Zijn dertig jaar ervaring als oorlogsfotograaf kwamen hem goed van pas toen hij zich ging verdiepen in de wereld van de drugs. ‘Tijdens mijn onderzoek naar Mexicaans drugsgeweld ging het in principe ook over oorlogsvoering, dus bekend terrein.’

Hoewel hij in 2018 promoveerde op zijn onderzoek, leest zijn nieuwste boek Drug van de duivel: de wereldwijde opmars van crystal meth, dat vandaag verschijnt, als een trein. ‘Drugs vormen een ingewikkelde problematiek, een heel donker onderwerp. Als je dan ook nog moeilijk en ontoegankelijk gaat schrijven leest toch niemand het,’ aldus Voeten. Lachend: ‘Het is een idee-fixe van bepaalde academici om te denken dat onleesbaarheid en ontoegankelijkheid gelijk opgaan met diepgang.’

Van gebruikers en handelaars tot hulpverleners en handhavers: Voeten begeeft zich sinds 2009 in de wereld rondom drugs. Eerst met een promotieonderzoek in Mexico naar kartelgeweld, daarna met een boek over Nederlandse drugssyndicaten die zijn woonplaats Antwerpen in hun greep houden. In het boek dat vandaag verschijnt, volgt hij het spoor van crystal meth via Brabantse kooklabs naar Oost-Europa en vervolgens richting Afghanistan om te eindigen in Tijuana, Los Angeles en Philadelphia waar hij de fentanyl-crisis documenteert.

De drugsproblematiek is volgens Voeten breed, maar het Nederlandse beeld erover beperkt. Zo ontkende toenmalig minister van Veiligheid en Justitie Ferd Grapperhaus november vorig jaar dat Nederland een narcostaat was. Anders had op zijn plek wel ‘iemand met een exotische achtergrond, afkomstig van een cocaïnebende uit een of ander ver oord’ gestaan. Voeten: ‘Dat was een diep racistische opmerking, alsof alleen bruine mensen met een snor en zonnebril onderdeel kunnen zijn van een narcostaat, iets wat Nederland in mijn ogen gewoon is.’

Er staan hier geen mannen met Kalasjnikovs op de straathoeken, dus ‘narcostaat’ klinkt dan wellicht wat dramatisch?

Voeten: ‘Precies, het “klinkt” als ver van ons bed, maar dat betekent niet dat er dus niets aan de hand is. Er zijn veel mensen die de term “narcostaat” direct van tafel vegen, maar ik behoor tot de groep die eerst vraagt om de definitie van een narcostaat. De term roept bij velen een beeld op van een gedesintegreerde staat, waar op elke hoek gangs rondhangen en straatgeweld extreme vormen aanneemt. Maar zo’n beeld is geen definitie, en in dit geval niet eens daadwerkelijk een kenmerk waar je een narcostaat aan herkent. Het gaat meer om de omvang van de drugseconomie, en in hoeverre die wortels heeft in de reguliere economie. Als we dan naar Nederland kijken, naar de keten van import, doorvoer, productie, consumptie, export komen we toch een heel eind. Momenteel zijn we het grootste productiecentrum van crystal meth in Europa. En je kunt je afvragen hoe effectief het handhaven op drugscriminaliteit in Nederland is. Ons justitieel systeem is volledig overbelast en vaak komt het nauwelijks tot een serieuze veroordeling. Vraag maar aan Frank Masmeijer. Daarnaast is het fiscale klimaat hier ook aantrekkelijk voor kartels en syndicaten om schaduw-bv’s op te zetten. Het is heerlijk drugsgeld witwassen in Nederland!’

‘De Nederlandse drugsketen kan nooit zo sterk zijn zonder dat grote aantallen douaniers, politieagenten, ambtenaren en havenmedewerkers worden afgekocht.’

Er zit nog wel wat ruimte tussen Mexico – door politicologen gekenmerkt als ‘failed state’ – en Nederland.

