Over een piekerig bloemenveld onder een onnatuurlijk blauwe lucht loopt een dikke vrouw zonder vel, maar met vleugels. Een oude man, gekleed in lendendoek en een kerstmuts, klimt aan een kruis waar plastic kraaien hem opwachten en lastig vallen. Een kind in een ku klux klan-pak reikt naar foetussen die in een boom hangen. Het lange haar van zanger Kurt Corbain licht geel op, en de band zit aan het eind zelfs nog even in een hartvormig doosje.