Na Afghanistan, doet Nederland nu ook wat Syrië betreft aan placematpolitiek: je mag aan de tafel der groten zitten als je meevecht – liefst met ‘boots on the ground’.

Een welbekend argument voor Nederland om militair mee te doen aan crisisoperaties is dat we anders internationaal niet meetellen. Zit er ergens een kantoortje boekhouders ijverig en streng bij te houden hoe ver elk land zijn nek uitsteekt, met zijn poten in de modder staat, kastanjes uit het vuur haalt enzovoort, en dat vertaalt in een plaats op de wereldpikorde? Iedere diplomaat of minister van Buitenlandse Zaken ontkent dat die kastanje-index bestaat, maar toch duikt die redenering altijd weer op. Nederland deed goed mee in de Kosovo-oorlog in 1999, want we waren qua bommen in Allied Force de derde natie, dus. In Afghanistan werd gesproken van placematpolitiek: je zat aan de tafel der groten als je meevocht – liefst met boots on the ground, want dat leverde meer punten op – en de scorekaart die voor je...