Zodra hij iemand ‘met hoge ademhaling’ een gloedvol pleidooi hoort afsteken, gaat door filosoof Coen Simon dezelfde huivering als wanneer iemand met een nagel over een schoolbord krast. Een ‘gloedvol betoog’ is dus een gevoelige aangelegenheid. Dat zal het natuurlijk niet voor iedereen zijn. Menigeen zal met belangstelling luisteren naar een enthousiast betoog, zo vaak doet zich dat niet voor.

Men spits eerder zijn oren, dan dat men er bang voor is. Maar geen gespitste oren voor Simon, aangezien hij overgevoelig is voor ‘te overhaaste bevlogenheid’ en voor ‘geestdrift waarvan ik de oprechtheid betwijfelde.’

In het jaar van de oliecrisis in 1973 hield Roel van Duijn tijdens een in de haast belegde persconferentie een gloedvol betoog voor windenergie. Bij het huis van Chris Westra in Sloterdijk plantten studenten in dat jaar de eerste geïmproviseerde windturbine. Het duurde nog jaren voor windenergie via voortschrijdend inzicht echt ‘ingedaald’ was, maar het was er en ging niet meer weg. Het was geen geval van overhaaste bevlogenheid, maar een vooruitziende blik van Roel van Duijn, die toen in Amsterdam gemeenteraadslid voor de Kabouterpartij was.

sprookjes

Was Coen Simon bij die persconferentie geweest, dan had hij sceptisch zitten luisteren naar een betoog over accu’s die door wind werden opgeladen en lampen konden laten branden. Het moest niet gekker worden. Hij zou er wel een essay over schrijven waarin hij duidelijk zou maken dat dit soort overspannen utopisme alleen maar bedoeld was om de existentiële leegte op te vullen in een samenleving die nergens meer in geloofde behalve in sprookjes waarin kabouters met ijzerdraad en wind accu’s aan de praat kregen.

Precies zo reageert Coen Simon nu in zijn Pleidooi tegen enthousiasme op de toespraak van de jonge klimaatactiviste Greta Thunberg vorig jaar bij de Verenigde Naties. Daarin hield ze de leden voor dat ze jarenlang wetenschappelijke bewijzen over de opwarming van de aarde hadden genegeerd en dus geen passende maatregelen hadden genomen om de uitstoot van kwalijke gassen tegen te gaan. Nu de toestand penibel aan het worden was, applaudisseerden ze hartelijk voor haar.

Het was geen toespraak zoals ze normaal in de Verenigde Naties worden gehouden (‘How dare you continue to look away’), maar er moesten dan ook nog wat leden uit hun slaap gewekt worden. Ze hadden al sinds het rapport Grenzen aan de groei uit 1972 van de Club van Rome wakker kunnen zijn.

Beter naar karl popper luisteren

Simon houdt Thunberg voor dat ze niet zo met de wetenschap had mogen schermen aangezien diezelfde wetenschap heeft geleerd dat ze niet stilstaat en toekomstscenario’s onderweg kunnen veranderen. Ik geloof niet dat Thunberg zo naïef is dat ze een onveranderde waarheid claimt. Ze had het over een stand van zaken die altijd bijgesteld kan worden.

Wij leven in nihilistische tijden waarin ‘oplossers’ als Greta Thunberg de stuurloze invullers zijn van de existentiële leegte.

Maar van Simon had zij beter naar Karl Popper kunnen luisteren en zijn methode van de kleine stapjes moeten overnemen: piecemeal engineering. Nu zou het alleen maar ‘stuurloos enthousiasme’ zijn dat ze uitstraalt en opwekt: ‘Ze zouden níet haar idealisme kritiekloos viraal moeten laten gaan.’

Simons bezwaren tegen het ‘idealisme’ van Thunberg zijn een onderdeel van een essayistisch-filosofische analyse van de toestand van deze tijd die er niet om liegt. Wij leven in nihilistische tijden waarin ‘oplossers’ als Greta Thunberg de stuurloze invullers zijn van de existentiële leegte die we hebben laten ontstaan door god dood te verklaren. We kijken het nihilisme nu ‘recht in de ogen.’

‘Voor het eerst in de geschiedenis heeft het nihilisme echt wortel geschoten,’ schrijft Simon. Dat komt door de versplintering van de autoriteit: iedereen is zijn eigen autoriteit geworden. Er is geen gemeenschappelijke voorstelling van de wereld meer. Iedereen denkt anders over de zorg, het onderwijs, de veiligheid, de economie en het klimaat.

