Lodewijk Asscher vindt dat hij als vicepremier veel heeft bereikt in het kabinet. Maar in de peilingen blijft zijn partij hangen op zwaar verlies, en in de televisiedebatten heeft hij het moeilijk. Intussen richt de PvdA-lijsttrekker zich ‘zo stoïcijns mogelijk’ op zijn eigen verhaal. ‘Ik snak ernaar een keer dit land te besturen met gelijkgestemden, en niet met de VVD.’

Net als Lodewijk Asscher het Mercatorplein in Amsterdam-West betreedt en zich bij de knalrode campagnebus van de PvdA laat fotograferen verdwijnt de zon achter de wolken. Zal je altijd zien. Maar de PvdA-leider blijft onverstoorbaar glimlachen en stapt even later de Jan Evertsenstraat in om rode rozen uit te delen aan het winkelend publiek, omstuwd door een tros campagnemedewerkers in rode jasjes. In een buurthuis om de hoek wordt Asscher geestdriftig begroet door een groepje oudere heren in djellaba, terwijl ze druk door elkaar heen praten in Berbers en Nederlands. De lijsttrekker geniet er zichtbaar van: als wethouder van Amsterdam kwam hij vaak in deze volkswijk, ooit een rood bastion.

Na een half uurtje is het bezoek alweer voorbij en zoeft Asscher in de dienstauto naar het Transformatorhuis op het nabijgelegen Westergasfabriekterrein. Daar wordt hij verwacht als één van de sprekers op de openingsmanifestatie van ‘Wij zijn Nederland’, een platform van betrokken burgers uit de culturele wereld die ‘genoeg hebben van het geschreeuw’. Bij de deur van het oude industriële gebouw deelt oud-PvdA-minister Ella Vogelaar flyers uit. Terwijl een Amsterdamse rapper begeleid door dreunde bassen een nummer over Nelson Mandela ten gehore brengt (‘Yo, I am Nelson’), staat Asscher in de menigte licht nerveus zijn speech door te nemen op een blaadje papier. Eenmaal op het podium zegt hij: ‘Waar ik van droom is dat wat hier gebeurt op een dag niet meer gezien wordt als een tegengeluid. Maar vandaag is het wél nodig. Het is tijd om te laten zien dat het stille, grijze midden niet meer stil is. Dit is wat ik geloof: dat de meeste Nederlanders mét elkaar in vrijheid willen leven. Dát is vaderlandsliefde.’ En tot besluit: ‘Er is één toekomst, één boodschap, één weg: wíj zíjn Néderland! Dank jullie wel!’ Terwijl het applaus opklatert is Asscher alweer met een glimlach op weg naar buiten.

Bij het verkiezingsdebat in Carré de volgende avond heeft de PvdA-leider het een stuk lastiger. Dit moet een doorbraak in de campagne worden zoals die van Diederik Samsom bij de vorige verkiezingen: na zijn opvallende optreden in één de televisiedebatten in 2012 steeg de PvdA snel in de peilingen. Maar als Asscher door interviewer Diana Matroos vinnig wordt ondervraagd – was het wel een goed idee Samsom als partijleider weg te sturen? Waar is het Asscher-effect? – laat hij zich voortdurend onderbreken, beleefd als hij is. Na afloop, terwijl de andere lijsttrekkers en hun campagneteams in opgewekte stemming met elkaar napraten, verlaat Asscher met zijn medewerkers snel het pand. Hun bewolkte gezichten spreken boekdelen: dit was niet de game changer waarop ze zo vurig hadden gehoopt.

Na afloop, terwijl de andere lijsttrekkers en hun campagneteams in opgewekte stemming met elkaar napraten, verlaat Asscher met zijn medewerkers snel het pand.Een dag later in een Amsterdams grand café zegt Asscher dat hij niet ontevreden was over wat hij wél heeft kunnen zeggen. ‘Maar ik vind het format van zulke debatten wel frustrerend. Het lijkt meer om entertainment te gaan dan om politiek. Ik had het leuk gevonden met Rutte te debatteren, maar dat kon niet: met wie je debatteert wordt door loting bepaald. En bij onderwerpen die niet aan je zijn toegewezen krijg je maar dertig seconden om op anderen te reageren. De kijkers snappen daar niks van, en volgens mij vinden ze het irritant: die willen het antwoord óók wel een keer horen. Zeker nu zoveel mensen nog niet weten wat ze moeten stemmen.’

