Toen de Britse journalist Johann Hari (1979) zich als tiener bij de huisarts meldde omdat hij zich zo ongelukkig voelde, legde de arts hem uit dat hij last had van een chemische disbalans in zijn hersens. Sommige mensen hadden dat nu eenmaal, en Hari was er duidelijk een van. ‘De pijn lékte gewoon uit me,’ zegt Hari.

We hebben daar deze medicijnen voor, zei zijn huisarts, en dan gaat het een stuk beter met je.

Hari kreeg een antidepressivum met de naam Seroxat dat de symptomen inderdaad kortstondig verlichtte. Maar al snel kwamen de depressieve gevoelens met volle kracht terug, en kreeg hij een hogere dosis. En opnieuw en opnieuw, zodat Hari dertien jaar lang dagelijks de maximaal mogelijke hoeveelheid Seroxat nam, en zich nog steeds doodongelukkig voelde.

‘Dat,’ zegt Hari, ‘was mysterie nummer één. Waarom hielpen de medicijnen niet?’

Het tweede mysterie was dat hij omringd werd door steeds méér depressieve mensen. Vanaf het moment dat hij zelf bij de huisarts aanklopte, kwamen er in zijn omgeving steeds meer slikkers van antidepressiva bij. ‘Sinds mijn geboorte in 1979 zijn de cijfers voor depressie en spanningsklachten gestegen,’ zegt Hari, aan de thee in een Amsterdams café na een lezing in de hoofdstad. ‘In Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Nederland; in de hele westerse wereld. Ieder jaar dat ik ouder word, vinden meer mensen het moeilijk om de dag door te komen.’

De manier waarop we leven

In zijn in 2018 verschenen boek Verbinding verbroken onderzoekt Hari of de medische zienswijze op depressie wel klopt. Een reis over de wereld om met onderzoekers en ervaringsdeskundigen te praten leerde hem dat er negen verschillende wetenschappelijk onderbouwde oorzaken voor depressie zijn. Twee daarvan zijn inderdaad ‘endogeen,’ dat wil zeggen: komen voort uit het lichaam zelf. Daarom had zijn huisarts het niet helemaal bij het verkeerde eind toen hij het over een chemische disbalans had. ‘Je genen kunnen je gevoeliger maken voor dit soort problematiek,’ zegt Hari, ‘Hoewel ze niet je lot bepalen,’ voegt hij er kritisch aan toe. ‘En er zijn echte veranderingen in je hersens als je depressief raakt die het moeilijker maken om er weer uit te komen.’

Maar de meeste factoren die depressie en angststoornissen veroorzaken, liggen in de manier waarop we leven, zag hij. ‘Daar horen andere oplossingen bij die kunnen worden aangeboden naast de optie van chemische antidepressiva.’

‘Hoe meer je denkt dat leven over geld en status gaat, hoe meer kans dat je depressief, angstig en gespannen wordt.’

Twee oorzaken van depressie vond Hari erg pijnlijk, omdat ze hem zélf zo raakten ‘en nog steeds raken’: junk values en jeugdtrauma. ‘Iedereen weet dat junkfood ons lichamelijk ziek maakt. Op dezelfde manier hebben “junkwaarden” onze geest overgenomen en ons mentaal ziek gemaakt. Al duizenden jaren zeggen filosofen: als je denkt dat leven over geld gaat en status en opscheppen, dan ga je je klote voelen. Het is niet een exact citaat van Confucius, maar dat is de strekking.

De Amerikaanse psycholoog Tim Kasser doet al dertig jaar wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van materialisme op ons emotionele welzijn. Zijn conclusie: hoe meer je denkt dat leven over geld en status gaat, hoe meer kans dat je depressief, angstig en gespannen wordt.

Die boodschappen vergiftigen ons, maar worden door onze consumentistische instagramcultuur alleen maar belangrijker. Ik word er zo verdrietig van omdat jongeren zo op zoek zijn naar waarden die hen door het leven gidsen en dan krijgen ze boodschappen aangereikt waardoor ze eerder vergiftigd raken dan genezen. De consumentencultuur leert ons om precies op de verkeerde plekken naar geluk te zoeken.’

Negeren wat echt belangrijk is

Hari begon het effect van deze waarden pas goed te begrijpen toen hij over psychische behoeften begon na te denken.

‘Junkwaarden trainen kinderen van jongs af aan om als ze zich niet goed voelen, de oplossing te zoeken in iets kopen en het anderen laten zien om ze jaloers te maken.’

‘Kijk, iedereen heeft lichamelijke behoeften: voedsel, water onderdak, schone lucht; als ik die zaken van je afpak, heb je een serieus probleem. Maar we hebben ook psychologische behoeften: dat je ergens toe behoort, dat je leven zin heeft en een doel, dat mensen je zien en waarderen, dat je een betekenisvolle toekomst hebt. Onze westerse cultuur heeft heus veel opgeleverd, maar we worden als samenleving steeds minder goed in het adresseren van juist die diepe behoeften. Junkwaarden trainen kinderen van jongs af aan om als ze zich niet goed voelen, de oplossing te zoeken in iets kopen en het anderen laten zien om ze jaloers te maken. Uitgeven, uitgeven, uitgeven. Als een samenleving leert om betekenis te vinden in betekenisloosheid, veroorzaakt dat natuurlijk nogal wat pijn. En ja, het is een cliché. Zoals Tim Kasser zegt: we weten dit allemaal wel, maar we leven in een machine die is ontworpen om ons te laten negeren wat echt belangrijk is in het leven.

