Misschien hebben ze elkaar begin 1912 ontmoet tijdens een van de bijeenkomsten bij Frans Coenen, de schrijver en conservator van het Amsterdamse Museum Willet-Holthuysen, met wie Carry van Bruggen (1881-1932) bevriend was. Wellicht hebben ze elkaar ontmoet bij een lezing van Carry van Bruggen in de buurt van haar huis in de Valeriusstraat in Amsterdam. Marie Anne Tellegen woonde vlakbij, in de Nicolaas Maesstraat en later, als haar vader in 1915 burgemeester van Amsterdam is geworden, op de hoek van de De Lairessestraat en de Jacob Obrechtstraat.

In ieder geval logeert de achttienjarige Marie Anne Tellegen in de zomer van 1912 twee weken bij de eenendertigjarige Carry van Bruggen in haar zomerhuis in Schoorl. Dat was nog even onwennig, omdat Van Bruggen dacht dat Marie zich niet zo makkelijk zou aanpassen aan haar levensstijl. Zij erkende immers ‘geen moraal dan mijn persoonlijke.’ En tradities waren weliswaar ‘eerbiedwaardig’ voor haar, ‘maar nimmer bindend.’ Maar dat...