‘Elkaar niet buitensluiten’, ‘Samen doen’, ‘We moeten dingen veranderen’ en ‘Het zal niet één-twee-drie gaan’. Het was een roerende oproep van Jennifer Morgan, codirecteur van Greenpeace International op een interne vlog half mei dit jaar. Morgan maakte de indruk van een eendenmoeder die uit alle macht probeert te voorkomen dat haar kuikens zomaar de straat oversteken, want schandalen binnen de actiefamilie doen de gemoederen intern inmiddels hoog oplopen.

Purple washing

Samen doen…? Daar kijken 44 ex-Greenpeace-medewerkers van het Latijns-Amerikaanse kantoor Andino toch wat anders tegenaan. Dit kantoor in Buenos Aires is een samenvoeging van de landenkantoren Argentinië, Chili en Colombia. Aan het hoofd staat Martin Prieto, die al 23 jaar voor Greenpeace werkt. Van echt samen optrekken was op ‘zijn’ kantoor allang geen sprake meer, wel van verontwaardiging en woede over de jarenlange cover up van het tirannieke en seksistische management.

Jarenlang hielden de 44 ex-medewerkers loyaal hun mond tegenover de buitenwacht. Maar op 8 maart 2018 – Internationale Vrouwendag – was de maat vol. Vrouwen uit de internationale Greenpeace-organisatie, onder wie ook vrouwen van Greenpeace Andino, deden mee, en Prieto steunde de activiteiten die werden georganiseerd. Purple washing noemen de 44 ex-medewerkers het.

Naaktfoto’s

Het Andino-drama begon in de zomer van 2013 met de invoering van een nieuw klachtenprotocol bij Greenpeace. Tien vrouwen en drie mannen schreven, na eerdere mondelinge klachten, nu ook een brief aan Andino-directeur Prieto waarin zij het gedrag van logistiek directeur Leonardo Silva aan de kaak stelden. Hij zou onder meer privénaaktfoto’s van een vrijwilligster hebben laten zien aan andere mannelijke medewerkers, vrouwelijke collega’s hebben gestalkt en denigrerende en seksistische opmerkingen hebben gemaakt.

‘Op kantoor keek de directeur naar porno, het geluid aan. Toen we op reis waren voor een campagne, stond hij op een dag vrijwel naakt voor mijn hoteldeur.’

Directeur Prieto zelf bleek geen haar beter. Eugenia Testa, ‘regional campaign co-ordinator’, en in die tijd de enige vrouw in het zevenkoppige directieteam, kan erover meepraten: ‘Op kantoor keek Prieto naar porno, het geluid aan. Toen we op reis waren voor een campagne, stond hij op een dag vrijwel naakt – met alleen een handdoekje voor zijn geslacht – voor mijn hoteldeur, zogenaamd om me een krantenartikel te laten zien. Vrijwel hetzelfde overkwam Consuelo Bilbao en andere vrouwen tijdens werkreizen. In het algemeen werden vrouwen aangemoedigd om hun sexappeal te gebruiken om campagnes “sexy” te maken, kregen vrouwen slechter betaald dan mannen voor hetzelfde werk en moederschapsrechten werden geschonden.’

‘Inderdaad,’ geeft Greenpeace toe in een schriftelijke reactie, ‘het senior management bij het Andino-kantoor was niet erg divers als het op gender aankomt. Maar in 2015 werden er meerdere initiatieven geïntroduceerd om gendergelijkheid te stimuleren. Op dit moment wordt het kantoor geleid door Nathalia Machain en Amanda Starbuck, de politiek directeur en de campagnedirecteur van Greenpeace Andino. Het seniormanagement-team van Greenpeace Andino telt momenteel drie vrouwen.’

greenpeace
Actievoerders van Greenpeace bij de iconische Vrouwenbrug in Buenos Aires. Foto: Martin Katz/Greenpeace
In de doofpot

Maar voor het zover was, werd ook verschillende mannen de macho sfeer te gortig. ‘De klagers werden ontslagen, maar daders werd de hand boven het hoofd gehouden,’ vertelt een van de briefschrijvers, Franco Segesso. ‘Prieto handelde de klachten intern af, wat inhield dat ze in de doofpot verdwenen.’

