Met haar thrillerdebuut Het meisje in de trein won Paula Hawkins meteen de VN Thriller van het Jaar 2015. De introverte Britse over haar ongewone thriller waarin gewone vrouwen van rond de dertig de hoofdrol spelen: ‘Het is niet mogelijk om je echt verantwoordelijk te voelen voor iets dat je niet meer weet.’

Het was behoorlijk brutaal dat Paula Hawkins een onaf boek naar een literair agentschap stuurde. Haar eerste thriller was het, en ze was nog niet eens op de helft. Het was niet de bluf van een zelfverzekerde debutant, maar werd ingegeven door de moed der wanhoop. Hawkins was blut. Mede door de crisis kwam ze als freelance journalist niet meer aan de bak; de lichtvoetige chicklit-boekjes die ze sinds enkele jaren schreef, waren compleet geflopt en ze kon haar flat in de Londense buitenwijk Brixton nauwelijks meer betalen. ‘Ik heb geen partner, dus ik moet mijn hypotheek in m’n eentje opbrengen en ik dacht: help, ik moet straks mijn huis verkopen en ander werk gaan zoeken.’ Om te overleven had ze geld geleend van haar vader. ‘Daar voelde ik me zó slecht over. Kinderen moeten geen geld meer van hun ouders lenen als ze al tegen de veertig lopen.’

Opvolger van ‘Gone Girl’

Inmiddels kan Hawkins haar vader terugbetalen. Het literair agentschap was verrukt over de thriller die nog grotendeels in Hawkins’ hoofd zat. Soms heb je genoeg aan een sterk uitgangspunt. Bij Het meisje in de trein is dat de misdaad die een jonge vrouw meent te zien in een woning waar zij als treinforens dagelijks langs boemelt. De literair agent zag er zoveel brood in, dat ze uitgevers op het manuscript liet bieden. Over het bedrag dat de ‘winnaar’ voor Hawkins’ thrillerbelofte betaalde, wil de schrijfster alleen kwijt dat het zes cijfers telde.
De hoogste bieder, de Londense uitgeverij Random House, gooide er vervolgens een uitgekiende en dure mediacampagne tegenaan. Hawkins’ boek werd in de markt gezet als de opvolger van Gone Girl, de bestseller van de Amerikaanse schrijfster Gillian Flynn die onlangs succesvol is verfilmd. En dat werkte: de miljoenenverkoop van The Girl on the Train overtrof binnen de kortste keren Fifty Shades of Grey, dat de bestsellerlijsten eindeloos had aangevoerd. Heel bijzonder voor een in- en in-Engels boek van een Engelse schrijfster.
Amerikaanse actrices prezen Hawkins’ thriller, Reese Witherspoon fotografeerde zichzelf voor Instagram terwijl ze het boek las, misschien als een hint naar filmmaatschappij Dreamworks die de filmrechten binnenhaalde. Stephen King twitterde dat Het meisje in de trein hem een doorwaakte leesnacht had bezorgd. (Hawkins heeft een screenshot van het twitterbericht uit pure opwinding naar al haar vrienden gestuurd.) En met de vertaling heeft het boek al in meer dan dertig landen de weg naar een wereldwijd lezerspubliek gevonden.

‘Ik stelde me altijd voor dat die mensen heel vrijgevochten en interessant waren. Dat was het leven waar ik van droomde.’ Foto: Kate Neill.
Een onbeduidend leven

