De wonderlijkste bijdrage aan de Algemene Politieke Beschouwingen in september kwam dit jaar van Jesse Klaver. In de zomer, verklaarde hij, had zijn oudste zoontje hem gevraagd: ‘Papa, jij bent toch Jesse Klaver?’ – hetgeen voor de GroenLinks-leider aanleiding was geweest bij zichzelf te rade te gaan, want – en dat was de onuitgesproken boodschap: het is toch treurig als zo’n ventje het onderscheid niet meer kan maken tussen zijn vader en het politieke fenomeen Jesse Klaver. ‘Het liet me ook weer zien dat je als fractievoorzitter een merk kan zijn. Een imago. Iets dat beheerst moet worden. En beheerd. En voor je het weet ga je je gedragen naar hoe andere mensen denken dat jij bent.’ Daarom had Klaver besloten ‘uit die mal’ te stappen, en niet meer mee te doen aan ‘politieke spelletjes’ en ‘scorebordpolitiek’.

Politieke spelletjes

De nieuwe wending van Klaver kwam na maanden van groeiende kritiek – ook binnen GroenLinks – op de neiging tot persoonsverheerlijking van de ‘Jessias’. Zoals Vrij Nederland in juni beschreefdreigt de partij onder Klaver de afgelopen jaren een soepele marketingmachine te worden, waar alles ondergeschikt is aan het imago van de leider.

Leraren, politieagenten en verpleegkundigen hebben uiteindelijk meer aan stevige oppositie dan aan mooie woorden.

Geen wonder dus dat Klavers ‘bekering’ bij de Algemene Beschouwingen rond het Binnenhof tot enig wenkbrauwfronsen leidde: was dit een nobel afscheid van de ‘scorebordpolitiek’ of een doorzichtige poging tot electorale marketing? Probeerde de GroenLinks-leider zich met zijn ‘eerlijke verhaal’ in de kijker te spelen nu niet hijzelf maar Lodewijk Asscher zich ontwikkelt tot de natuurlijke leider van de linkse oppositie?

Waar het – al dan niet zorgvuldig georkestreerde – afscheid van de scorebordpolitiek toe kan leiden, bleek deze week toen GroenLinks-Kamerlid en Klaver-vertrouweling Bart Snels bij de Algemene Financiële Beschouwingen liet weten dat zijn partij voor álle begrotingen en het Belastingplan zal stemmen in de Eerste en de Tweede Kamer, zonder voorwaarden vooraf, want GroenLinks heeft geen zin in ‘politieke spelletjes over de ruggen van politieagenten en leraren’.

De linkse oppositie

Het effect is – treurig genoeg – precies tegenovergesteld: door de coalitie op voorhand al aan een meerderheid te helpen, heeft Klaver de gehele oppositie alle wapens uit handen geslagen om bij het kabinet extra miljoenen te bedingen voor de politie en het onderwijs. Vooral voor Lodewijk Asscher, die zich al maanden vurig inzet voor bestrijding van het lerarentekort, is het een bittere pil dat Klaver hem nu over de vluchtstrook passeert: dat was dan weer de linkse samenwerking.

Bij de VVD daarentegen knalden van de week de champagnekurken, zoals de immer goed geïnformeerde BNR-verslaggever Laurens Boven noteerde: GroenLinks had honderden miljoenen euro’s kunnen binnenhalen voor ‘hobbyprojecten’ in ruil voor steun aan de begroting. Daar komt nu dus niks meer van terecht.

Twitter

Deze dienst is alleen beschikbaar wanneer alle cookies zijn geaccepteerd

Wijzig cookie voorkeur

Het heeft er alle schijn van dat Jesse Klaver met zijn nieuwe koers probeert het succes van D66 te evenaren: in de jaren negentig wist Hans van Mierlo 24 zetels te halen door het voeren van ‘oppositie voor het kabinet’, gevolgd door regeringsmacht tijdens Paars, en het was diens erfopvolger Alexander Pechtold die onder het vorige kabinet-Rutte grote invloed wist te verwerven door het ene na het andere akkoord met de coalitie te sluiten. Het verschil is alleen: Van Mierlo en Pechtold tekenden niet bij het kruisje.

Voor Lodewijk Asscher is het nu even slikken dat Klaver de eensgezindheid van de oppositie heeft opgeblazen, maar op de lange termijn zou het wel eens goed nieuws voor de PvdA kunnen blijken: de onderbetaalde leraren, politieagenten en verpleegkundigen hebben uiteindelijk meer aan stevige oppositie dan aan mooie woorden over ‘scorebordpolitiek’. En dat zullen ze laten merken als er over anderhalf jaar weer verkiezingen zijn.

Het lerarenplatform PO in Actie kondigde alvast aan een stemadvies te zullen uitbrengen aan de achterban: ‘Dat haalt elke koffiekamer in elke basisschool.’