‘La grande bouffe’. Zo heette de film uit 1973 van Marco Ferreri waarin een groep mannen besluit om zich dood te vreten. Critici hadden het over cynisme en westerse decadentie, en wezen op het schrille contrast met het hongerende Afrika. Mede door die controverse en de schitterende vertolking van Michel Piccoli, Marcello Mastroianni en Philippe Noiret trok de film een diepe groef in het collectieve geheugen. Het kan haast niet anders of ook Gil Courtemanche heeft de film gezien of er op zijn minst over gehoord, en misschien had hij hem wel in gedachten toen hij de plot van zijn tweede roman, Een mooie dood, bedacht.

Ook in een verhaal van Roald Dahl wordt een gastronomische moord gepleegd. Een moegetergde vrouw schotelt haar tirannieke echtgenoot cholesterolrijk voedsel voor. De man, die van een hartaanval herstelt, bezwijkt in minder dan geen tijd. Bij de Canadese auteur Gil Courtemanche pakt het anders uit. Om te beginnen wordt de moord met medewerking van de slachtoffers...