Wat een lef. Je begint aan een roman van ruim zeshonderd pagina’s en zet de lezer direct op het verkeerde been. ‘Wat psychiaters tegen fikse tarieven een Vatersuche noemen, is niet aan de orde,’ zo opent Peter Buwalda’s tweede roman Otmars zonen. Direct blijkt het tegendeel: die vaderzoektocht is onloochenbaar, zoals je dat had kunnen weten uit die titel met de meervoudsvorm ‘zonen’.

Subtieler ligt het bij Buwalda’s even verneukeratieve flirt met het actiegerichte genre van de airportnovel. Zijn hoofdpersoon Ludwig verkeert al in het begin van het boek als Shell-werknemer op het Siberische schiereiland Sakhalin. Glamoureuze avonturen verwacht je dan, op exotische locaties, door een stoere Marlboro Man. Maar nee, Ludwig is vooral zijn tijd aan het verbeiden, als passagier in een auto in een sneeuwstorm en later als gestrande reiziger in een armoedige hotelkamer. Hij krijgt belet bij Johan Tromp, de Nederlandse CEO van Sakhalin Energy, de man die hij aanziet voor zijn...