Operatie Klauw, noemde het Turkse leger de operatie die ze eind vorige maand begon in de bergen in het noorden van Irak. De Klauw zou PKK-strijders, die in die bergen hun hoofdkwartieren en belangrijkste trainingskampen hebben, uit hun grotten sleuren en onschadelijk maken, hun wapenvoorraden vermorzelen en hun tentenkampen verscheuren. De Klauw zou de separatistisch-terroristische organisatie in het nekvel grijpen en op de knieën dwingen. Het terrorisme in Turkije, aan haar grenzen en in de regio zou eindelijk vernietigd worden.
Euforie
De timing was opmerkelijk. Op zondag 26 mei, de dag voordat operatie Klauw begon, leek er wat betreft de Koerdische kwestie nog reden tot optimisme. Er heerste zelfs euforie onder Koerdische politici en activisten. De Koerdische leider Abdullah Öcalan, die sinds 1999 wegens hoogverraad een levenslange gevangenisstraf uitzit op het eiland Imrali in de Zee van Marmara, had weer contact met de buitenwereld. Voor het eerst sinds de zomer van 2011 had hij in mei twee keer bezoek gehad van zijn advocaten. Zo kwam er een einde aan een maandenlange hongerstaking van zeker drieduizend Koerdische politieke gevangenen die tot doel had Öcalans isolatie te doorbreken.
Op sociale media regende het foto’s van verzwakte hongerstakers die voor onder politiebegeleiding naar ziekenhuizen werden vervoerd.
Die zondag had het Koerdische parlementslid Leyla Güven, die de hongerstakingen begin november vorig jaar was begonnen, bekend gemaakt weer te gaan eten. Gevangenen in maar liefst tweeënnegentig Turkse gevangenissen verklaarden hetzelfde te doen. Op sociale media regende het vervolgens foto’s van verzwakte hongerstakers die voor check-ups of behandelingen onder politiebegeleiding en soms hardhandig naar ziekenhuizen werden vervoerd. Ook Leyla Güven weigerde ziekenhuisopname niet langer. Met een V-teken in de lucht werd ze op een brancard afgevoerd.
Een wankele tekentafelanalyse
Verkiezingen, riep menigeen. Begin mei had de Hoge Verkiezingsraad (YSK) besloten dat de lokale verkiezingen van 31 maart in Istanbul over moesten. De AKP van president Erdogan had in verschillende belangrijke steden, waaronder Istanbul en hoofdstad Ankara, verloren. Ankara liet Erdogan lopen, maar Istanbul is te belangrijk. De stad is het economische hart van het land waar ook zijn AKP financieel op drijft – om over zijn familie, vertrouwelingen en zakenpartners nog maar te zwijgen.
Erdogan zette de Hoge Verkiezingsraad onder druk, die de verkiezingen in de metropool ongeldig verklaarde. Er waren, zo werd als reden aangevoerd, stembureauhoofden aangesteld die geen ambtenaar waren. Mag niet volgens de wet, maar er verkiezingen ongeldig om verklaren, op dat lumineuze idee was in de Turkse geschiedenis nog nooit iemand gekomen.
Wat als Erdogan nu genoeg Koerden voor zijn karretje zou kunnen spannen door Öcalan in te zetten?
Door de Koerden gunstig te stemmen, zou Erdogan de hernieuwde stembusgang in Istanbul op 23 juni – zondag aanstaande – in zijn voordeel kunnen beslissen. Er wonen miljoenen Koerden in Istanbul en een flink deel van hen had op Ekrem Imamoglu gestemd, de kandidaat van de CHP, de Republikeinse Volkspartij. Dat was een tactiek geweest van de Democratische Partij van de Volkeren (HDP), de linkse partij van Koerden en Turken die voortkomt uit de Koerdische beweging. De Democratische Partij had zelf geen kandidaat naar voren geschoven en haar achterban opgeroepen voor de oppositie te stemmen.