Toen ook Eugenia Testa moest vertrekken, stuurden dertig van haar mannelijke en vrouwelijke collega’s eind 2014 een vlammende verdedigingsbrief aan Prieto. Vier van de vrouwen stuurden ook een officiële aanklacht naar het klokkenluidersorgaan van Greenpeace International.

Deze klachten zijn onderzocht door het bestuur van Greenpeace Andino, schrijft Greenpeace in een reactie, ‘waarbij een externe specialist op het gebied van genderdiscriminatie werd geconsulteerd. De conclusie: er was sprake van genderdiscriminatie. Dit leidde tot een actieplan. Eind 2016 heeft een auditor van Greenpeace International het plan geëvalueerd, de meeste actiepunten waren geïmplementeerd. Toen onlangs niet eerder geuite klachten naar boven kwamen en meer (ex-)collega’s zich uitspraken, besloten Greenpeace International en Greenpeace Andino een nieuw onderzoek te starten. Om onpartijdigheid te garanderen, staat Prieto voor de duur van het onderzoek op non-actief.’

Maart jongstleden schreven ‘de 44 van Andino’ een formele klachtenbrief aan de twee directeuren van Greenpeace International in Amsterdam, Jennifer Morgan en Bunny McDiarmid, ooit begonnen als scheepshulp op de roemruchte eerste Rainbow Warrior.

Gedwongen te vertrekken

Het was niet het eerste #MeToo-achtige drama binnen Greenpeace. In 2011 en 2012 ging het in India ook al mis. De interne klachtencommissie daar kreeg in die jaren klachten binnen van twee vrouwen over intimiderende toenaderingspogingen van een mannelijke medewerker. Eén vrouw kreeg zelfs het ‘bevel’ om zich ’s nachts op ’s mans hotelkamer te vervoegen. In plaats van krachtig in te grijpen, reageerde het management met neerbuigende ‘suggesties’.

De vrouwen moesten onder meer leren om beter voor zichzelf op te komen. Toen een derde vrouw de beide slachtoffers te hulp schoot door de gebeurtenissen openbaar te maken, werd zij gedwongen te vertrekken. In 2015 probeerde het management de zaak na lang getouwtrek af te doen met een ‘harde waarschuwing’ voor de medewerker die zich had misdragen.

Toen Greenpeace International zich bewust werd van de schaal van het probleem op het Indiase kantoor, kwam het in actie om ervoor te zorgen dat de raad van bestuur van Greenpeace India zou ingrijpen. ‘Duurde het te lang voor er een adequate reactie kwam?’ vraagt Greenpeace zich af in een schriftelijke reactie. ‘Ja, en daarvoor hebben we onze excuses aangeboden. Het besef van deze tekortkomingen bij het Indiase kantoor heeft geleid tot ons initiatief om wereldwijd een nieuwe integriteitssysteem op te zetten, dat vorig jaar unaniem werd goedgekeurd door de vergadering van de algemeen directeuren.’ Maar volgens een bron regent het op het Indiase Greenpeace-kantoor nog altijd seksistische grappen.

Op de grond geduwd

Ook op het kantoor in Zuidoost-Azië ging het mis. Op West-Papoea strijdt Greenpeace tegen ontbossing en voor de mensenrechten van bosbewoners en in 2012 had de organisatie een jonge Papoea-antropologe en bosactiviste in de gelederen als communicatiemedewerkster. Maar haar enthousiasme werd al snel de grond in geboord door verschillende mannen op het Greenpeace-kantoor. Ze werd als werkster gebruikt en denigrerend behandeld. Ten overstaan van journalisten werd ze een keer om onduidelijke redenen ruw op de grond geduwd door een van haar collega’s, waarna hij haar, samen met een andere man, luidkeels met ontslag dreigde.