‘De term Failed State is an sich problematisch. Sommige instituties, zoals onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur, met name de aeronautische, functioneren in Mexico beter dan in Nederland. Het zijn vooral de voor een democratie essentiële instituties als veiligheid en justitie die in Mexico falen. Dit is exact de denkfout in het Nederlandse politieke en maatschappelijke debat. Natuurlijk is het geweld in termen van kwantiteit onvergelijkbaar. We hebben veel minder te maken met afrekeningen, maar ze zijn er wel. Journalisten lopen minder risico, maar hebben wel beveiliging nodig als ze over het onderwerp schrijven. Er zijn niet zoveel martelkamers, maar we treffen ze wel aan in containers in de haven. We scoren wat lager op de corruptie-index, maar de Nederlandse drugsketen kan nooit zo sterk zijn zonder dat grote aantallen douaniers, politieagenten, ambtenaren en havenmedewerkers worden afgekocht. De onderliggende mechanismes en uitdagingen die Mexico heeft, zie ik absoluut terug in Nederland. Die patronen zijn universeel. Dat het daar erger en verder gevorderd is, betekent niet dat wij dus geen probleem hebben. Hoog tijd dat we dat eens onder ogen gaan zien’.

De Brabantse burgermeesters die collectief aan de bel trokken zijn uiteindelijk niet heel ver gekomen in Den Haag.

‘Omdat degenen die in Den Haag over het beleid gaan, de luxe hebben nooit geconfronteerd te worden met de gevolgen van de Nederlandse drugseconomie. Zware verslaving zit achter de rolluiken in appartementjes in Brabantse dorpjes. Op straat wordt nauwelijks gedeald, dat is voor losers en passanten. De gewone gebruiker haalt zijn spul via Telegram. Ondertussen hebben ambtenaren daar te maken met concrete bedreigingen, wordt een gemeentehuis in de fik gestoken en probeert de wietmaffia in de gemeenteraad te infiltreren.

Ik maak me ernstige zorgen over het gebrek aan empathie bij de elite, die zich niet kan voorstellen hoe het is om aan de grond te zitten. Wat geldproblemen doen met een mens. Je zag het bij de toeslagenaffaire, maar ik zie het ook bij het drugsbeleid. De elite neemt een lijntje in het weekend en een pilletje op een festival, want dat moet toch kunnen? Die zien de schade niet die wordt aangericht bij mensen die er niet goed mee om kunnen gaan: verlies aan arbeidstijd, medische kosten, afkickkosten, psychische schade, noem maar op. Een hoop mensen kunnen geen goede verslavingszorg betalen, en als we wat lezen over afkicken dan is het zo’n arrogante, decadente Gordon die in alle bladen leegloopt over zijn luxe afkick-spa in Zuid-Afrika. De cognitieve dissonantie is met geen pen te beschrijven’.

‘Vergis je niet, Nederland is een snoeihard kapitalistisch neoliberaal land. Onmenselijk hard en kil. Dat wordt dan verbloemd met termen zoals “tolerantie” en “gedogen”, maar het is gewoon wegkijken.’

Is de Nederlandse houding ten aanzien van drugs en druggebruik in bredere zin tekenend voor Nederland?

‘Absoluut! Ik kan niet genoeg benadrukken hoe schadelijk die onverschilligheid van de bovenklasse is. Je ziet het ook terug in de energiecrisis. Vergis je niet, Nederland is een snoeihard kapitalistisch neoliberaal land. Onmenselijk hard en kil. Dat wordt dan verbloemd met termen zoals “tolerantie” en “gedogen”, maar het is gewoon wegkijken. Repressieve tolerantie. Mijn boek is wat dat betreft ook een aanklacht tegen Nederland, dus benieuwd of ik nu nog onderzoeksopdrachten van de overheid ga krijgen, haha!’

Hoe komt die repressieve tolerantie dan tot uiting?