‘Ik was zelf nooit een erg materialistisch mens, ik hoefde geen dure auto of dure kleding, maar ik realiseerde me wel hoe zeer ik zelf in mijn leven door status werd gedreven. Ik wilde me indrukwekkend voordoen, heel slim gevonden worden, een grote schare social media-volgers hebben. Zodra ik me down voelde, probeerde ik er een prestatie bovenop te gooien, zoals een journalistieke prijs winnen, of aandacht trekken met een nieuw stuk. Alsof je jezelf uit drijfzand wilt redden door met je armen aan je benen te gaan trekken.’

Dit toegeven is erg pijnlijk voor Hari omdat hij als rijzende jonge ster na een opleiding op Cambridge in zijn journalistieke werk voor de Britse krant The Independent op plagiaat werd betrapt, – hij deed alsof citaten uit boeken rechtstreeks tegen hemzelf gezegd waren – en een prestigieuze prijs moest teruggeven. Het schandaal zal hem zijn leven lang blijven achtervolgen, ondanks twee daaropvolgende succesvolle boeken waarin ieder feitje en iedere verwijzing uitvoerig is gecheckt. Als Hari tijdens het interview een onderzoeker citeert, spelt hij de naam geduldig, zodat zijn gesprekspartner thuis werk en citaten van de wetenschapper kan opzoeken.

De rol van schaamte

De andere factor in het ontstaan van depressie die Hari lastig vond om te onderzoeken, was de rol van jeugdtrauma’s. ‘Ik weet nog dat ik onderzoeker Vincent Felitti – dat is F E L I T T I – in San Diego interviewde over het verband tussen depressie, angst, obesitas en emotionele schade in de kindertijd. Ik werd zo kwaad en overstuur, dat ik het interview voortijdig afbrak en naar het strand reed. Ik dacht: waarom ben ik zo razend op die vent, het is een heel beminnelijke man van in de tachtig. Ik wilde er natuurlijk niet aan dat ik me zo had vastgeklampt aan die simplistische verklaring van mijn huisarts omdat ik niet naar mijn eigen verleden wilde kijken.’

‘We moeten ons idee uitbreiden van wat een antidepressivum is. Alles wat een depressie kan verminderen is een medicijn.’

Hari had een zieke moeder en een vader die weinig thuis was. Op zijn zestiende ging hij het huis uit. Ook heeft hij tijdens zijn jeugd extreem misbruik gekend. ‘Ik ga er liever niet op in,’ zegt hij, ‘maar ik wilde er niet meer aan denken, ik wilde die volwassene niet alsnog macht over me geven. En ik schaamde me. Later leerde ik dat er belangrijk onderzoek is gedaan door ondermeer James W. Pennebaker naar de rol van schaamte: het is niet het trauma dat je vernietigt, het is de schaamte over het trauma. Een plek creëren om je van die schaamte te bevrijden is óók een antidepressivum. Ik vond het erg moeilijk om over te praten en te schrijven, maar dat heeft meer voor me gedaan dan al die medicatie.

‘Mijn hele betoog is: we moeten ons idee uitbreiden van wat een antidepressivum is. Alles wat een depressie kan verminderen, is een medicijn. Voor sommige mensen betekent dat óók chemische medicatie, maar we moeten een veel ruimer begrip hebben van wat depressie veroorzaakt en wat het kan oplossen. Dat biologische verhaal is veel te dominant geworden, die heeft de andere factoren helemaal aan het oog onttrokken.’

‘Depressie is een signaal, als je daar een biologische verklaring voor geeft, zeg je: je pijn betekent niks, het is een storinkje in je computerprogramma.’

Want, zegt hij, dan hebben we het nog niet eens over eenzaamheid gehad, een andere belangrijke factor in depressie, het gebrek aan verbinding met de natuur en de seizoenen, of een gebrek aan autonomie op het werk. Of armoede. ‘Mensen die depressief zijn door armoede krijgen een píl tegen paniek! Nee, je moet iets aan die armoede doen, begin met een basisinkomen bijvoorbeeld.

‘Depressie is een signaal, als je daar als professional een biologische verklaring voor geeft, zeg je: je pijn betekent niks, het is een storinkje in je computerprogramma. Nee, je moet zeggen: die pijn van jou is verklaarbaar, laten we dat samen bekijken. Ik had een interview in een Amerikaans radioprogramma, en de interviewer zegt: “Dit is een erg controversiële theorie hoor.” Idioot toch? We zijn vervreemd geraakt van onze pijn en onrust.’

Zelf is hij al jaren gestopt met Seroxat. ‘Als ik me nu slecht voel, probeer ik heel bewust te kijken naar de dynamiek die daaraan voorafging, en ga ik een van mijn vrienden helpen, of met iemand afspreken van wie ik houd.

‘Het is geen rocket science, het is allemaal erg voor de hand liggend. Als samenleving kunnen we die depressie-epidemie echt aan.’