Nogal overdonderend voor een vrouw die het liefst achter haar schrijftafel zit en niet goed weet wat ze aanmoet met alle aandacht. ‘Het is vreemd en een beetje oncomfortabel,’ vertelt Hawkins vanuit Zuid-Afrika, waar ze op vakantie is. ‘Maar dat geldt denk ik voor de meeste schrijvers; dat zijn vaak introverte en gesloten mensen. Het voelt onnatuurlijk om vragen te krijgen over je privéleven. Ik ben het gelukkigst als ik in mijn eentje achter de computer dingen zit te bedenken.’ Iedere interviewer die aanstuurt op smakelijke persoonlijke details krijgt het antwoord dat Hawkins zichzelf niet bijster interessant vindt. Ze heeft ‘geen horde fantastische kinderen’ om over te praten, heeft in Londen een rustig bestaan en gaat zo nu en dan met vrienden op stap. ‘Niet veel om over naar huis te schrijven.’
Maar juist dat gevoel een onbeduidend leven te leiden in een drukbevolkte wereldstad is bepalend voor de geestestoestand van Hawkins’ personages, drie vrouwen die zich allemaal op een andere manier verloren voelen. Het meisje in de trein begint bij Rachel Watson, een vrouw rond de dertig die elke ochtend dezelfde stoptrein neemt vanuit haar woonplaats buiten Londen naar het centrum. De trein kruipt rakelings langs de woningen aan het spoor, en Rachel fantaseert over de bewoners die ze in hun achtertuin kan zien zitten.
Eén huis van een stel dertigers heeft haar bijzondere interesse; ze projecteert een gelukkig, geslaagd leven op het knappe liefdeskoppel dat ze zelfs namen heeft gegeven. Het geluk dat Rachel is kwijtgeraakt, want al gauw blijkt dat de vertelster zelf nog niet zo lang geleden in hetzelfde rijtje woningen langs het spoor woonde. Samen met haar geliefde Tom, die nu in háár huis zit met een nieuwe geliefde en de baby die Rachel niet kon krijgen. Haar dagelijkse treinrit is een trip down memory lane, richting de werkplek waar Rachel wegens haar fikse alcoholverslaving is ontslagen, en langs de gelukshuizen waar zij niets meer te zoeken heeft. Dat Rachel vanuit de trein in een woning iets ziet gebeuren, doet denken aan Rear Window en aan Strangers on a Train; Hawkins houdt dan ook van Alfred Hitchcock en van Agatha Christie. Maar haar spel met perspectieven wordt complexer als ook de vrouw uit Rachels ‘soap’, die vanuit haar huis altijd naar de treinen kijkt, begint mee te vertellen, gevolgd door Anna, de nieuwe vrouw van Rachels ex. Twee vrouwen die net zo min als Rachel weten hoe ze hun leven eigenlijk moeten vormgeven.

Drankuitspatting

Rachels vrije val uit het gereguleerde bestaan heeft Hawkins dus beschreven vanuit de ervaringen toen ze zelf een alleenstaande vrouw was zonder kind, geliefde, werk en geld. Maar één belangrijk aspect van haar hoofpersoon is niet autobiografisch: Rachels zware alcoholprobleem, dat ervoor zorgt dat ze impulsieve acties onderneemt – het huis van haar ex een bezoekje brengen, hem nachtelijk stalken met dronken sms’jes – waar ze zich niks meer van herinnert als ze haar roes heeft uitgeslapen. Binnen een thriller die heel slim plotinformatie weglaat in de afwisseling van de drie vrouwenperspectieven zorgt Rachel voor extra verwarring. Zij is van de drie vertellers de speurneus, en haar verslaving maakt haar tot een spectaculair onbetrouwbare verteller die de lezer dwingt om haar ‘aanwijzingen’ niet klakkeloos voor waar aan te nemen. Rachel moet niet alleen uitzoeken hoe het zit met de misdaad die zij uit het treinraampje zag, maar ook wat ze zélf tijdens haar speurtocht uitspookt. Hoe ze na een drankuitspatting aan bepaalde verwondingen komt, en wat de rol is van de onbekende medeforens van wie ze alleen nog de roesherinnering heeft dat hij haar heeft vastgepakt, en die haar de volgende ochtend in de trein vriendelijk of misschien juist ‘gemeen’ toelacht.