‘Er is echt iets mis met een maatschappij die zo hard aan de drugs zit als wij, we zijn compleet genarcotiseerd. En dan praat ik ook over legale drugs als antidepressiva en tranquilizers. Nederland doet mij soms denken aan Brave New World, een verschrikkelijk geïndustrialiseerd landschap met machinale windmolens en betegelde voortuinen. Ingericht op efficiëntie en productie. Elke dag in de file onderweg vanuit je vinexhuis naar je kantoorbaan, en dan in het weekend aan de coke zodat je er weer even tegenaan kunt. Totaal dystopisch! En dat is dan voor de hogere middenklasse, de onderklasse gaat er helemaal aan onderdoor. Zo zie je bijvoorbeeld in de kassen van Westland arbeidsmigranten aan de speed bollen pellen om het werk maar vol te houden. Crystal meth als arbeidsvitamine, dat heb ik in Pakistan en Bangladesh in pilvorm gezien maar het gebeurt dus ook gewoon hier in Nederland. Speed als facilitator van moderne polderslavernij.’

‘Drug van de duivel’ leest als een antikapitalistische en dus linkse aanklacht tegen drugs.

‘Dat werd eens tijd ook. In Nederland wordt kritiek op drugs meteen als “rechts” gezien. Mijn betoog is juist progressief. Volgens mij ontkom je er niet aan om in je kritiek op het kapitalisme ook narcokritisch te zijn. In mijn promotieonderzoek zag ik bijvoorbeeld hoe kartels en drugssyndicaten eigenlijk functioneren als roofkapitalistische ondernemingen, maar nu zie ik steeds meer hoe drugs eigenlijk fungeren als smeerolie van het kapitalistische systeem. Van Kabul tot Amsterdam. Drugs worden gebruikt als pepmiddel voor de werkende onderklasse, zodat er maximaal aan kan worden verdiend. Overtollige mensen die geen functie meer vervullen en in feite alleen maar tot last zijn van het kapitalistische systeem, kun je prima appeasen met drugs en zo valt er alsnog wat aan te verdienen. Voor hen zijn drugs een troost. Een vlucht voor de uitgebuite onderklasse van onbruikbare mensen. Zeker, dit laatste is evidenter op Kensington Avenue (in Philadelphia, waar nu een fentanyl-crisis is, red.), waar rijen jongeren op de stoep liggen om fentanyl te spuiten. Maar opnieuw: dat het bij ons niet duidelijk zichtbaar is, wil niet zeggen dat Nederland ervan gevrijwaard is. Hier gebeurt het als gezegd achter de rolluiken, maar ook onder uitgeprocedeerde asielzoekers die vast zitten in het systeem. Ondertussen weren we daklozen uit het stedelijke straatbeeld, dan hoeven we ook de bijbehorende problematiek niet onder ogen te zien.’

Toch ijvert de linkse elite graag voor legalisering van drugs. Onlangs nog pleitte een hoogleraar psychologie in UvA-tijdschrift Folia voor legalisering van cocaïne, want drank is tenslotte ook een drug en legaal.

‘Ik las het. Een kinderlijk stukje. De elite snuift en de onderklasse gaat eraan onderdoor. De grachtengordel kan het zich veroorloven om te pleiten voor legalisering omdat ze er zelf de last en schade niet van ondervinden. Legaliseren van drugs is een opinion chic, een mening als statussymbool. “Kijk mij eens progressief zijn.” Daarnaast is het ook van een onmetelijke arrogantie, typerende Nederlandse borstklopperij: “Ik kan wel goed met zwaar verslavende drugs omgaan.” Het doet me denken aan hoe de gegoede klasse pleit voor het opnemen van steeds meer asielzoekers terwijl ze zelf in een AZC-vrij postcodegebied woont. Buiten het straatbeeld, buiten het centrum, buiten het zicht. Net als de arbeidsmigranten die aan de speed zitten in distributiecentra om internetaankopen binnen 24 uur te kunnen bezorgen’.

Na een korte stilte: ‘Jeetje, het wordt wel een gezellig interview zo hè?’

‘Psychologen en neurologen waarschuwen ook voor de effecten van cocaïne, crystal meth en XTC. Kort door de bocht: het verneukt je hele gelukscentrum.’

