Niks ‘both sides.’ De grootste terreurdreiging in de VS komt al jaren noch van extreemlinks, noch van moslimextremisten, maar van extreemrechts. En daar moet de politiek naar handelen.

Er is een eng spelletje aan de gang, dat mij nog het meest doet denken aan ‘Wie heeft de langste’, maar dan met mensenlevens als inzet. Iedereen die in het bedrijfsleven heeft gewerkt kent het wel: het moment dat beslissingen niet meer worden gelegitimeerd door de cijfers, feiten of het intrinsieke doel van het bedrijf, maar op basis van reactief primatengedrag. Ik markeer het moment meestal door mijn onderarm op tafel te leggen – vaak voldoende om de stompzinnigheid van de situatie te duiden en het bloed weer terug naar de hersenen te doen stromen.

Maar in dit geval staan er geen kwartaalcijfers op het spel, maar de levens van mannen, vrouwen en kinderen. Over hun hoofden worden de feiten terzijde geschoven en wordt om het hardst tegen elkaar opgebokst in een wedstrijdje ‘Ja maar zij!’, met de meest prachtige theorieën als onderbouwing. De extreemrechtse demonstranten in Charlottesville waren erg, maar de anti-demonstranten waren minstens zo erg – misschien nog wel erger omdat ze zich moreel superieur wanen. En: de neonazi’s in Amerika zijn erg, maar moslimextremisme in Europa is erger. Of: de nazi-praktijken in de Tweede Wereldoorlog waren erg, maar de huidige gruweldaden van het salafi-jihadisme zijn erger, omdat de nazi’s tenminste nog een zekere morele schroom kenden. Het publieke debat is een absurde Trump-persconferentie voor gevorderden geworden, die zich als een olie-vlek over de samenleving verspreidt.

Door stelselmatig het een tegen het ander af te zetten, bereiken we het tegenovergestelde van wat we beogen. De vijand die we willen uitlichten wordt niet serieuzer genomen; we begeven ons juist op een glijdende schaal van relativering, die leidt tot legitimering, die leidt tot een eindeloze cirkel van geweld, steeds weer verklaard door de actie van de ander.

Om helderheid in zowel debat als beleid te krijgen moeten we zaken beoordelen op hun eigen merites: de feiten en de context. Op basis daarvan is het vervolgens uitstekend mogelijk op alle fronten actie te ondernemen; dat lijken we wel eens te vergeten.

Een ander verhaal

Neem het ‘both sides’ verhaal van Trump over de gebeurtenissen in Charlottesville: hij veroordeelde de extreemrechtse nationalisten even sterk als de linkse tegen-demonstranten. In het publieke debat werden zijn woorden met opluchting omarmd, omdat deze conclusie je niet tot verdere actie, of zelfs maar nadenken, dwingt. Het is de moeder die nonchalant haar kibbelende kinderen aan de oren trekt: ‘Waar er twee vechten, hebben er twee schuld, en nu aan tafel.’

De feiten en context vertellen een ander verhaal, dat wel degelijk noopt tot actie – alleen een andere actie dan het beleid van Trump voorstaat. De grootste terreurdreiging in de VS komt al jaren noch van extreemlinks, noch van moslimextremisten, maar van extreemrechts. Het onderzoeksfonds van The Nation Institute, een nonprofit organisatie ter bevordering van onderzoeksjournalistiek, stelde een database samen van alle terroristische aanslagen in de VS van 2008 tot eind 2016. Deze vertelt ons het volgende: in die periode waren er 63 zaken van moslimterreur, waarvan een aanzienlijk deel werd verijdeld (73%), 115 zaken van extreemrechtse terreur, waarvan een minderheid werd verijdeld (35%), en 19 gevallen van extreemlinkse terreur, waarvan er een paar werden verijdeld. De extreemrechtse aanvallen waren bijna driemaal zo vaak dodelijk, hoewel het totale aantal doden door moslimterreur hoger is.

Een rapport van de Amerikaanse Rekenkamer in opdracht van het Congres in april 2017 bevestigt dit beeld. Het concludeert dat sinds 9/11 (11 september 2001), extreemrechtse extremisten verantwoordelijk waren voor 73% van de aanslagen in de VS, en moslimextremisten voor 27% ervan. ‘Het totale aantal dodelijke slachtoffers is ongeveer hetzelfde in die vijftienjarige periode (respectievelijk 106 en 119),’ staat erin.

Geweld uit extreemlinkse hoek komt bijna niet voor, en rechtvaardigt op geen enkel moment het gelijkstellen aan extreemrechts, zoals president Trump na de gebeurtenissen in Charlottesville deed – en met hem vele invloedrijke stemmen in het debat, die hun echo in onze samenleving vinden.

Antisemitische aanvallen

Plaats deze cijfers in de context van het institutioneel racistische verleden van Amerika met haar traditie van witte haatgroeperingen, in combinatie met de sterke stijging van racistische en antisemitische aanvallen sinds de verkiezing van Trump als president. Dit alles suggereert de terugkeer naar een bredere, onderliggende acceptatie van extreemrechts gedachtegoed in het land, die zich uit in toenemende brutaliteit en daadkracht. Dát is het verhaal dat over Charlottesville verteld moet worden – niet het schaapachtige verslag van Trump’s ‘both sides’ opmerkingen, die enkel dienen ter legitimering van zijn onzinnige beleid.

Dit alles suggereert de terugkeer naar een bredere, onderliggende acceptatie van extreemrechts gedachtegoed in het land, die zich uit in toenemende brutaliteit en daadkracht.Want de harde feiten zien zichzelf niet weerspiegeld in begrotingen, bestrijdingsplannen, onderzoek en opsporing in de VS. Trump blijft zich concentreren op de ‘shutdown of Muslims’, zoals hij tijdens de campagne beloofde, met extra fondsen gericht op de bestrijding van moslimextremisme en een voorgestelde bezuiniging op bestrijdingsprogramma’s van ander extremisme.

Linksknuffelaar

Als je dit soort feiten aandraagt, word je al snel voor linksknuffelaar of deuggleuf uitgemaakt, hoewel ik nergens zeg dat je links of jihadistisch geweld niet net zo goed keihard moet aanpakken. Als er een kaalslag in mijn tuin wordt veroorzaakt door zestig mollen, dertig sprinkhanen en tien pieren, dan maak ik een plan om ze allemaal, op gepaste wijze, te bestrijden. Als ik daarbij de meeste urgentie en gelden aan de mollenbestrijding toewijs, maakt mij dat nog geen pierenliefhebber.

In Europa is het ongedierte in de tuin weer anders onderverdeeld, maar dat maakt de benadering van het vraagstuk niet anders.

We mogen niet accepteren dat er politieke leiders zijn, met in hun kielzog slechte journalisten, zwammende opiniemakers en goedgelovige burgers, die ons in kampen willen onderverdelen van waaruit iedereen roept dat zíjn vijand de ergste is. Statistieken discrimineren niet. De trieste grap is dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten.