Interview / Antoine Bodar en Gerard van Westerloo

Ze zaten op dezelfde school, bij de jezuïeten in Amsterdam. Gerard van Westerloo (1943) kan hem nog imiteren: een pater die zijn handen schoonveegt aan zijn zwarte soutane. ‘Je wist dat er iets mis was met de seksualiteit van sommige priesters. Er was er een die overdreven boos werd als er een jongen naar een andere jongen zijn piemel keek bij de pisbakken.’

Antoine Bodar (1944) herinnert zich hoe een krijtige hand zijn hoofd tegen het priesterlijf drukte. En hoe hij op een dag flauwviel van angst op de kamer van een priester. En hoe hij van het Sint Ignatiuscollege werd gestuurd door die priester. En dat er misschien geen sprake was van seksueel misbruik, maar wel van machtswellust. En dat hij zich vernederd voelde. Nu is hij zelf priester. In 1985 verbrak hij zijn relatie met zijn vriend en ‘leefde zeven jaar lang naar het priesterschap toe’. Hij voelt zich door God aangeraakt, dat heeft hij al vaak verkondigd. Hij spreekt over...