Jonah leest zijn verhaal zelf voor.

Hoewel ze eigenlijk een opgewekte vrouw is, eindigt iedere zin met een zucht als ze over haar werk spreekt. Liesbeth Fabius is logopediste. Ze hanteert de ruimste definitie van logopedie: contact maken als basis voor het leren spreken. Liesbeth geeft jonge kinderen met complexe ontwikkelingsproblemen en hun ouders handvatten om elkaar beter te begrijpen. Deze kinderen schreeuwen en huilen bij gebrek aan woorden. Taal is iets voor later.

In haar auto slingert ze door en om Amsterdam. De snelwegen buitelen en krullen chaotisch over elkaar heen, als een metafoor hoe de zorg voor deze kinderen in dit land is geregeld. Het systeem is zo stug als het asfalt, de bezuinigingen fors, de staat is niet ieders beste vriend, het spook dat efficiëntie heet doolt overal rond, en hulpverleners jakkeren, steeds iets moedelozer, door. Ze gaat bij kinderen op huisbezoek omdat ze zich buitenshuis onvoldoende veilig voelen.

Het probleem is niet haar werk als...