De vrouw wilde hierover een klacht indienen, maar werd op kantoor opnieuw uitgescholden. Dat haar (vrouwelijke) directe baas de antropologe meenam naar internationale Greenpeace-bijeenkomsten, was weer tegen het zere been van de Indonesische boscampagneleider. Diverse furieuze aanvaringen volgden. De kwestie werd via de geëigende procedures aangekaart bij Greenpeace International, maar vanuit het hoofdkantoor gebeurde er niets. Uiteindelijk werden beide vrouwen gedwongen te vertrekken.

greenpeace
Martin Prieto. Foto: Greenpeace
VIP dismissal

Voor wie zich afvraagt of het hier niet om incidenten gaat: in haar vlog meldt Greenpeace International ‘exec’ Jennifer Morgan dat haar internationale klachtencommissie het afgelopen jaar vijf zaken heeft voorgelegd gekregen. Wat klagers bijzonder steekt, is de vriendjespolitiek. Ongelijke behandeling, vrouwen zelf de schuld geven, klagers terugverwijzen naar de regionale kantoren waar juist de daders de hand boven het hoofd wordt gehouden, of elders een nieuwe start wordt geboden. Het patroon dat zich bij Greenpeace aftekent, is maar al te vertrouwd.

Vrouwen krijgen zelf de schuld, klagers worden terugverwezen naar de regionale kantoren waar de daders de hand boven het hoofd wordt gehouden.

Zo kreeg Leonardo Silva van het Andino-kantoor een ‘VIP dismissal’. Hij verscheen niet meer op het kantoor maar bleek later door Greenpeace ingehuurd voor werkzaamheden in Uruguay. Inmiddels heeft hij een paar bars geopend. De milieuorganisatie huurt hem regelmatig in als beer supplier voor feestjes. Ook Prieto, nu tijdelijk op non-actief gesteld, zal volgens de huidige stand van zaken terugkomen, zo blijkt uit een interne brief aan de staf van het Andino-kantoor die in het bezit is van Vrij Nederland, afkomstig van de onderzoekers Natalia Marchain en Amanda Starbuck, respectievelijk de politiek directeur en campagnedirecteur van Greenpeace Andino.

‘De brief stelt inderdaad dat Martin zal terugkeren als het onderzoek is afgerond,’ aldus Greenpeace in een schriftelijke reactie. ‘Greenpeace ontslaat of distantieert zich niet van werknemers tenzij er bewijs is dat zij in strijd met onze gedragscode hebben gehandeld. Als de uitkomst van het onderzoek een serieuze schending van onze gedragscode laat zien, zullen we uiteraard kijken naar gepaste maatregelen.’ Voormalig Andino-medewerker Franco Segesso noemt het heel ongezond om mensen zo lang op dezelfde posities te laten zitten: ‘Een simpele verontschuldiging van iemand als Prieto is absoluut onvoldoende.’

Ondergesneeuwd

Vanaf actie één in 1971 heeft Greenpeace al een wiebelige verhouding met vrouwenrechten en gelijkheid. Twee van de vijf oprichters van het Don’t Make a Wave Committee tegen Amerikaanse atoomproeven – al vlug omgedoopt tot Greenpeace – waren vrouwen: Marie Bohlen en Dorothy Stowe. Ook andere vrouwen hebben hard gewerkt om het eerste actieschip, de Phyllis Cormack, zeeklaar te maken. Toch was de uiteindelijke bemanning precies dát: een bemanning. Om allerlei redenen konden de vrouwen niet mee. Greenpeace-visionair van het eerste uur, Bob Hunter, zou later bekennen dat eigenlijk ‘de helft van de crew uit vrouwen had moeten bestaan’.

Gelijkheidsdiscussies raken binnen Greenpeace vaak ondergesneeuwd omwille van het hogere doel: het milieu.

Gelijkheidsdiscussies raken binnen Greenpeace vaak ondergesneeuwd omwille van het hogere doel: het milieu. Niettemin groeide het aantal vrouwen gestaag; het getalsmatige overwicht van mannen in het management is vrijwel verdwenen. De organisatie heeft nu zelfs twee vrouwen als hoogste directeur.

Helaas is een vrouwelijke top blijkbaar geen garantie tegen vrouwonvriendelijke intimidatie, gore grappen, ongepaste intimiteiten of zelfs geweld, diversiteitsbeleid of niet. Intussen gaan veel capabele vrouwen én mannen verloren voor de groene zaak. Pijnlijk is het besef dat hun aanklacht de milieuorganisatie leden zal kosten. Dat is nooit hun doel geweest.

