Dit verhaal is ook te beluisteren. Hoofdredacteur Ward Wijndelts leest voor.

Het is drie uur ’s nachts als Pieter aankomt bij het pand dat hij verhuurt in een nette buurt van een Noord-Hollandse stad. De politie heeft net een wietplantage ontdekt in het appartement op de bovenste verdieping, na melding van een inbraak. De inbrekers, die waarschijnlijk uit waren op de oogst van de plantage, werden gestoord door de nietsvermoedende onderburen, een jong gezin. De criminelen hebben nog geprobeerd om ook hun deur in te trappen, maar vertrokken uiteindelijk onverrichter zake.

De vader van het gezin is aangeslagen maar gelukkig ongedeerd, net als zijn zwangere vrouw en kind. Op de stoep voor het hoekhuis houden agenten de wacht, de straat staat vol politiewagens. Op de bovenverdieping is de politie bezig met de ontmanteling van de plantage. Pieter weet niet wat hij ziet. Agenten tellen 160 planten, verdeeld over twee kamers verborgen achter boekenkasten. Er zijn grote gaten in het...