Ze vormden een gouden koppel, jonge hond Karim Aachboun en zijn senior collega Ad Aerts die hem de fijne kneepjes van het belastingadviseurschap leerde. Maar het sprookje liep niet goed af. ‘Karim opkrassen!’

Karim Aachboun en Ad Aerts waren binnen KPMG Meijburg een bijzonder duo. Aerts was een van de best presterende senior partners die met zijn grote kennis en kunde miljoenen voor de maatschap binnenhaalde. Hij was al 28 jaar aan de belastingadviesorganisatie Meijburg verbonden en werkte met grote bedrijven als Accenture, ASML, de Nederlandse Spoorwegen en Tata Steel, om er maar een paar te noemen. Karim Aachboun groeide op in een Utrechtse arbeiderswijk, studeerde fiscale economie en begon direct na zijn studie in november 2008 bij KPMG Meijburg, 21 jaar oud, brandend van ambitie. Binnen het bedrijf, zo vertellen betrokkenen, werd als het over het tweetal ging vaak de vergelijking gemaakt met de hoofdpersonen uit de veelbekroonde en door premier Mark Rutte bij Zomergasten tot favoriete film gekozen Intouchables, de verlamde aristocraat Philippe en zijn uit de banlieu afkomstige verzorger Driss. Aachboun kwam in zijn eerste week binnen in een streepjespak met een streepjesoverhemd en een gestreepte das, hij droeg sportsokken en had zijn haar lang in de nek. Aerts stuurde hem naar de kapper en nam hem mee naar een kleermaker om zich maatpakken en goed zittende overhemden te laten aanmeten. Hij leerde Aachboun hoe hij zich moest gedragen in sterrenrestaurants, bracht hem etiquette bij, leerde hem hoe hij met klanten moest praten – leerde hem, kortom, hoe hij zich moet gedragen in de wereld van het grote bedrijfsleven. En Aachboun bleek een vlijtige leerling die snel carrière maakte. Hij werkte met bedrijven als Louis Vuitton Möet Hennessy, Continental en Accenture.

Een mooi verhaal over de opkomst van de Ahmed Aboutaleb van de belastingadviseurs in de wereld van het grote bedrijfsleven, zou je denken, maar het sprookje loopt niet goed af. In het verhaal van Aachboun en zijn mentor Aerts komen veel dingen samen: machtsstrijd, agressie, groepsdwang, bestuurlijk onvermogen, een doofpot en vriendjespolitiek. Sinds januari verschenen er in De Telegraaf en ook op de website van Quote regelmatig berichten over Aerts en Aachboun, maar het volledige verhaal is nooit verteld.

Quote 500

Om de kluwen te kunnen ontwarren, moeten we terug naar 2012. Bij KPMG Meijburg was toen alles nog koek en ei, er waren grote plannen. Ze wilden in Nederland nieuwe vermogende klanten binnenhalen, er moesten grotere omzetten worden gehaald. In plaats van via bekende contacten nieuwe klanten werven, wilden de belastingadviseurs via koude acquisitie, de voet-tussen-de-deur-methode, grote vissen binnenhalen. Ze richtten zich op de bovenste echelons van de Quote 500, de rijkste families van Nederland.

Het was een gedurfde strategie in een wereld waar voorzichtig moet worden geopereerd en alles draait om vertrouwen en discretie. Maar Karim Aachboun boekte het ene succes na het andere. Hij werd in het interne bedrijfsblad Unit 1 ‘een natuurtalent’ genoemd, die met Ad Aerts en zijn jarenlange fiscale ervaring een gouden koppel vormde: ‘Meetings worden belegd, proposals uitgebracht en… gewonnen.’

Vanwege zijn goede prestaties werd Aachboun in april 2014 bevorderd tot Tax Manager A. In een e-mail in mei van dat jaar waarin wordt gesproken over ‘data-analyse en steekproeftechnieken’ om nieuwe klanten te benaderen, wordt Aachbouns naam expliciet genoemd. ‘Wij zijn bekend met Karims vaardigheden en wij willen hem hierbij zo veel mogelijk inschakelen opdat het project een succes wordt,’ staat te lezen in de interne mail die VN heeft ingezien.

Aachboun maakt de hoge verwachtingen in de maanden die volgden waar. Hij slaagde erin een aantal zeer vermogende klanten los te weken bij de concurrentie.
Er was lof alom. ‘Geen enkele partner slaagde erin om binnen korte tijd diverse miljonairs uit het topsegment van de Quote 500 binnen te halen,’ zo blijkt uit processtukken in de procedure tussen voormalig mede-eigenaar Aerts en KPMG Meijburg over de beëindiging van Aerts’ maatschapsovereenkomst.

