Als er iets terugkeert in het werk van Maartje Wortel dan is het een besef van vergeefsheid. Voor veel van haar personages heeft het geen zin om het heft in handen te nemen, de loop der dingen gaat toch zijn eigen gang. Het staat er letterlijk in de verhalenbundel Er moet iets gebeuren: een vader zegt na de zelfmoord van zijn zoon: ‘de dingen lopen zoals ze lopen.’ In een ander verhaal zegt iemand ‘Je kunt er niets aan doen. Jij en ik niet. Niemand niet.’ Dit berustende fatalisme komt ook terug in haar nieuwe roman Camping wanneer iemand een bedrijfje is begonnen en een tijdje denkt dat het wel gaat lukken: ‘het ging een tijdje goed, zoals veel dingen een tijdje goed gaan. Tot ze niet meer goed gaan.’ Het is alsof bij Wortel het leven apart een eigen leven leidt en dat haar personages erachteraan lopen: ‘Er veranderde helemaal nooit wat, tot er iets veranderde.’ Alsof dat ‘iets’ helemaal zelfstandig te werk gaat.
Carel Peeters' Literaire Kroniek
Literaire Kroniek: Je kunt er niets aan doen
Op de camping in Maartje Wortels gelijknamige roman komen mensen van verschillende pluimage terecht, overspeligen, geliefden, vluchtingen, criminelen, zelfs een getraumatiseerde marinier. Ze geven een kijkje in het huidige bestaan, waarin alles té is: niets meer binnen de perken.