‘Zero tolerance’

De milieuclub heeft – wie niet tegenwoordig? – transparantie hoog in het regenboogvaandel staan. Maar nu puntje bij paaltje komt, probeert het internationale hoofdkantoor de commotie binnenshuis te houden. Op inleidende schriftelijke vragen van onze kant komen per e-mail globale antwoorden van een voorlichtster in Amerika. Zij rept van het ‘zero tolerance’ beleid, alsmede het ‘integriteitssysteem-met-gedragscode en strikte processen voor klachtenbehandeling’.

Het is niet dat er helemaal niets gebeurt bij Greenpeace. Zo is daar het nieuwe diversiteitsbeleid dat de organisatie in 2015 heeft aangenomen. Samen met Amnesty International en Oxfam is een Code of Conduct opgesteld, en ook regiokantoren hebben eigen gedragscodes. In Duitsland hangen die zelfs in alle kantoren opvallend aan de muur, aldus iemand op een online forum voor (ex)Greenpeacers.

Af en toe krijgen medewerkers, sinds kort ook degenen die nieuw aanmonsteren en de oude garde op de schepen, speciale ‘diversiteitstrainingen’. De #MeToo-beweging, alsmede een meer algemene mentaliteitsverandering, zorgen volgens onze zegsman, die lang meevoer op Greenpeace-schepen, voor een hoopgevende nieuwe wind.

Het kabaal vanuit Buenos Aires heeft dat proces versneld, getuige de vlog van Jennifer Morgan. Zij verhaalt van speciale praatfora waar honderden vrouwen hun vragen, onvrede en wensenlijstjes delen. De interne machtsverdeling ligt er onder vuur, net als de ongelijke salariëring. Intrigerend detail: mannen zouden ook willen meepraten, maar ‘we don’t know how’, zegt Morgan in haar vlog. Volgens de vrouwen op de fora moeten de mannen eerst maar eens onderling gaan nadenken. Morgan heeft het over ‘veilige plaatsen’ en belooft een actieplan, dat eind juni behandeld wordt op de eerstkomende internationale vergadering van alle nationale en regiodirecteuren.

Greenpeace
Een mederwerker van Greenpeace Zuid-Oost Azië vertelt buitenlandse journalisten over de natuurproblemen in het gebied. Foto: Bay Ismoyo/AFP photo
Advocatenkosten betalen met donateursgeld

De mannen en vrouwen die wij de vlog van Morgan toesturen, reageren schamper. Lorena Pujó noemt het ‘lege woorden’. ‘Morgans reactie verschilt niet veel van die in het verleden,’ meent zij. ‘We hebben nu een rechtszaak lopen tegen Prieto. Intussen betaalt Greenpeace zijn advocatenkosten met donateursgeld en dan komt hij na het onderzoek waarschijnlijk nog terug ook. Is dat rechtvaardigheid? Niet voor ons.’

De angst is dat het hoofdkantoor de verantwoordelijkheid voor klachtenbehandeling opnieuw zal afschuiven naar lokale afdelingen.

Ter verdediging van deze handelwijze voert Greenpeace aan dat Greenpeace een ‘confederatie van onafhankelijke entiteiten is’. ‘Klachten moeten altijd worden behandeld door het regiokantoor waarbij de betreffende persoon in dienst is, want dat is de enige entiteit die disciplinaire maatregelen kan nemen. Natuurlijk kan en zal Greenpeace International betrokken zijn als serieuze zaken zoals deze opkomen of als deze niet op de juiste wijze worden behandeld. Ook kan het zijn dat klachten direct bij Greenpeace International binnenkomen, zoals het geval was in 2015 met Greenpeace Andino. Greenpeace International streeft er ook naar om zeker te stellen dat de regiokantoren adequate systemen en processen hebben om met dergelijke zaken om te gaan.’

‘Het allerbelangrijkste op dit moment is: iedereen moet kunnen zien dat de slachtoffers recht wordt gedaan.’

