Interview / Bobpiloot Edwin van Calker

‘Als je me later in het bejaardentehuis vraagt: bocht twaalf, Lake Placid? Dan dreun ik op: vroeg inkomen, hoogte hebben, sterke draai naar rechts en vrijgeven. Die informatie zit erin geramd.’ Edwin van Calker kent de vijftien banen wereldwijd uit zijn hoofd. Van elke baan heeft hij een gedetailleerd ‘baanplan’ dat per bocht beschrijft waar en hoe scherp hij moet insturen. ‘Elke bocht ken ik tot op de centimeter.’

Maar eenmaal in de slee is die informatie ballast die je overboord moet gooien. ‘Na een krachtexplosie van veertig meter spring je in de slee en stuur je op gevoel. Dan denk je niet meer na en zweef je in een staat van rust en euforie over het ijs. In een flow volg je het profiel van elke bocht langs een ideale lijn.’ Zijn ogen fonkelen. ‘En ondertussen knal je dus met 215 kilo carbon en ruim zeshonderd kilo aan bemanning door het ijskanaal. De truc is zo min mogelijk sturen, want dan schrapen de ijzers over het ijs en rem je af. Je...