Jaloerse mede-eigenaren

Maar niet iedereen was blij met Aachboun. Zo kreeg hij, meldde hij in zijn aangifte, te maken met openlijke discriminatie. Nadat PVV-leider Geert Wilders op de uitslagenavond van de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 zijn beruchte ‘minder minder’-uitspraak deed, kreeg Aachboun een e-mail van een collega die schreef: ‘Minder, minder, kan jij dat regelen?’, zo staat te lezen in de aangifte die Aachboun in juni 2015 deed bij de politie in verband met de verduistering van zijn laptop. Die laptop had hij achtergelaten bij KPMG Meijburg en is nooit meer boven water gekomen. Hierdoor was het voor Aachboun moeilijk om te bewijzen dat hij was gediscrimineerd. Toch stelde hij in zijn ontslagzaak dit voorjaar dat er collega’s waren geweest die het woord ‘poep’ op een document hadden geschreven. Nadat hij daarover klaagde, werd hij tegen zijn zin overgeplaatst naar een andere unit. Verder was het gerucht verspreid dat Aachboun weigerde vrouwen een hand te geven. De rechter stelde in het vonnis dat er onvoldoende bewijs was, en dat als er al sprake was van discriminatie, dit niet structureel en stelselmatig gebeurde, gezien het feit dat Aachboun binnen Meijburg aanvankelijk voorspoedig carrière maakte.

Er speelde ook nog een andere kwestie: die van jaloerse senior partners, die bang waren voor hun positie door de onstuitbare opmars van Aachboun. Dat blijkt uit de eerder genoemde processtukken in de zaak tussen KPMG Meijburg en Aerts. Uit die processtukken komt ook naar voren dat ‘diverse partners en portefeuillehouders’ hun vertrouwen in de kwaliteiten van Aachboun hadden uitgesproken en dat Aachboun tijdens een partneroverleg als de nieuwe commerciële topman van KPMG Meijburg naar voren was geschoven. Dit leidde, volgens deze processtukken, tot spanningen omdat ‘bepaalde partners in de top die zelf maar matig presteerden Aachboun als een gevaar voor hun eigen positie zagen’. In dit verband wordt met name de toenmalige en huidige commerciële directeur genoemd. ‘Door Aachbouns prestaties groeide de twijfel of deze directeur wel de juiste commerciële topman was om de groeiambities van KPMG Meijburg te realiseren.’

Aachboun stelde dat collega’s het woord ‘poep’ op een document hadden geschreven.

‘Ernstige zorgen’

Lange tijd bleven de spanningen tussen de mede-eigenaren bij Meijburg onder de oppervlakte. Aachbouns carrière verliep crescendo. Naast het binnenhalen van grote klanten speelden Aachbouns ‘strategische adviezen’ een ‘doorslaggevende rol’ bij het naar Nederland halen van ‘een project’, zo komt uit processtukken naar voren. Het ging om het bedrijf Israel Chemicals Limited (ICL). In januari 2015 opende Mark Rutte het gebouw. Het ging om een investering van 150 miljoen euro die driehonderd nieuwe banen opleverde.

In maart 2015 liepen de spanningen bij Meijburg op tot een kookpunt. De toenmalige financiële topman Wiebe Cnossen stuurde aan op een functioneringsgesprek met Aachboun, hoewel hij nooit met hem werkte. In een voorafgaand memorandum dat onder de mede-eigenaren werd verspreid, schreef hij: ‘Ik twijfel niet aan de goede wil en inzet en meen dat hij zeer wel een bijzonder talent en een bijzondere skill-set in huis heeft, maar ik maak mij ernstige zorgen of Meijburg de omgeving is waarbinnen die talenten nou goed tot hun recht kunnen komen.’ Verder schreef Cnossen: ‘Ik ben op basis van (het gebrek aan) zijn ontwikkeling zeer negatief over zijn verdere carrièreperspectief binnen Meijburg.’

Geheven vuist

De situatie explodeerde op 24 maart 2015.
Die dinsdag begon vrolijk; een honderdtal werknemers van unit 1 verzamelde zich rond de lunch in de pantry op de tweede verdieping van het hoofdkantoor aan de Laan van Langerhuize langs de A9 in Amstelveen. Reden: Aachboun had kort daarvoor weer eens een multimiljonair binnengehaald en hij werd in warme bewoordingen toegesproken door zijn mentor Ad Aerts. ‘Zonder de door jou geregelde openingen en je commercieel-strategische guidance zouden we nooit zover gekomen zijn,’ zei de senior partner. ‘Zo’n dubbel succes in dit ongelofelijk moeilijk te penetreren marktsegment is binnen Meijburg nog nooit vertoond. (…) Karim, het is je gelukt, je creëert je eigen werk en hoe!’ De toehoorders applaudisseerden en Aerts gaf zijn jongere collega een fles champagne als dank.