Waarom heeft u Rachel zo’n groot alcoholprobleem gegeven?
‘Vanwege de literaire mogelijkheden. Verslaving leidt tot extreem gedrag en slechte inzichten. Het kan schokkend zijn om te zien hoe een vrij normaal, herkenbaar iemand met drank op kan veranderen in een gevaarlijke persoon. En wat ik fascinerend vind, is de vreemde ontkoppeling die mensen met geheugenverlies hebben ten opzichte van wat ze met een slok op hebben aangericht. Het blijkt heel moeilijk te zijn om spijt te hebben van handelingen waarvan je je niets herinnert. Je weet dat je iets verkeerd hebt gedaan, en het is de bedoeling dat je daar excuses voor aanbiedt, maar ik denk dat het niet mogelijk is om je echt verantwoordelijk te voelen voor iets wat je niet meer weet. Die disconnectie is spannend voor de hoofdpersoon van een thriller.’

U beschrijft overtuigend hoe de geest werkt van een zware drinker: de gaten in het Rachels geheugen, de creatieve manier waarop ze haar problemen wegredeneert. Hoe komt het dat u daar zoveel vanaf weet?
‘Daarvoor hoef je alleen maar in Engeland te wonen. Onze samenleving is gebaseerd op alcohol en ik ken genoeg mensen die worstelen met hun drankgebruik. En je hoeft maar één keer teveel te drinken, dat heb ik heus wel eens gedaan, om te weten hoe verwoestend drank kan zijn voor je geheugen. Ik heb wel onderzoek gedaan naar dat geheugenverlies, in hoeverre het mogelijk is om drankovergoten herinneringen weer terug te vinden met hypnose bijvoorbeeld, maar dat blijkt voor iedereen anders te zijn. Voor de figuur van Rachel heb ik me vooral gericht op wat zo’n verslaving doet met je zelfvertrouwen, en de intrigerende drogredeneringen die daarbij komen kijken. Rachel houdt zich zo obsessief met anderen bezig omdat ze een enorme afkeer heeft van zichzelf. En ze denkt dat ze haar drankgebruik voor haar omgeving kan verstoppen, vanuit de redenering: zolang ik het verberg, bestaat het niet.’

Hoe kwam u op het idee voor ‘Het meisje in de trein’?
‘Ik werkte vijftien jaar in Londen als financieel journalist en ik nam elke dag de trein naar mijn werk. Eigenlijk was het een metro, maar die ging bovengronds en kwam rakelings langs de achterkant van huizen waar ik zó naar binnen kon kijken. Het waren woningen met kleine terrassen die versierd waren met gekleurde lampjes, en ik stelde me altijd voor dat de mensen die daar woonden heel vrijgevochten en interessant waren. Dat was het leven waar ik van droomde. En op een dag bedacht ik: wat als ik ineens iets vreselijks in een van die huizen zie gebeuren, terwijl ik niks kan doen omdat ik in de trein zit?’
Dat Hawkins financieel journalist werd, was niet zo’n vreemde keuze. Haar vader is econoom en werkte ook als financieel journalist. Maar aanvankelijk had zijn dochter, die als kind al veel schreef, iets avontuurlijkers voor ogen. Bij haar ouders thuis in Harare, Zimbabwe, kwamen veel buitenlandcorrespondenten over de vloer die geweldige verhalen vertelden, en zoiets wilde zij ook. Toen ze zeventien was, verhuisden haar ouders terug naar Londen (ze wonen inmiddels weer in Zimbabwe). Hawkins ging in Oxford economie, politiek en filosofie studeren. Maar afreizen naar verre landen als oorlogscorrespondent bleek al gauw niks voor haar. ‘Daar ben ik veel te laf voor,’ zegt ze in interviews.

Het moet heel wat zijn geweest voor een zeventienjarig meisje dat in Zimbabwe is opgegroeid om ineens in Londen te wonen. Daar moest u ook met de metro naar school. Zit dat meisje niet ook een beetje in de vervreemding van Rachel?