De Republikeinse Volkspartij heeft vanwege haar nationalistische ideologie nauwelijks aanhang onder Koerden, maar first things first: het was nu vooral zaak Erdogans toenemend dictatoriale macht te breken. Imamoglu, een nieuwkomer met een voor de Republikeinse Volkspartij ongebruikelijk inclusieve boodschap, won met een miniem verschil van dertienduizend stemmen. Wat als Erdogan nu weer genoeg Koerden voor zijn karretje zou kunnen spannen door Öcalan in te zetten?
Voor elke Koerd die Erdogan zou winnen door het isolement van Öcalan op te heffen, verliest hij een ultrarechtse Grijze Wolf.
Het klinkt redelijk logisch, maar is het toch niet. Er zijn zat Koerden die op de AKP stemmen en er zijn er zelfs die soms AKP, soms HDP stemmen. Maar een Koerd die op de CHP stemt, die wil Erdogan wel héél graag weg hebben. Bovendien zou het voor Erdogan een balanceeract zijn. Voor elke Koerd die hij zou winnen door het isolement van Öcalan op te heffen, verliest hij een ultrarechtse Grijze Wolf. En de partij van de Grijze Wolven, de MHP, werkt innig samen met Erdogan.
En daar komt operatie Klauw het verhaal weer binnen. De Grijze Wolven en andere stemgerechtigden van nationalistische huize – de overgrote meerderheid van de Turken – zijn dol op die operatie. Balanceeract volbracht? Koerden blij vanwege Öcalan, nationalisten niet teleurgesteld vanwege Klauw? Overwinning op 23 juni in de zak? Het klinkt vooral als een wankele tekentafelanalyse.
Wat probeert Erdogan te doen?
Öcalan wordt vaak ‘PKK-leider’ genoemd. Die titel is ruimschoots achterhaald. De groep die hij in 1978 oprichtte, is inmiddels uitgegroeid tot een strak georganiseerde, massale volksbeweging, met politieke groepen en zelfverdedigingseenheden in verschillende landen. Die ressorteren onder de paraplu de KCK, de Unie van Koerdische Gemeenschappen, waarvan Öcalan erevoorzitter is. Onder hem dienen de covoorzitters van het uitvoerend comité, Cemil Bayık en Bese Hozat.
Een interviewaanvraag met Bayık wordt niet gehonoreerd. Te gevaarlijk vanwege de niet aflatende bombardementen. Vragen mailen kan wel. Bayık laat weten het helemaal geen contradictie te vinden dat het te gevaarlijk is elkaar te ontmoeten terwijl er juist hoop aan de horizon gloort nu Öcalan weer bereikbaar is. ‘Het laat alleen maar zien,’ schrijft hij (hoewel het waarschijnlijker is dat hij de antwoorden heeft ingesproken en een guerrilla het bandje heeft uitgewerkt want voor maar liefst vijfduizend woorden tikken had hij vast geen tijd, maar dat terzijde), ‘dat van de regering, die steunt op de alliantie tussen AKP en de partij van de Grijze Wolven, geen levensvatbaar en evenwichtig plan voor democratisering en het oplossen van de Koerdische kwestie kan worden verwacht.’
Bayık wijst ook op een zin uit een verklaring van Öcalans advocaten, die stelden dat hun ontmoeting met Öcalan niet betekende dat er sprake is van een onderhandelingsproces.
Wat probeert Erdogan dan wel te doen?
De Koerdische ‘revolutie’
De Koerdische kwestie reikt natuurlijk verder dan Istanbul. Verder dan de Turkse grenzen ook en verder zelfs dan de bergen in het noorden van Irak. De kwestie strekt zich uit tot in Syrië. Wie uitzoomt, ziet dat de huidige dynamiek dáár haar oorsprong vindt.
Sinds 2011 hebben de Koerden in het noorden en noordoosten van Syrië op een steeds verder uitdijende lap land hun eigen autonome gebied gecontroleerd en vormgegeven. Een revolutie, noemen ze het zelf. Ze besturen hun gebied middels een systeem van democratie van onderop dat recht doet aan de etnische, linguïstische en religieuze diversiteit die er sinds eeuwen werkelijkheid is. Militair wordt het verdedigd door de Volksbeschermingseenheden (YPG) en de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), en die zien Abdullah Öcalan als hun ideologisch leider. De ‘revolutie’ is Erdogan een doorn in het oog.