‘Er is één toekomst, één boodschap, één weg: wíj zíjn Néderland! Dank jullie wel!’ Foto: Joppe Put

Volgens een eerste peiling van RTL was Jesse Klaver de ‘winnaar’ van het debat, en bungelde u onderaan.
‘Tja, de peilingspecialisten vonden dat die peiling aan alle kanten rammelde. So be it, ik heb geen tijd daar lang bij stil te staan. Ik richt me zo stoïcijns mogelijk op mijn eigen verhaal. Ik wil laten zien dat ik als vicepremier goed en betrouwbaar mijn werk heb gedaan, en vertellen hoe ik vind dat het verder moet met Nederland. Ik ben ervan overtuigd dat daar behoefte aan is. Vorige week was ik vierentwintig uur in het dorpje Westerbroek in Groningen, waar ik afgelopen jaar heb geholpen te voorkomen dat het schooltje zou worden gesloten. Daar merkte ik dat mensen snákken naar een serieus gesprek. Er wordt in de politiek veel gepraat over de woedende kiezer die niet wordt gehoord, maar er is een veel grotere groep kiezers die helemaal niet boos zijn, maar misschien wel ongerust. Die gewone mensen worden nu vergeten in het mediageweld. Dáár moeten we ons op richten.’

De vraag is of u nog de tijd hebt die gewone kiezers voor u te winnen: de verkiezingen komen snel dichterbij.
‘Het ziet ernaar uit dat veel mensen hun keuze zo lang mogelijk gaan uitstellen. De laatste 48 uur worden bepalend.’

Welke politici praten de boze kiezer het meest naar de mond?
‘Wilders is een evident voorbeeld, en Henk Krol. Wat hij doet is beledigend voor ouderen: hij doet het voorkomen alsof ze alleen maar met hun poen bezig zijn, en het prima vinden dat hij desnoods met de PVV gaat regeren. Ik kom zelf ook wel eens boze kiezers tegen, maar de meeste mensen die ik spreek zijn zoals ikzelf: een mengeling van zorgen en optimisme. In het Noordelijke Lijsttrekkersdebat in Groningen kregen we de stelling “De woedende kiezer heeft gelijk”. Ik heb als één van de weinigen tegen gestemd. Als je daarin meegaat is er maar één mogelijkheid: dan kan je alleen maar doen alsof je nóg bozer bent. Ik geloof daar niet in. Als je serieus in gesprek gaat, kom je erop uit dat we in een land leven waar heel veel goed gaat, maar waar het niet vanzelfsprekend is dat het zo blijft. Daar moeten we heel zorgvuldig aan werken. Als ik de afgelopen jaren iets heb geleerd, is het dat er geen eenvoudige oplossingen zijn. Regeren is vaak: twee stappen vooruit, een stap achteruit. Dat kan niet anders in een coalitieland als Nederland: we móeten tot compromissen bereid zijn. Maar daar is in de huidige mediacultuur weinig ruimte voor.’

Wordt u er depressief van als Maurice de Hond laat weten dat de PvdA gezakt is van 12 naar 10 zetels in zijn peilingen?
‘Dat vind ik niet leuk. Ik doe dit werk omdat ik erin geloof. Dan is het fijn als je ook gesteund wordt.’

Hoe komt het dat de PvdA zo ver is weggezakt?
‘Dat moet je aan Maurice de Hond vragen. Het is er in ieder geval een teken van dat veel mensen nog steeds de kat uit de boom kijken. Verontrustend vind ik vooral dat de linkse partijen gezamenlijk kleiner zijn dan ooit.’

Tegen alle verwachtingen in is dit kabinet erin geslaagd de rit uit te zitten en ook nog vrijwel het gehele regeerakkoord uit te voeren. De economie trekt aan, de werkloosheid daalt snel. In andere tijden was dat een ticket geweest voor een klinkende verkiezingsoverwinning. Waarom krijgt juist de PvdA daar zo weinig waardering voor?
‘We hebben ook nog te maken gekregen met onverwachte gebeurtenissen, zoals de ramp met de MH17, het terrorisme in Europa en de vluchtelingenstroom uit Syrië. We zijn daar goed doorheen gekomen, Nederland staat er veel beter voor dan in 2012 toen we begonnen. Maar de PvdA én de VVD staan laag in de peilingen.’

‘We zijn onvoldoende in staat geweest uit te leggen wat regeren betekent.’ Foto: Joppe Put

De PvdA nog veel lager dan de VVD. Waar ligt dat aan?
‘We zijn onvoldoende in staat geweest uit te leggen wat regeren betekent: dat je niet alles kunt waarmaken wat je wil, dat je compromissen moet sluiten.’