‘Oorlogscorrespondent, daar ben ik te laf voor.’ Foto: Kate Neill.

‘De verhuizing naar Londen was inderdaad een cultuurschok. Ik was wel eens in Engeland geweest, mijn ouders komen daar vandaan. Maar het was heel moeilijk om op mijn zeventiende mijn vrienden, huis en vertrouwde omgeving te verlaten. In het begin was ik heel eenzaam. Ik voelde me geïsoleerd en volkomen anders dan de jongeren met wie ik in de klas zat. Het duurde een tijd voordat ik vrienden kreeg, en die vrienden waren niet in Engeland geboren. Mijn twee beste vrienden kwamen uit Egypte en Peru. De dagelijkse reis door zo’n grote stad was voor mij een compleet nieuwe ervaring. De nabijheid van onbekenden die je elke dag in de metro ziet, waarvan je na een tijdje het gevoel hebt dat je ze kent: het geeft een gevoel van verbintenis terwijl er eigenlijk geen verbintenis is. Dat is iets wat Rachel ook ervaart. Als je eenzaam bent, wil je je zo graag verbonden voelen met anderen, dat je maar verbintenissen met anderen gaat fantaseren.’

Van uw jeugd in Afrika is in ‘Het meisje in de trein’ niets terug te vinden. Toch moet dat uw visie op de wereld hebben beïnvloed.
‘De situatie in Zimbabwe en in het buurland Zuid-Afrika zorgde ervoor dat ik al op een jonge leeftijd politiek bewust werd. Ik ben opgegroeid in een groot huis met een zwembad en een tennisbaan. Voor een kind is dat vanzelfsprekend, maar tegen de tijd dat wij weggingen uit Harare was ik er heel erg van doordrongen hoe oneerlijk de verdeling in de samenleving daar was. Dat heeft mijn blik op de wereld gevormd. Ik hoop dat ik daar ooit nog over ga schrijven, maar voorlopig doe ik dat nog niet. Het is voor mij moeilijk om over Zimbabwe te schrijven, omdat ik daar ook weer niet heel lang heb gewoond. Ik ben bang dat ik dingen verkeerd bezie, en wil voorkomen dat ik te nostalgisch over het land ga schrijven.’

In uw journalistentijd heeft u een financieel handboek geschreven voor vrouwen (‘The Money Goddess’), waar u nu wat gegeneerd over praat. Het is wel ironisch dat uitgerekend de schrijfster van zo’n handboek zelf in geldproblemen komt. Was het boek niet toereikend, of heeft u er zelf misschien te weinig van opgestoken?
‘Dat laatste is absoluut het geval. Ik heb de verschrikkelijke gewoonte om boven mijn stand te leven, heb elke creditcard die me werd aangeboden gretig aangenomen en meteen gebruikt. Als ik het handboek nu inkijk, ben ik niet zozeer beschaamd, ik realiseer me dat het volkomen achterhaald is. Ik heb het geschreven in 2003, en de financiële wereld is intussen totaal veranderd.’

Er zijn schrijvers die de in de schimmige wereld van topbankiers en multinationals materiaal vinden voor een thriller. Kunnen we iets dergelijks in de toekomst van u verwachten?
‘Nou, nee, liever niet. Tegen de tijd dat ik ophield met mijn werk als financieel journalist had ik het helemaal gehad met bankiers en The City.’
Na The Money Goddess schreef Hawkins onder het pseudoniem Amy Silver lichtvoetige boekjes die ze zelf als ‘chicklit’ omschrijft. Die lagen in het verlengde van haar journalistieke specialisme: ze gingen over jonge vrouwen in tijden van recessie, en droegen titels als Confessions of a Reluctant Recessionista en All I Want for Christmas. Aanvankelijk leek het format wel aan te slaan, maar in de vierde had niemand meer interesse. Dat kwam ook doordat het Hawkins niet lukte om ze luchtig te houden, er sloop steeds meer geweld en tragedie in. Liet ze een personage omkomen bij een bombardement in Afghanistan of doodrijden door een dronken automobilist. ‘Ik ben ook niet zo’n opgewekte, romantische persoon,’ heeft ze wel eens gezegd. ‘Dat kan ik wel zijn, maar ik heb een behoorlijk zwarte kant waar ik enorm in kan zwelgen.’