Sinds Trump afgelopen december de terugtrekking van de Amerikaanse troepen aankondigde, is de dynamiek voor de Koerden onberekenbaarder geworden.
De Koerdische ‘revolutie’ voltrekt zich pal aan Turkije’s grens. Turkije dreigt al jaren er een eind aan te maken, maar de laatste maanden wordt de dreiging concreter. Sinds de Amerikaanse president Trump afgelopen december de terugtrekking van de Amerikaanse troepen aankondigde, is de dynamiek voor de Koerden onberekenbaarder geworden.
De Amerikaanse aanwezigheid garandeerde dat Turkije geen actie zou ondernemen in het gebied. Het is immers uitgesloten dat NAVO-partners Turkije en de VS op het slagveld tegenover elkaar komen te staan. Niet dat Erdogan onverdeeld blij was met het aangekondigde Amerikaanse vertrek: hij had liever gezien dat ze hun alliantie met de Volksbeschermingseenheden en de Syrische Democratische Strijdkrachten, zonder wie de strijd tegen IS niet te voeren was geweest, hadden opgeschort en zich samen met het Turkse leger tegen die strijdkrachten hadden gekeerd.
De terugtrekking staat op losse schroeven – er blijven toch een paar honderd troepen – maar inmiddels is er druk diplomatiek overleg over een zone langs de Turkse grens waaruit de Volksbeschermingseenheden en de Syrische Democratische Strijdkrachten zich zou moeten terugtrekken om de ‘dreiging’ voor Turkije weg te nemen. Een militaire dreiging die er helemaal niet is, maar de VS kan niet anders dan de Turkse zorgen serieus nemen in de toch al gespannen relatie tussen de twee landen. De Volksbeschermingseenheden en de Syrische Democratische Strijdkrachten hebben hun handen vol aan het bewaken van de veiligheid binnen hun gebied en het op afstand houden van indringers. Turkije aanvallen behoort niet tot hun taken.
‘Opschonen’ is een eufemisme
In een ander opzicht zijn de Koerden die zich in hun strijd laten leiden door de ideologie van Öcalan wél een bedreiging. Ze staan, zowel in Syrië als Turkije, een radicaal andere inrichting van de samenleving voor, waarin zelfs geen plaats is voor de klassieke natiestaat maar gemeenschappen op buurt- en dorpsniveau zichzelf besturen. Turkije is altijd een centraal geleide staat geweest en Erdogan heeft dat alleen maar versterkt door bijvoorbeeld het presidentieel systeem in te voeren.
‘Een democratisering die de Koerdische kwestie fundamenteel oplost, zet de bestaande Turkse politiek onder druk. Daarom wil Turkije geen oplossing en kiest ze voor de aanval.’
Cemil Bayık zegt het zo: ‘De oplossing van de Koerdische kwestie ligt in een fundamentele verandering van het systeem. Op basis van democratische autonomie (democratie van onderop, FG) kan de democratisering van Syrië vorm worden gegeven. Zo’n Syrië wil Turkije niet. Een democratisering die de Koerdische kwestie fundamenteel oplost, zet de bestaande Turkse politiek onder druk. Daarom wil Turkije geen oplossing en kiest ze voor de aanval. Niet alleen vanwege de Koerden, maar omdat Erdogan geen democratisch Syrië wil.’
