Steeds meer museumbezoekers maken een foto van de kunstwerken die ze komen bekijken, voordat ze er een vluchtige blik op werpen. In de tijd dat het kijken vluchtiger wordt, worden de aansporingen om beter te kijken alleen maar talrijker.

Het begon in 2004 met de twee delen De kunst van het kijken van Patrick de Rynck, gevolgd door het heel instructieve Filosofie van het kijken van Mieke Boon en Peter Henk Steenhuis. Nog iets dieper ging Hoe kunst en filosofie werken onder redactie van Sybrandt van Keulen. In Wijd open ogen verzamelde Gijsbert van der Wal zijn ‘stukken over kunst en kijkplezier’, met de nadruk op moderne figuratieve schilderkunst. In Verf en Haai op sterk water richtte Hans den Hartog Jager zich vooral op het beter kijken naar de modernste kunst.

Dat doet Rudi Fuchs niet in zijn stukken voor de Groene Amsterdammer: In de twee delen Kijken waarin hij die stukken verzamelde, wil hij juist verbanden leggen tussen en oude en nieuwe kunst. Dat kost Cees Nooteboom ook...