Alles en iedereen is zijn gezag kwijt: er is sprake van een ‘autoriteitscrisis.’ Niets is nog betrouwbaar: de wetenschap niet, de democratie niet, de journalistiek niet, de overheid niet, sporters niet, het nieuws niet, en foto’s worden geshopt. De werkelijkheid wordt gemanipuleerd door influencers, algoritmes, ouders, data en media. De waarheid is een ‘constructie.’ Feit en fictie zijn op grote schaal aan het vervagen. Blijft over het eenzame zelf in zijn eigen bubbel.

sociaal-wetenschappelijke clichés

Deze alinea is een opeenstapeling van aan Simon ontleende hedendaagse sociaal-wetenschappelijke clichés. Alles wat is genoemd is tot op zekere hoogte waar. De ‘autoriteit’ is niet vanzelfsprekend meer (gelukkig maar), maar hij is er nog wel. Aan alles kleeft een probleem, maar de wereld is in de kern niet ‘stuurloos’ zoals Simon beweert. Ook is er in de verste verte geen sprake van ‘nihilisme’ dat ons recht in de ogen zou kijken, ook al zijn er rappers die dat leuk zouden vinden.

Simon wil dat men ziet hoe de werkelijkheid echt in elkaar steekt, niet gekleurd door idealistische of activistische dromerijen.

Lees ookWe hebben ons aardig in de nesten gewerkt, volgens Yuval Noah Harari28 augustus 2018

En ‘versplintering’? Zolang in Nederland elke avond zo’n vijf miljoen mensen naar een beperkt aantal dezelfde programma’s kijken wordt er nog nooit in de geschiedenis zoveel gemeenschappelijks gedaan. Het is alsof ze elke avond naar een beperkt aantal seculiere kerkdiensten kijken. Die mensen zijn op een of andere manier met elkaar ‘verbonden.’ Wat niet wegneemt dat het leven desondanks een wankel evenwicht is. Maar de gretigheid waarmee men boeken als die van Yuval Noah Harari (Sapiens, Homo Deus, 21 lessen voor de 21e eeuw) wil lezen duidt op een behoefte aan overkoepelende inzichten naast de individuele, versplinterde kijk op de werkelijkheid.

overgevoeligheid voor enthousiasme

Coen Simons overgevoeligheid als het gaat om ‘enthousiasme’ heeft te maken met zijn behoefte aan realisme. Hij wil dat men ziet hoe de werkelijkheid echt in elkaar steekt, niet gekleurd door idealistische of activistische dromerijen. Er is volgens Simon sprake van een controle-paradox: een kloof tussen onze kennis van de werkelijkheid en de mogelijkheden er controle over te hebben: ‘we overzien alles, maar hebben vrijwel niets in de hand.’

Uit zijn over het geheel genomen nogal warrige analyse wordt wel duidelijk dat Simon zich afsluit voor een flink deel van de werkelijkheid.

Het idealisme en engagement van Thunberg en al die andere activisten die de vinger aan de pols van talloze hedendaagse misstanden hebben (van Peter Singer tot Naomi Klein, van George Monbiot tot Ai Weiwei) noemt hij ‘krachteloos.’ Vele kunstenaars maken zich ook druk: ‘Maar zijn deze bewogen artiesten ook in staat om daadwerkelijk de bestaande orde omver te werpen?’

Uit zijn over het geheel genomen nogal warrige analyse wordt wel duidelijk dat Simon zich afsluit voor een flink deel van de werkelijkheid: het is hem ontgaan dat het ‘engagement’ van de burger al lang geen uitzondering meer is. In de gedaante van ‘activisme’ is het een dagelijks gegeven geworden. Door de zinvolle individualisering en ‘versplintering’ van de werkelijkheid en het gezag is de werkelijkheid veel ingewikkelder is geworden.

Daardoor doen zich op grotere schaal onrechtvaardigheden, ongelukken en misstanden voor. Dat is de prijs voor grotere zelfstandigheid. Burgers komen tegen die ongelukken en misstanden in opstand omdat het ‘gezag’ het niet meer lukt alles goed in de hand te houden.

Zie de wildgroei van de ‘toelagen’ voor mensen die het niet breed hebben. Activisme is ook nodig omdat de overheden en burgers niet meer op kunnen tegen grote, zich over de hele planeet uitspreidende bedrijven die de wereld lijken te willen overnemen. Dat engagement zal zeker voor een deel ‘krachteloos’ zijn, maar zeker niet altijd.

Het is achterhaald om over het hedendaagse activisme nog te doen alsof het om ‘idealisme’ gaat: Wikileaks, Follow the Money, Monitor, Kassa en al die andere kritische en ‘controlerende’ programma’s en instellingen zijn pure noodzaak: om te voorkomen dat de wereld in beslag wordt genomen door ondeugdelijke bedrijven en giganten als Facebook, Google en Amazon. Die nemen als reuzen inmiddels mythologische properties aan.

Coen Simon doet alsof de mensen die zich druk maken verveelde types zijn die de door hem bedachte nihilistische leegte opvullen met krachteloos engagement en activisme. Ze zouden zich beter bij dat nihilisme neer kunnen leggen, zoals hij, en zich ‘zonder verlossing, zonder cynisme’, en vooral zonder enthousiasme, aanpassen aan de ongenadige werkelijkheid.

Jammer voor Simon dat het met dat nihilisme wel meevalt.

Pleidooi tegen enthousiasme door Coen Simon is uitgegeven door De Bezige Bij.