De Öcalan-strijders moeten kapot. En als dat niet lukt, dan toch tenminste ernstig verzwakt. Dáár gaat operatie Klauw over. Daar gaat ook de operatie in Afrin over, het Koerdische gebied in noordwest-Syrië dat qua grondgebied nooit verbonden was met de rest van de Koerdische enclave en dat Turkije begin vorig jaar bezette. De Amerikanen zaten daar niet en van Rusland kregen de Turken toestemming het luchtruim te gebruiken. Sindsdien worden de mensenrechten er op grote schaal geschonden, zeggen niet alleen de Koerden zelf maar ook internationale mensenrechtenorganisaties. Turkije doet er wat ze al decennialang doet als bezetter op Koerdische grond: moord, marteling, ontvoering, demografische verandering (Koerden eruit, Arabieren, doorgaans ontheemden van elders, erin), economische plundering, Turkificatie.
De AKP-kandidaat voor het burgemeesterschap van Istanbul, Binali Yıldırım, zinspeelde er ook op in het live tv-debat dat hij zondagavond had met zijn rivaal Imamoglu: ‘Syrische vluchtelingen zullen naar huis teruggaan. Bijna een half miljoen mensen zijn al teruggekeerd naar gebieden die door Turkije zijn bevrijd van terroristen en er zullen er meer vertrekken nadat het gebied ten oosten van de rivier de Eufraat is opgeschoond.’ Dat gebied, daar speelt het Koerdische democratische experiment zich af. ‘Opschonen’ is een eufemisme.
De Volksbeschermingseenheden hebben herhaaldelijk gezegd dat ze geen Turkse aanwezigheid in Syrië accepteren. In Afrin laten ze dat met een voortdurende guerrillacampagne tegen de Turkse bezetting zien. Öcalan heeft via zijn advocaten laten weten – en in zijn gesprekken met de Turkse veiligheidsdienst MIT heeft hij dat ongetwijfeld ook gezegd – dat hij bereid is een ‘positieve rol’ te vervullen in het oplossen van de problemen van Syrië. Hij zei zelfs dat in Syrië rekening gehouden moet worden met ‘Turkse gevoeligheden’. Op welke gevoeligheden hij precies doelt, blijft gissen. Maar een Öcalan in isolatie kan sowieso geen rol spelen, dus de staat kon er niet omheen zijn stem weer ruimte te geven.
Is Erdogan tijd aan het rekken?
Öcalan staat voor Syrië hetzelfde voor als wat hij in Turkije voorstaat: verdergaande democratisering, een radicaal vernieuwde grondwet met rechten voor minderheden en gelijkheid voor vrouwen, verregaande decentralisatie. Het recht op zelfverdediging van de Koerden neemt ook een centrale plaats in in zijn ideologie. Allemaal zaken waar Erdogan van op tilt slaat.
Hebben de herverkiezingen in Istanbul überhaupt iets te maken Erdogans beleid aangaande de Koerden?
Is Erdogan tijd aan het rekken? In de winter was een operatie in de bergen in het noorden van Irak niet mogelijk, nu wel. Wordt Öcalan gebruikt om het Turkse leger de kans te geven een flinke slag te slaan? Droegen de hongerstakingen daadwerkelijk bij aan het opheffen van Öcalans isolatie? Hebben de herverkiezingen in Istanbul überhaupt iets te maken Erdogans beleid aangaande de Koerden?
Misschien hebben de hongerstakingen en de hernieuwde verkiezingen processen versneld. Steeds meer hongerstakers kwamen in een kritieke fase van hun actie. Hun moeders, met witte doeken om hun hoofd als teken van liefde voor hun kinderen, waren steeds nadrukkelijker aanwezig in de straten rondom de gevangenissen waar hun kinderen zich bijna doodhongerden, net zoals de politie, die de moeders met geweld bejegende. Doodskisten die gevangenissen uitgedragen worden en filmpjes op social media van moeders – haast heilig in Turkije – die met de wapenstok krijgen en uren in detentie moeten, doen het nooit goed in verkiezingstijd.