Dat heeft de PvdA toch juist wél gedaan? Diederik Samsom heeft in 2012 de verkiezingen gewonnen met zijn ‘eerlijke verhaal’: de boodschap dat hij juist géén loze beloftes wilde doen.
‘Mensen hadden toch hoge verwachtingen van ons. Daar komt bij dat de eerste twee jaar van het kabinet door de bezuinigingen heel zwaar zijn geweest voor de kiezers. Dat zijn ze niet vergeten.’

De kiezers zijn dus boos over het verbreken van beloften die de PvdA níet heeft gedaan. Hoe logisch is dat?
‘We hebben de politiek teveel als een aparte werkelijkheid gezien. We hebben gedacht: als we verstandige beslissingen nemen zal de kiezer dat op den duur begrijpen. Maar zo is het in de samenleving niet ervaren. We hebben niet met genoeg trots uitgedragen wat we wél hebben bereikt. En er is al jaren een groeiende onzekerheid in de samenleving: hou ik mijn baan wel? Is mijn pensioen veilig? Hoe zullen mijn kinderen het straks hebben? We hebben de afgelopen jaren het beleid naar links getrokken, maar we hebben toch veel kiezers teleurgesteld. Daarom moeten we nu zuurstof geven aan het optimisme. Dat doen we nu ook als PvdA, bijvoorbeeld met het plan miljarden te investeren in banen en in onderwijs.’

We hebben niet met genoeg trots uitgedragen wat we wél hebben bereikt.Maar als u zulke maatregelen bekendmaakt, wordt meteen geroepen: daar komt Asscher nu mee, waarom heeft-ie dat niet veel eerder gedaan?
‘Nou, omdat dat in de financiële crisis niet kón. Daarom reageer ik ook zo fel op Sybrand Buma, die nu met zulke verwijten komt. Van de kiezer kan ik dat heel goed begrijpen, maar van Buma vind ik het hypocriet. Het CDA heeft na de samenwerking met de PVV een grote chaos achtergelaten. Maar de afgelopen periode stonden ze aan de kant zonder een poot uit te steken. En dan nú gaan roepen dat wij het allemaal anders hadden moeten doen.’

Buma spreekt nu over herstel van normen en waarden, na de kaalslag van dit kabinet.
‘Ik vind het bizar dat Buma de morele revolutie predikt terwijl hij zelf een groot voorstander was van samenwerking met de PVV tijdens de vorige kabinetsperiode. Dat kabinet is niet gevallen om principiële redenen – dat was tenminste nog íets geweest – maar omdat Wilders zelf wegliep. De verhalen die Buma nu vertelt over de joods-christelijke traditie, over gezonde vaderlandsliefde en het zingen van het Wilhelmus, zijn nostalgie. Het moet niet om heimwee gaan, maar om de toekomst.’

Ik vind het bizar dat Buma de morele revolutie predikt terwijl hij zelf een groot voorstander was van samenwerking met de PVV.Raken die morele verwijten van Buma u extra omdat u zelf als politicus graag een beroep doet op de moraal?
‘Ik vind het een belangrijke taak van politieke leiders om voorop te gaan. Je politieke handelen moet moreel geladen zijn. Daar zouden Buma en ik elkaar in moeten kunnen vinden, maar dat lukt niet als hij met zulke gratuite kritiek aan komt zetten.’

Buma pleit voor ‘gezonde vaderlandsliefde’, u voor ‘progressief patriottisme’. Daar moeten raakvlakken zijn. Wat gaat er dan mis?
‘Buma is niet oprecht bezig. Dat is het probleem.’

U heeft hem een opening geboden door uw voorkeur uit te spreken voor een centrum-links kabinet, dus mét het CDA. Buma veegde dat meteen van tafel.
‘Dat was ouderwetse campagnepraat van hem. Mijn overtuiging is dat de mensen klaar zijn met het neoliberale denken. Mijn idee is dat we in deze tijd met het CDA een andere koers in kunnen zetten. Samenwerken op basis van gemeenschapswaarden past in deze tijd. Daar zou het CDA bereid toe moeten zijn. Een alternatief vormgeven kan je niet in je eentje.’

Maar Buma zegt heel hard nee. Dat kan bij de formatie tot een hopeloze impasse leiden.
‘Ik weet niet of dat zo is. Dat hangt van de verkiezingsuitslag af. We hebben de afgelopen jaren binnen de coalitie zó veel gevechten moeten leveren over dingen die normaal zouden moeten zijn dat ik liever niet verder wil met de VVD.’