Waarom heeft u voor ‘Het meisje in de trein’ uw eigen naam weer gebruikt?
‘Het meisje in de trein is het eerste boek dat echt uit mijzelf is gekomen. Ik heb toch meer met duistere aspecten van de menselijke psychologie. De chicklit-boeken schreef ik in opdracht van een uitgever. Het is wel een goede training geweest in het werken met een plot, met verschillende personages en het aanbrengen van structuur in een verhaal. Ik had nooit veel zelfvertrouwen en schrijven leer je pas door het te doen.’

De vertellers in ‘Het meisje in de trein’ zijn allemaal vrouwen die in een kwetsbare positie verkeren ten opzichte van de mannen in hun leven. Was dat van begin af aan iets waarover u wilde schrijven?
‘Ik begon met Rachel. Haar stem had ik al heel lang in mijn hoofd, en ik had haar al eerder gebruikt in een verhaal. Tijdens het schrijven merkte ik dat het perspectief van Rachel alleen niet voldeed, dat ik het verhaal nodig had van Megan, en van Anna. Toen besloot ik dat het een boek moest worden over vrouwen rond de dertig; over hun relaties, hun angsten en de druk die zij ervaren rond het moederschap. Of je kinderen wilt of niet is in feite een privé-beslissing, maar in de openbaarheid wordt daar voortdurend over geoordeeld: een vrouw die geen kinderen wil, is egoïstisch; kan ze geen kinderen krijgen, dan is ze zielig; krijgt ze meer kinderen, dan doet ze dat zichzelf aan – noem maar op. Maar dat is een thema waar ik in mijn hoofd altijd al mee bezig ben, dus het is er vanzelfsprekend ingeslopen.’

Heeft u overwogen om ook het perspectief van een van de mannen uit het verhaal aan bod te laten komen?
‘Niet bij het schrijven van dit boek. Ik vond het interessant om de vrouwen, die elkaar aanvankelijk niet kennen, om elkaar heen te laten draaien, zodat je dezelfde gebeurtenissen uit meer perspectieven ziet. Ook om te laten zien hoe ze elkaar veroordelen, en hoe ze daarbij de oordelen van de maatschappij hebben geïnternaliseerd. En hoe de meningen die we over elkaar hebben, verkruimelen zodra ons perspectief verandert. Het wereldje waarin alles zich afspeelt, heb ik bewust klein gehouden: ik wilde bij die paar huizen blijven die Rachel in de trein passeert. Dat maakt het boek een beetje claustrofobisch. Ik ben nu bezig aan mijn tweede thriller, die ik deze zomer wil afschrijven. Die gaat over zussen en hun onderlinge relatie. En over hoe mensen die hetzelfde hebben meegemaakt, daar toch totaal verschillende herinneringen aan kunnen hebben. Weer een boek over vrouwen, ja. Misschien moet ik me daarna eens nodig op de mannen gaan richten.’

Ik heb begrepen dat ze er bij Dreamworks nog niet over uit zijn of ze de verfilming van ‘Het meisje in de trein’ in Londen laten afspelen of toch ergens in Amerika. Maar zou dat niet een fundamentele aantasting zijn van het verhaal?
‘Een deel van mij wil het boek in Londen tot leven zien komen, maar ik ben er ook wel nieuwsgierig naar wat er met de personages gebeurt als het verhaal getransporteerd wordt naar een heel andere plaats. De omgeving waar het verhaal zich afspeelt, is niet het allerbelangrijkste; de regisseur, het script en de cast dragen uiteindelijk de film.’