Stephanie Brancaforte, momenteel met verlof als Global Campaign Leader Climate & Energy bij Greenpeace, doceerde eerder ‘gender violence’ aan de George Washington University in Washington DC. ‘Een veilige werkplek is niet alleen een kwestie van formele processen,’ zegt ze. ‘Het gaat om empathie en persoonlijk verantwoording afleggen. Beide zouden een normaal onderdeel moeten zijn van de werkcultuur. Er zijn genoeg jonge mensen die daarin het voortouw willen nemen. Trainingen geven helpt, net als het actief aanmoedigen van diversiteit en saamhorigheid. Daarnaast moet er een orgaan zijn met daadwerkelijke macht, dat (ook oude) klachten onafhankelijk kan (her)beoordelen. Seksuele intimidatie als een pr-kwestie beschouwen, is een geheide manier om het vertrouwen kwijt te raken, ook van je eigen mensen. En geen “gouden parachute”-overplaatsingen meer van daders of van mensen die de daders de hand boven het hoofd houden! Want het allerbelangrijkste op dit moment is: iedereen moet kunnen zien dat de slachtoffers recht wordt gedaan.’

Lorena Pujó en Eugenia Testa: ‘Wij willen gewoon dat het hoofd van het Andino-kantoor Martín Prieto, en de onderdirecteuren Hernan Nadal, Matías Asun en Juan Ladanza, uit de organisatie worden gezet.’

Een robuust systeem

In een schriftelijke reactie uit naam van Bunny McDiarmid, Jennifer Morgan, Anna Schoemakers en Joris Thijssen, respectievelijk de directie van Greenpeace International en Greenpeace Nederland, laat Greenpeace weten dat ‘de manier waarop in het verleden met klachten van collega’s bij een aantal regiokantoren is omgegaan’, inderdaad niet door de beugel kan, maar dat er de afgelopen jaren vele positieve maatregelen zijn genomen ‘ter voorkoming van gevallen van onacceptabel wangedrag op de werkvloer’.

‘Terwijl we in de buitenwereld strijd voerden voor natuur en klimaat, zijn we soms blind geweest voor onrecht binnen onze eigen organisatie.’

‘Om maar te beginnen bij Greenpeace Andino. Bij dit regiokantoor zijn de afgelopen jaren legio maatregelen genomen om discriminatie op grond van gender tegen te gaan en een inclusieve cultuur te stimuleren. Zo is er een “zero tolerance”-beleid als het aankomt op intimidatie; een anonieme klachtenlijn, gerund door een onafhankelijke organisatie; er zijn regelmatige “taller de genero”-workshops over gendergelijkheid voor het voltallige personeel; er is beleid geïmplementeerd om gelijke beloning van mannen en vrouwen te bevorderen en er is kinderopvang beschikbaar. Dit soort maatregelen lijken misschien vanzelfsprekend in een land als Nederland, maar in Argentinië is dat helaas niet het geval.

‘We zijn hard op weg – en soms is die weg hobbeliger dan gewenst – naar een organisatie waarin gelijkheid, diversiteit en inclusiviteit door iedereen worden gezien als onmisbaar voor het realiseren van een groene en vreedzame toekomst.’

‘Laat voorop staan dat we geenszins beweren onberispelijk te zijn als het aankomt op gendergelijkheid en het behandelen van klachten over intimidatie. Er zijn weinig organisaties die dat van zichzelf kunnen zeggen. Net als veel andere organisaties zijn we onder de indruk van de dappere individuen die zich uitspreken in het #MeToo-debat. We hebben onszelf veelvuldig de vraag gesteld of we genoeg doen om een veilige werkomgeving te creëren voor onze werknemers en vrijwilligers. We doen nog niet genoeg, zoveel is zeker, en we doen het niet snel genoeg. We hebben daarom onze inspanningen en het tempo vergroot. Terwijl we in de buitenwereld strijd voerden voor natuur en klimaat, zijn we soms blind geweest voor onrecht binnen onze eigen organisatie.’

De namen van de anoniem opgevoerde bronnen zijn bekend bij de redactie. Milieu- en wetenschapsjournalist Michel Robles heeft begin jaren tachtig met plezier als vrijwilliger bij Greenpeace gewerkt.