het circus begon te zwijgen.

Wat vindt Oleg Popov, zelf een zwijgende clown, van de joerodivyj?
‘Deze mensen bestonden in de geschiedenis. Maar in onze tijd denk je dan aan iemand als Sacharov [Andrej Sacharov, de dissidente kerngeleerde, red.]. Misschien is dat te hoog gegrepen, om hem een joerodivyj te noemen — tenminste in de moderne betekenis van het woord. Hij was eigenlijk meer een civiele held. Hij durfde de waarheid te vertellen. Daarom was hij toen niet geliefd. Niemand houdt van de waarheid.’

Had Sacharov dan de functie van de clown overgenomen?
‘Nee. Hij hield van het volk, hij vocht voor zijn volk, en hij leed verschrikkelijk voor zijn eigen volk. Sacharov was lid van de Academie van Wetenschappen, een wijze man… Maar als iemand eerst de waterstofbom uitvindt en daarna zijn eigen uitvinding gaat bestrijden… Dat betekende dat hij zich bewust was geworden wat voor vreselijk wapen hij had gemaakt.

Ik denk dat hier een ander, meer passend, woord op zijn plaats is, een woord dat we zo vaak vergeten: ons geweten. Zijn geweten dwong Sacharov om te vechten. Ik heb juist altijd voor een glimlach gezorgd. Ik kon toch niet tegen mijn eigen glimlach gaan vechten. Ik kon toch moeilijk tegen mijn toeschouwers zeggen: glimlach niet, ga huilen! Ik heb mijn best gedaan om de stemming van de mensen op te vrolijken. Ik heb altijd veel brieven gekregen. Ooit kreeg ik een brief van een meisje dat zelfmoord wilde plegen omdat ze ruzie had gekregen met haar vriend. Maar ze liep langs het circus, en heeft toen een kaartje gekocht van een voorbijganger, die verhinderd was. Ze had mijn voorstelling gezien en bedankte me in een brief omdat ik haar leven had gered. Tijdens mijn voorstelling begon ze te lachen en ze vergat haar zorgen. Dat is mijn wapen.’

Politieke en profetische elementen?
‘De sport was uiterst gepolitiseerd met al die volksliederen die gespeeld werden na een overwinning. En de leiders eisten dan ook records en prestaties. Maar niemand kan toch eisen dat op een gegeven dag er in het circus meer moet worden gelachen…’

Nederland ruikt naar haring

We verlaten het kleine café en lopen in de richting van een van de Amsterdamse markten. Plotseling komt Popov in zijn element. Ik trap in hondepoep. ‘Dat brengt geluk,’ lacht Popov. ‘Je krijgt binnenkort een brief. Als er maar meer mensen in de poep trappen, gaat jullie PTT beter werken.’

De markt, de vele kleuren, lachende mensen – dat trekt hem. Iemand herkent hem, roept: Popov! Hij zwaait terug.

Is het leuk om herkend te worden?
‘Als je geen crimineel bent.’
Hij zwijgt even en ontploft dan weer: ‘Wat een sfeer. Je koopt hier zelfs als je het niet wil.’

Is dat een truc? Een verkooptruc?
‘Misschien.’

Wat is de beste Nederlandse truc?
‘De nieuwe haring. Maar die moet je alleen op de markt eten, niet in een restaurant. Nederland ruikt voor mij naar haring.’

Hoe bevalt het in Nederland?

Ik vind Nederland een sprookjesachtig land.

‘Ik vind Nederland een sprookjesachtig land. De architectuur, de kleine grachten, de boten, grote geschiedenis, Peter de Grote was hier ooit. En de mensen hebben respect voor elkaar.’

En hoe vindt u de taal?
‘Een zeer originele taal. Je kan het niet met een andere taal verwarren. Dat geluid “g” is merkwaardig.’

Is dat ook een truc?
‘Een interessant idee. Het feit dat we op deze wereld verschenen zijn is ook een truc. Het leven zit vol trucs.’

Het enige dat ontbreekt is de mogelijkheid tot montage, nietwaar?
‘Ik zeg altijd: het leven is als een vlucht van een vlieg. Als een vlieg vliegt, volgt hij nooit een rechte lijn. Hij vliegt altijd met hoeken. Eerst zo, dan zo, dan zo. Je kan de vlucht van een vogel volgen, maar nooit de vlucht van een vlieg. Eerst gaat hij naar rechts, dan naar links, dan naar voren, dan naar achteren.’

Deze uitspraak van Oleg Popov klinkt nog na in mijn oren als we hem hebben teruggebracht naar het circus. Ineens was hij ons vergeten. Na veel smeken wilde hij nog poseren voor een paar foto’s. Maar hij vloog als een vlieg van links naar rechts, van achteren naar voren.

In de miezerige omgeving van auto’s, caravans, geuren van beesten, plassen op de grond was hij al bezig met zijn grote kunst. Hij was onopvallend tot het moment dat hij de piste moest betreden. Net als een vlieg.