In zijn geboortedorp aan de Maas, ‘een gat van het zuiverste water’ in het Limburgse heuvelland, was Leon Ramakers zo’n beetje de enige die geen muziekinstrument speelde. De harmonie was er van oudsher een grote bron van trots. En muziekkorpsen in Limburg, dat is serious business. ‘Het was hoge kwaliteit,’ zegt Ramakers.

https://www.vn.nl/product/vrij-nederland-nr-10-2018/

‘Ze oefenden de godganse dag. Maar ooit was er ruzie geweest in het bestuur, waarna de afvalligen een fanfare hadden opgericht. Als je van de oude was, haatte je de nieuwe. En andersom. De muziek splitste het dorp in tweeën. En mijn moeder had een dorpswinkel. Als ik bij de harmonie was gegaan, zou niemand van de fanfare meer bij ons kopen, en vice versa. Dus ik kon geen kant op.’

Thuis speelde muziek ook geen rol. ‘De a-muzikaliteit van mijn vader werd slechts overtroffen door die van mijn moeder. De enige keren dat ze zongen, was in de kerk. Nou, dat was gewoon één toon.’ Dus nee, het...