Een uur later zaten Aerts en Aachboun samen in de kamer van Aerts toen Wiebe Cnossen de deur opengooide, de kamer binnenstormde en met geheven vuist op Aachboun en Aerts afliep. Hij riep tot twee keer toe ‘Karim opkrassen’, ging pal voor Aerts staan met een gebalde vuist en schreeuwde tegen hem: ‘Ik ben hier de baas!’

De Telegraaf, die in januari 2016 als eerste over Aachboun schreef, plaatste de uitbarsting van Cnossen in de rij van discriminerende incidenten. Maar uit de processtukken kwam een ander beeld naar voren: discriminatie werd niet bewezen geacht, maar Aachboun lijkt wel het slachtoffer te zijn van een machtsstrijd tussen mede-eigenaren.

Dus als Aerts zich niet koest hield in de zaak-Aachboun, kon hij een eervol vertrek vergeten?

Labiel persoon

De dag na het incident meldde Aachboun zich ziek bij de afdeling personeelszaken waar hij meldde dat hij geschrokken was van het incident. Daar kreeg hij drie keuzes; zich blijvend ziek melden, het uitpraten met Cnossen of een klacht indienen. Wat het bedrijf niet deed, was Cnossen aanspreken op zijn gedrag. Later zou de rechtbank Amsterdam in de ontslagzaak van Aachboun oordelen dat ‘verwacht had mogen worden’ dat Cnossen juist wél op zijn gedrag zou worden aangesproken en ‘dat er op was aangestuurd dat hij zijn excuses zou aanbieden voor zijn botte gedrag’. En dat had volgens de rechter zeker in de rede gelegen omdat Cnossen voornemens was een functioneringsgesprek met Aachboun te houden. Een woordvoerder van KPMG Meijburg laat weten dat Cnossen kort na het voorval wel degelijk excuses heeft aangeboden.

Aerts verzocht om snel optreden, iets wat niet gebeurde. ‘Ik stel vast dat er sprake is geweest van agressie van de kant van Wiebe en dat het bestuur weigert zich daarover uit te laten,’ schreef Aerts aan bestuursvoorzitter Wilbert Kannekens in een e-mail op 7 mei 2015, zes weken na het incident. ‘Naar mijn mening is dit laatste bijna even onaanvaardbaar als de agressie zelf.’ Blijkbaar haalde zijn pleidooi niets uit. Weer een maand later, in juni 2015, beklaagde Aerts zich bij Kannekens dat hij in plaats van een fatsoenlijke reactie slechts ‘een memo’ had ontvangen waarin één zin werd gewijd aan het ‘vermeend agressieve gedrag’ van Cnossen en waarin Aerts naar eigen zeggen werd neergezet ‘als dader in plaats van als slachtoffer’. Aerts: ‘Jullie reactie is daarom onaanvaardbaar en een belediging van de normen en waarden waar Meijburg & co traditioneel voor staat.’

Aerts stond vanaf dat moment recht tegenover het bestuur van de maatschap. Alle discussies stopten toen hij in juni 2015 werd getroffen door een hersenbloeding als gevolg waarvan hij tijdelijk aan één zijde van zijn lichaam was verlamd. Aachboun zat sinds het incident thuis. Hij deed in juni 2015 aangifte tegen zijn werkgever wegens bedreiging en discriminatie en de kans bestond dat de politie de zaak in onderzoek zou nemen. Later bleek overigens dat de aangifte zoekraakte. De zaak is uiteindelijk voor zover bekend nooit door de politie opgepakt.

Op 13 juli 2015 ontving Aerts op zijn ziekbed een e-mail van een collega-partner.
Na enige aardige woorden (‘het is belangrijk dat jij je beter gaat voelen’) stelde hij Aerts voor mee te doen aan het in de doofpot houden van de affaire Aachboun. Als de politie Aerts mocht benaderen, dan moest hij een ‘seintje geven’, zodat door de huisadvocaat van KPMG Meijburg een briefje kon worden gemaakt dat hij het bed moest houden. Op een later moment zou Aerts dan naar het bureau kunnen gaan om een schriftelijke verklaring af te leggen die ‘moest worden opgesteld in overleg met de advocaat’. Mocht de vraag komen of hij getuige was geweest van dreiging of intimidatie van Cnossen ten opzichte van Aachboun, dan diende Aerts ‘simpelweg ontkennend te antwoorden’. ‘Als de politie er überhaupt mee aan de gang gaat; een labiel persoon die met Arbo-begeleiding overspannen thuis zit, en aangifte komt doen zal denk ik niet hoog op het prioriteitenlijstje staan,’ aldus de partner. De mail eindigde met de zin: ‘Eerst even focussen op herstel, daarna afwikkeling met de maatschap. Karim is slechts een randverschijnsel.’

