Het is niet altijd even duidelijk wanneer zich wat afspeelt in de essayistische beschouwingen in Weerstand tegen de wanhoop, maar zeker is dat Koen Schouwenburg (1986) om en nabij 2008 een brallerige bal was, een luidruchtige jongen met branie, een hockeykakker, vele biertjes drinkend, meegaand in het maken van foute grappen, dwangmatig lollig doend. Uit de films en series die hij zag (Friends) begreep hij dat het hebben van gevoelens toch vooral iets voor vrouwen was.
Vele jaren xxx Schouwenburg een beetje xxxxxxxx in de bijstand. Hij studeert xxx xxxxx xxx xxxx xxxxxxxx maakt xxx een grap door te xxxxxx dat hij xxxxxxxxx met een zeker xxxxxxx klagend xxxx xxx xxxxx ging. xxxxxxxxxxx was xxx xxxxxx met paniekaanvallen, xxx xxxx xxxxxxxx solide in xxx leven xxxxxx Dat xxxxxxxxxxx hij door te xxxxxx xxx hij in zijn ‘nihilistische periode’ xxx en xxx zwaar xx de hand xxxx xxxx eerste ‘geestelijke xxxxxx kreeg hij in 2009. Na het xxxxxxxxx xxxxx bier xxxxxxx xx zoveelste voetbalwedstrijd xx de televisie xxxxx xxx de volgende dag met xxx xxxxx gretig naar xx xxxxxxxxxxxxxx xxxxxxx xx zijn xxxxxxxxxxx xxx had E.M. xxxxxx xxxxxxx xx diens zwartgalligheid xxxxxxx hem door xx dagen: xxxxxxxxx xxxx ik xxxx xxxxxxxxx xxxxxx kopje koffie xx xxx xxxxxxxxx xxx xxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxx xxxxxxxxxx xxxx xxxx xxxxx xx xxx xxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxx xxxx xxxxxx xxx xxxxxxxxxxxxx xxx xxxx xxxx xxxx xxxxxx xxxxxxxxxxxx xxx xxxxxxxxx
Help ons de grenzen van de vrijheid bewaken.