Vertellen dat drugs helemaal geen vrijheid, blijheid en verruiming betekenen is voor progressieven wel een bittere pil.

‘Repressieve tolerantie is de meer cynische verklaring voor de problematiek, maar ik denk dat het ook deels ligt aan de generatie. Veel beleidsmakers en hoge ambtenaren komen zelf uit de jaren zeventig. Toen was wiet nog vrij onschuldig. Ik vermoed dat ze niet beseffen hoe sterk de huidige met THC opgepimpte marihuana is die in elke coffeeshop wordt aangeboden. Of wat voor troep er nu op de digitale markt te koop is. Het “onschuldige jointje” bestaat allang niet meer. In toenemende mate waarschuwen psychologen en neurologen ook voor de effecten van cocaïne, crystal meth en XTC. Kort door de bocht: het verneukt je hele gelukscentrum. Het verstoort het systeem van allerlei neurotransmitters waardoor de balans tussen productie en absorptie van met name dopamine volledig ontregeld wordt. Soms tijdelijk, soms chronisch.

Voor mijn boek keek ik bijvoorbeeld in de gayscene waar dagenlange orgies op crystal meth worden gehouden. Het is de overtreffende trap van genotzucht, alles moet de volgende keer harder en intenser. Ze zijn op zoek naar een escalatie van lust en op een gegeven moment voelen ze niks meer. Ik heb veel gays uit die scene gesproken en het is verschrikkelijk. Volledig uitgeblust en eraan onderdoor gegaan. Als ze willen afkicken mogen ze ook een jaar lang geen seks omdat de neurale banen in hun hersens seks direct associëren met meth. Nu zijn Nederlanders in de regel wat voorzichtiger met crystal meth, maar het is natuurlijk naïef om te denken dat XTC een “veilig” party-alternatief is. Ook dat morrelt keihard aan het gelukssysteem in je brein.’

Nederlanders produceren en exporteren meth vooral, maar u waarschuwt ook gebruikers voor het goedje.

‘De prijs is nu relatief hoog, 60 euro per gram, maar die zal ongetwijfeld gaan zakken. Er is een grote producerende klasse in Nederland met een keiharde zakelijke mentaliteit. Het is heel belangrijk om oog te houden voor de twee potentiële doelgroepen: de onderlaag van verschoppelingen en de hedonistische klasse van partygangers. Dat hedonistische heb ik gezien in de gayscene en je mag hopen dat ze op dit vlak geen trendsetter zijn. Daarnaast zien we ook de onderklasse in Nederland in rap tempo groeien. Er is een zekere mate van verpaupering gaande, en ik hou mijn hart echt vast voor de gevolgen van energiearmoede.

De eerste signalen van een groeiende onderklasse zie je ook in andere West-Europese landen. Zo zag ik in Frankrijk en België uitgeprocedeerde asielzoekers zich verschansen in kleine tentenkampjes onder bruggen. Daar zie je dat drugs als crack en meth niet alleen aantrekkelijk zijn als middel om de realiteit te ontvluchten, maar ook om geld aan te verdienen met dealen. Zeker als het in kleinere, goedkopere gebruikersporties verhandeld gaat worden. In Los Angeles kost een hit vijf dollar, in Kabul zelfs vijftig cent. Nederland denkt natuurlijk bij tentenkampen vol verslaafden aan “Amerikaanse toestanden”, wat “bij ons niet zal gebeuren” omdat we het allemaal zo goed voor elkaar hebben, maar ik maak mij zorgen.’

‘Er zijn wel overheidscampagnes tegen roken en drinken onder de jeugd, en terecht. Maar het is ronduit schandalig dat er nog nooit een anti-drugs campagne is gevoerd.’

Komen die zorgen ook niet deels door bijna vijftien jaar onafgebroken onderzoek naar de globale drugseconomie?

‘Haha, ja misschien ben ik een ontzettende paniekzaaier! Laten we het hopen. Toch zie ik patronen. Neem bijvoorbeeld de gevolgen van “liberaal gedogen”. Kijk, in de Verenigde Staten is de meth-crisis deels te verklaren door de legalisering van wiet. Hierdoor moesten de kartels een ander verdienmodel vinden, en dat vonden ze in de methamfetamineproductie. Daarom is het argument van legaliseren ook zo kortzichtig. Als je morgen bananen verbiedt, dan gaan de kartels in bananen handelen. Als je cocaïne legaliseert, dan versnijden ze het wel met fentanyl zodat er een zeer verslavende supercoke op de markt komt.

Je ziet het nu al gebeuren met flakka. Dat kun je in Nederland gewoon online kopen en elke keer wordt er een atoompje aangepast als er een versie verboden is. Dat is dan officieel een andere en daarom legale substantie, maar de werking is nagenoeg hetzelfde. In België doen ze dat beter met een wet op “generieke stoffen”. Het maakt niet uit welk molecuultje je aanpast, het verbod is op de werkzaamheid van stoffen. Ook zijn de sites waar je het kunt kopen niet toegankelijk in België, anders dan in Nederland. Tuurlijk, je kunt dat met een VPN-verbinding omzeilen, maar er worden in ieder geval barrières vanuit de overheid opgeworpen. Die zie ik niet in Nederland.

Wat ik wel zie, is die naïeve vrijheid-blijheid-houding. In Philadelphia en Los Angeles is er nu een fentanyl- en crystal meth-crisis gaande die deels is ontstaan door het progressief liberale beleid. Drugsdealers en gebruikers mochten niet gecriminaliseerd worden, en dus ook mensen die dealen en stelen niet. Nu is tot 950 dollar stelen geen misdrijf meer maar een overtreding. Ik heb mensen met designer sneakers de deur uit zien lopen. Kleine winkels worden leeggeplunderd en verdwijnen uit het centrum. De winst komt uiteindelijk terecht bij de roofkapitalistische Mexicaanse kartels. Het hangt van incompetentie en hypocrisie aan elkaar, en dat is waar ik een parallel zie met Nederland.’

Qua drugs is er dus vooral sprake van ‘Nederlandse toestanden’.

‘In Nederland vinden ze van niet, maar in de rest van de wereld wel. Als er in Antwerpen weer een golf van drugsgeweld losbarst, spreken ze van “Nederlandse toestanden” die ze er niet willen hebben. Nederland heeft een zelfingenomen superioriteitscomplex, want wij spreken maar wat graag van “Amerikaanse” of “Belgische” toestanden. Alsof wij een uitverkoren volk zijn, moreel zo voortreffelijk dat wij boven de natuurwetten en de toxicologische effecten van drugs verheven zijn. Maar het is niet normaal dat jongeren pillen slikken op feestjes, mensen cocaïne snuiven om het ego op te krikken. Waarom zijn we zo genarcotiseerd? Is het diepe onvrede, doorgedreven hedonisme? Hier denken we nooit over na en we voeren er ook nooit een maatschappelijk debat over. Er zijn wel overheidscampagnes tegen roken en drinken onder de jeugd, en terecht. Maar het is ronduit schandalig dat er nog nooit een anti-drugs campagne is gevoerd. Dat vind ik zo bizar van Nederland. We willen de gevolgen niet zien, we willen het niet weten. Ondertussen kloppen we onszelf op de borst met onze liberaal-progressieve houding ten aanzien van drugs, maar feitelijk zijn we op het gebied van drugs een van de meest bekrompen landen ter wereld.

Heb je hier genoeg aan? Ik moet namelijk weer de straat op, want rond deze tijd worden de junkies onder de snelweg wakker!’

Drug van de duivel: de wereldwijde opmars van crystal meth van Teun Voeten is ongetwijfeld binnen 24 uur te verkrijgen via een op arbeidsvitamine ingepakt pakketje (of met wat meer geduld gesigneerd te bestellen via de website van de auteur: www.teunvoeten.com). 28 september a.s. vindt de Amsterdamse boekpresentatie plaats bij De Nieuwe Anita.