Leg dat eens uit. Tot nu toe kregen we altijd te horen dat de verhoudingen in het kabinet zo collegiaal waren en dat u zo’n goede relatie met Rutte had.
‘Het wás ook heel collegiaal. Mark Rutte en ik hebben veel respect voor elkaar. Het was goed voor het land dat we in 2012 als de twee grootste partijen middenin de crisis zijn gaan regeren. Maar onze politieke opvattingen zijn totaal verschillend.’

Welke moeizame gevechten heeft u dan geleverd in de coalitie?
‘Kijk naar het Sociaal Akkoord dat we hebben gesloten met de werkgevers en de werknemers. De VVD baalde er enorm van dat dat akkoord er überhaupt kwam. Maar wij wilden moderne slavernij en uitbuiting op de arbeidsmarkt bestrijden. Dat was een gevecht. En we hebben op allerlei terreinen – de belastingen, de toeslagen – een rechtvaardige inkomensverdeling doorgevoerd. Dat ging ook niet vanzelf. Ik snak ernaar een keer dit land te besturen met gelijkgestemden, en niet met de VVD. Dat kan overigens andersom ook gelden hoor: misschien willen ze bij de VVD heel graag af van Lodewijk Asscher, die linkse rakker.’

Ik snak ernaar een keer dit land te besturen met gelijkgestemden, en niet met de VVD.Als u vindt dat u zo veel bereikt hebt in het kabinet, waarom heeft u dat dan niet de inzet van de campagne gemaakt? Nu begint u alleen over wat er allemaal ánders moet.
‘Campagnes moeten niet gaan over wat er gebeurd is, maar over de toekomst. De VVD en de PvdA zijn geen fusiepartij. We moeten nu verder.’

Dus zet u dit kabinet over boord. Dat is een lastige boodschap voor een vicepremier.
‘Nee, ik gooi het niet weg. Dit zijn alleen nieuwe verkiezingen, in een tijd die om andere antwoorden vraagt.’

Maar u sluit de VVD ook niet uit, zoals de SP wél doet.
‘Ik sluit de VVD niet op voorhand uit omdat ik vind dat je in de Nederlandse politiek niet te beroerd moet zijn om samen te werken.’

Waarom wilt u dan liever verder met Buma, behalve omdat u raakvlakken ziet op het gebied van de normen en waarden en het gemeenschapsdenken?
‘Omdat het CDA op het terrein van de arbeidsmarkt minder liberaal is dan de VVD. Buma steunt bijvoorbeeld mijn voorstel om de arbeidsmigratie uit Oost-Europa te begrenzen.’

Maar verder is Buma knoertrechts. De duurzaamheidsplannen van GroenLinks en de PvdA vindt hij ‘linkse dagdromen’. En Buma suggereert voortdurend dat moslims zich maar moeten aanpassen aan onze superieure joods-christelijke cultuur.
‘Samenwerken met het CDA zal niet makkelijk zijn, maar wel makkelijker dan met de VVD.’

We hebben de afgelopen jaren binnen de coalitie zó veel gevechten moeten leveren over dingen die normaal zouden moeten zijn, dat ik liever niet verder wil met de VVD.’ Foto: Joppe Put

U wilde een links pact met GroenLinks en de SP, maar dat is er niet gekomen. Wat is er misgegaan?
‘Er is niet veel misgegaan. We werken in veel opzichten samen, bijvoorbeeld met de SP over de plannen voor de arbeidsmarkt, waar we flexibilisering willen tegengaan.’

Dat is maar één onderwerp. Ging het mis toen de SP het Nationaal Zorgfonds een breekpunt noemde?
‘Daar waren we het niet helemaal over eens. Ik heb veel met Emile Roemer gepraat en ook met Jesse Klaver. Ik had het mooi gevonden als ik een echt stembusakkoord met ze had kunnen sluiten. Maar als je door je oogharen kijkt kun je al gezamenlijke elementen zien voor een nieuw regeerakkoord, zoals meer zekerheid op de arbeidsmarkt en meer samenwerking en minder marktwerking in de zorg.’