De heiligenstatus van Öcalan
Het is niet de eerste keer dat Öcalan een hongerstaking weet te beëindigen. De vorige keer was in september 2012 en ook toen draaide het om Öcalan. Destijds was het einde van de hongerstaking een van de opmaten naar het ‘vredesproces’ dat in het voorjaar van 2013 begon. Tussen aanhalingstekens, want van een oprecht vredesproces bleek al snel geen sprake te zijn, maar de afname van geweld gaf de Koerdische politieke beweging in Turkije de ruimte te bouwen aan hetzelfde democratiserende proces dat sinds 2011 in de Koerdische gebieden in Syrië op gang was gekomen. Het versterkte de bijna heiligenstatus van Öcalan alleen maar.
Maar nu? De Koerden in Syrië zitten op hete kolen en het is maar de vraag of hun democratische experiment 2019 overleeft. Als het niet het Turkse leger is dat hun grond komt bezetten, dan kunnen het Russische bommen zijn die Assad gaan helpen de volledige controle over Syrië weer in handen te krijgen. Hoeveel pauze zouden ze nemen nadat de strijd om Idlib, nu in een ongemeen bloedige fase, in hun voordeel is beslist?
‘Er is geen oplossing van de Koerdische kwestie zonder Öcalan. Hij heeft gezegd dat hij zelfs vanuit zijn graf nog een rol zal spelen.’
De Öcalan-strijders in de bergen in het noorden van Irak verzetten zich, maar operatie Klauw heeft ze in haar greep. Turkse grondtroepen zijn nog tot daaraantoe – de guerrillastrijders kennen de bergen op hun duimpje en de Turkse militairen niet – maar als een bewapende drone je eenmaal heeft gedetecteerd, zijn je laatste seconden als guerrilla geteld.
Wat doet het met Öcalans status als er niets positiefs voortvloeit uit zijn grotere betrokkenheid? Bayık, in 1978 met Öcalan een van de medeoprichters van de PKK, gelooft niet dat zijn strijdmakker aan gewicht kan verliezen. ‘Als het geweld toeneemt, neemt zijn belang alleen maar toe. Er is geen oplossing van de Koerdische kwestie zonder Öcalan. Hij heeft gezegd dat hij zelfs vanuit zijn graf nog een rol zal spelen.’
Dode strijders
Hoeveel doden Klauw inmiddels op zijn geweten heeft, is onduidelijk. De stand op 17 juni is 58, maar de cijfers van het leger zijn notoir onbetrouwbaar. Het officiële aantal doden aan legerzijde staat officieel op twee en daarvoor geldt qua betrouwbaarheid hetzelfde. De PKK houdt niet precies bij hoeveel van haar eigen mensen en militairen het leven hebben gelaten in operatie Klauw.
De PKK voert een constante strijd tegen ‘het bezettende leger’, in de bergen in Irak én in Turkije, Klauw of geen Klauw. ANF, het aan de PKK verbonden persbureau, meldt ‘acties’ in het hele gebied, waarbij het aantal ‘vermoorde’ soldaten soms precies wordt benoemd, maar het aantal doden soms ook in het midden wordt gelaten. Ook over hun eigen verliezen geven ze geen heldere statistieken. Geregeld zijn er berichten van dode strijders die ‘aan het publiek bekend worden gemaakt’ als ze zijn geïdentificeerd, maar niet zelden duurt het maanden voor namen en foto’s worden gedeeld.
De dag dat Öcalan de gevangenis uitwandelt, is de dag waarop de Koerden eindelijk de autonomie en veiligheid krijgen waar ze recht op hebben.
Het aantal doden is hoe dan ook te hoog. De strijd kent geen militaire oplossing, dat is vijfendertig jaar na de eerste PKK-aanslag op de staat wel duidelijk. De isolatie van Öcalan doorbreken is onvoldoende. De onderhandelingstafel moet uit de kelders van Erdogans paleis worden gehaald, opengeklapt en afgestoft. Het doel zou de vrijheid van Öcalan moeten zijn. Daar stuurt de bredere Koerdische politieke beweging, óók in Europa, óók in Nederland, op aan. Zij weten dat de dag dat hij de gevangenis uitwandelt, de dag is waarop een vredesproces succesvol is afgesloten, en waarin de Koerden eindelijk de autonomie en veiligheid krijgen waar ze recht op hebben.
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.