Eigenlijk kennen de Provinciale Statenverkiezingen van 18 maart alleen maar verliezers.

De commentatoren die voorspelden dat de Provinciale Statenverkiezingen van 18 maart zouden uitlopen op een nek-aan-nekrace tussen D66 en de PVV, op een Grote Geert en Alexandershow, hebben ongelijk gekregen. De verkiezingen liepen uit op een nek-aan-nekrace tussen alles en iedereen, behalve de PvdA dan. Tot diep in de nacht bleef het spannend wie de grootste partij zou worden: de door affaires geteisterde VVD of het CDA, door velen al doodverklaard maar in de provincie opeens weer springlevend gebleken (met als hoogtepunt de uitslag in het Overijsselse Tubbergen: van vierenvijftig naar zesenvijftig procent).

Net zo lang bleef het onduidelijk wie er op de derde, vierde en vijfde plaats zouden belanden. Terwijl in het land de stemmen werden geteld, wisselden de partijen van Pechtold, Wilders en Roemer voortdurend stuivertje. Uiteindelijk kwamen D66 en de SP allebei rond de tien zetels uit, de...