Ik heb veel met Emile Roemer gepraat en ook met Jesse Klaver. Ik had het mooi gevonden als ik een echt stembusakkoord met ze had kunnen sluiten.U pleit de laatste maanden voor ‘progressief patriottisme’. Wat bedoelt u daarmee?
‘Ik heb al jaren goed contact met Britse sociaaldemocratische denkers als David Goodhart en Maurice Glasman. Zij hebben al vroeg gewezen op de grote behoefte die mensen hebben aan eigenheid, aan gemeenschap, aan trots kunnen zijn op wie je bent en waar je vandaan komt. Zulke gevoelens zijn te belangrijk om aan rechts over te laten. Het past ook heel goed bij links om trots te zijn op oer-Nederlandse bedrijven als de KLM, op de verzorgingsstaat, op de vrijheid, op gelijke rechten voor homo’s die in Nederland hand in hand over straat kunnen lopen. Als mensen zich steeds onzekerder voelen door wat er in de wereld gebeurt, zoals de laatste jaren, wordt de behoefte aan zulke gezamenlijke symbolen steeds groter. Dat sentiment kan makkelijk omslaan in het: “Nederland is van ons” van Wilders, maar je kunt het ook op een progressieve manier vormgeven, als bindende kracht, gericht op de toekomst.’

Is de PvdA teveel de partij van de kosmopolieten geweest?
‘Het is een slingerbeweging. In de jaren negentig is de PvdA teveel de kant van het kosmopolitisme op gegaan, maar Wouter Bos heeft al een jaar of tien geleden gezien dat de samenleving veranderde, en dat we meer oog moesten hebben voor de andere kant: voor de groeiende onzekerheid en de behoefte van mensen aan vaste grond onder de voeten. Dat gevoel moeten we erkennen en de ruimte geven, maar wel op een constructieve manier. Dat noem ik progressief patriottisme.’

Uw zusterpartijen hebben het bijna overal in Europa moeilijk. Waar liggen de kansen voor de sociaaldemocratie?
‘Nou, in Duitsland schiet de SPD met Martin Schulz als lijsttrekker onverwacht omhoog in de peilingen. Dat is hoopgevend. Hij neemt afstand van de Agenda 2010 van Gerhard Schröder, die ervoor heeft gezorgd dat er in Duitsland een leger van werkende armen is ontstaan. Overal in Europa is de ongelijkheid op de arbeidsmarkt gegroeid. Elke fotograaf die ik tegenkom is niet verzekerd, omdat ze als zzp’ers de premie niet kunnen betalen. Ik vind dat onacceptabel, in een land waar we de lasten samen willen dragen. Het tegengaan van de flexibilisering moet voor sociaaldemocratische partijen een speerpunt zijn. En we moeten eraan werken dat in de zorg niet de efficiency en de competitie tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen voorop staan, zoals nu veel te veel het geval is, maar samenwerking tussen huisartsen, ziekenhuizen en verzekeraars. Ook in de zorg moet het gaan om waarden die in wezen sociaaldemocratisch zijn: solidariteit, zorg voor elkaar. In al die ontwikkelingen kunnen de sociaaldemocratische partijen een leidende rol spelen. Juist in een samenleving die steeds meer dreigt te fragmenteren is de sociaaldemocratie noodzakelijker dan nooit.’

U wil graag een verbindende rol spelen, maar wat komt daar straks nog van terecht als uw hoger opgeleide kiezers weglopen naar GroenLinks en D66, de blanke lager opgeleiden naar de SP en de PVV, de ouderen naar 50Plus en de kiezers met een migrantenachtergrond naar DENK?
‘Als die ontwikkeling doorgaat hebben we straks 17 miljoen politieke partijen: voor iedereen één. Des te belangrijker is het dan dat er ten minste één partij is die mensen samenbrengt.’

‘De verzorgingsstaat, waar immigranten aanspraak op kunnen maken, kán niet zonder begrenzing.’ Foto: Joppe Put

Dat klinkt mooi, maar vanwege het harde integratiebeleid waar u de boze burger mee wilde paaien zijn Kuzu en Öztürk uit de PvdA vertrokken, mét hun Turks-Nederlandse kiezers.
‘Het is spijtig dat Kuzu en Öztürk zich niet in mijn plannen konden vinden, maar mijn integratiebeleid was geen strategische keuze. In een samenleving met zo veel verschillende culturen heb je duidelijke spelregels nodig. Als dat als “hard” wordt opgevat, zegt dat meer over de verwaarlozing van dat onderwerp in het verleden dan over mijn beleid. Ik zie het als mijn opdracht de samenleving in te richten in het belang van een íeder. En daar horen duidelijke regels voor nieuwkomers bij.’

Bij het verkiezingsdebat van RTL stemde u tegen de stelling: “We moeten in Nederland meer vluchtelingen opnemen”. Wat zagen we daar gebeuren? Asscher op de Wilders-tour?
‘Nee, dat deed ik niet om electorale redenen. Het wantrouwen in de politiek neemt alleen maar toe als politici blijven zeggen dat het aantal vluchtelingen dat we opnemen onbegrensd is. De verzorgingsstaat, waar immigranten aanspraak op kunnen maken, kán niet zonder begrenzing.’

De vraag was niet of er meer migranten moeten worden toegelaten, maar meer vlúchtelingen. Volgens internationale verdragen móeten we mensen opvangen die op de vlucht zijn voor oorlog of vervolging. Erg principieel is het niet om dan te roepen dat er niet meer vluchtelingen bij mogen.
‘Die verplichting hebben we inderdaad: voor opvang te zorgen. Ik vind het ook helemaal niet nodig het Vluchtelingenverdrag op te zeggen. Maar dat betekent niet dat iedere vluchteling aanspraak moet kunnen maken op het burgerschap in Nederland. Die begripsverwarring grijpt mensen naar de keel. We doen nu al meer dan we volgens de verdragen moeten doen. Volgens de Europese regels kunnen we veel meer asielzoekers terugsturen naar het land waar ze de EU binnen zijn gekomen dan nu het geval is. Eerst zullen we de vluchtelingen ook eerlijker over de Europese lidstaten moeten verdelen. Het punt is: we móeten grenzen stellen. Als de linkse partijen dat niet inzien, wordt de maatschappelijke onvrede alleen maar groter.’

Stel dat de PvdA bij de verkiezingen maar twaalf zetels krijgt, zoals de peilingen maandenlang hebben laten zien: gooit u dan de handdoek in de ring?
‘Nee, ik ga sowieso door, ook met twaalf zetels.’

‘Als je solidariteit en gemeenschapszin voorop stelt, kan je een geweldig akkoord voor elkaar krijgen.’ Foto: Joppe Put

Twaalf zetels betekent: zesentwintig zetels minder, de grootste nederlaag van de PvdA in de geschiedenis. Zelfs groter dan die van Ad Melkert in 2002. En u wilt aanblijven?
‘Ja. Bedenk goed: in dit politieke landschap kunnen we als we halveren nog de tweede partij van het land worden.’

En u wilt het liefst blijven regeren?
‘Ik zou het raar vinden dat uit te sluiten. Het hangt helemaal af van de verkiezingsuitslag en de afspraken die we daarna kunnen maken. Maar het hoeft helemaal geen hopeloze formatie te worden. Als je een coalitie probeert te sluiten met de PVV, DENK, 50Plus en de Partij voor de Dieren wordt het helemaal niets. Onze opdracht in de politiek is niet alleen maar voor onze eigen groep op te komen en elkaar te bestrijden, maar samen te werken aan een samenleving die iederéén de beste kansen biedt. Ik ben ervan overtuigd dat we een antwoord op de vragen van deze tijd kunnen formuleren waar veel partijen zich achter kunnen scharen. Als je solidariteit en gemeenschapszin voorop stelt, kan je een geweldig akkoord voor elkaar krijgen.’

Als dat niet lukt en u belandt in de oppositie, blijft u dan ook aan als partijleider?
‘Ja.’

Er zijn mensen die zeggen: Asscher is eigenlijk bezig met een campagne om weer vicepremier te worden, hij wil het land blijven besturen en helemáál niet in de oppositie.
‘Ik ben mijn carrière begonnen in de Amsterdamse gemeenteraad. Als bestuurder heb ik altijd geprobeerd activistisch te blijven. Ik zit er niet voor mijn lol. Ik wil mijn talenten inzetten voor iets dat groter is dan ikzelf. Als we veel zetels kwijtraken is het extra hard nodig een beweging op gang te brengen tegen de xenofobie en het zondebok-denken. Die beweging wil ik aanvoeren. Dat kan ook heel goed vanuit de oppositie, als het nodig is. Ik blijf hoe dan ook de partij leiden.’

In Trouw heeft u zichzelf vergeleken met Mozes.
Grinnikend: ‘Ja, dat was misschien een beetje gewaagd.’

Mozes zwierf veertig jaar door de woestijn. Hoe lang bent u straks met uw volk onderweg?
‘Als we het héél goed doen komen we er misschien wel achter dat we al met z’n allen in het Beloofde Land leven.’

We hebben alle interviews voor de serie ‘Kopstukken van 15 maart’ verzameld in het gratis ebook ‘Dan stemmen ze maar op mij’. Download het hier.