De e-mail volgde op een eerder bericht van de partner waarin Aerts te verstaan werd gegeven dat het Dagelijks Bestuur onder leiding van Kannekens aanstuurde op beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst. Gestreefd werd naar ‘een nette deal’ met als inzet ‘een koninklijk vertrek’. Maar als de afwikkeling van Aerts’ vertrek te lang zou duren in combinatie met ‘oprispingen in het dossier Karim’ zou het lastiger worden ‘een dergelijk resultaat’ te bereiken. Zou de partner hiermee hebben willen suggereren dat als Aerts zich niet koest zou houden in de zaak-Aachboun, hij een eervol vertrek met een goede financiële regeling kon vergeten?

Slachtoffer

Door Wilbert Kannekens was in de tussentijd een commissie opgetuigd die moest onderzoeken of het dagelijks bestuur al dan niet terecht het vertrouwen in Aerts had verloren. Deze commissie stond onder leiding van Valentijn van Noorle Jansen, partner en plaatsvervangend raadsheer bij de belastingkamer van het gerechtshof in Den Haag. De commissie kwam in haar verslag (dat niet meer dan twee pagina’s telde) tot de conclusie dat ‘het Dagelijks Bestuur in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat zij geen verdere verantwoordelijkheid wil nemen voor het functioneren van Ad’.

In een e-mail aan alle partners probeert Aerts op 17 augustus 2015 tevergeefs zijn standpunten duidelijk te maken. ‘De hele zaak is mij niet in de koude kleren gaan zitten,’ schrijft hij, ‘en heeft bij mij als slachtoffer van agressies tot grote spanningen geleid omdat ik het gevoel kreeg bijna alleen te staan in mijn verontwaardiging over Wiebes gedrag.’ En: ‘Het is beschamend om te concluderen dat het Dagelijks Bestuur, in plaats van haar verantwoordelijkheid te nemen, ertoe besluit om mij, als slachtoffer van agressie, uit de maatschap te willen zetten.’

Zijn pleidooi mocht niet baten.
Op 20 augustus 2015 kreeg Aerts een voorstel voor een vertrekregeling, waarin uitdrukkelijk stond vermeld dat hij de gebruikelijke vergoeding voor de overdracht van zijn aandeel in de onderneming zou ontvangen mits hij zich ‘in de kwestie Karim zal richten naar de instructies van het Dagelijks Bestuur’. Aerts ging niet akkoord.

Op 3 september 2015 werd door het Dagelijks Bestuur van KPMG Meijburg een speciale maatschapsvergadering uitgeroepen om het gedwongen vertrek van Aerts ter stemming voor te leggen aan de 42 stemgerechtigde partners. In het transcript van deze vergadering staan de eisen opgesomd die Aerts aan zijn vertrek stelde, met daarbij de opmerking dat die voor het bestuur ‘niet aanvaardbaar’ waren. Ook niet zijn eis zich de vrijheid voor te behouden naar eer en geweten te getuigen tegenover rechter of politie, indien hij daartoe zou worden opgeroepen. Dat KPMG Meijburg een mede-eigenaar onder druk zette niet mee te werken aan een mogelijk justitieel onderzoek mag opmerkelijk heten. Nog opmerkelijker was het dat de eerder genoemde plaatsvervangend raadsheer bij de Belastingkamer van het gerechtshof in Den Haag, Valentijn van Noorle Jansen, niet opstond voor zijn vertrekkende collega.

In een reactie laat KPMG Meijburg weten dat juist expliciet is gesteld dat Aerts niets in de weg mocht worden gelegd.

1 miljoen euro

Intussen had Karim Aachboun niet stilgezeten. Uit vertrouwelijke documenten blijkt dat hij brieven schreef over zijn kwestie aan KPMG-commissarissen als voormalig leider van GroenLinks Jolande Sap, voormalig werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes, voormalig VVD-Tweede Kamerlid Laetitia Griffith en de oud-bestuursvoorzitter van KPMG Jan Hommen. Ook schreef hij de huidige bestuursvoorzitter van KPMG Albert Roëll met het verzoek tegen agressie op de werkvloer op te treden, maar zonder resultaat. Op 12 april 2016 deed de rechtbank Amsterdam uitspraak in zijn ontslagzaak. De rechter oordeelde dat KPMG Meijburg ‘ernstig verwijtbaar’ had gehandeld en kende een vergoeding toe van 75.000 euro. In De Telegraaf noemde Aachboun de uitspraak ‘sensationeel’. Toch overwoog hij twee maanden later in hoger beroep te gaan omdat hij een hogere schadevergoeding eiste. Reden: Aachboun had inmiddels – door de stukken die hij via oud-collega’s alsnog had gekregen – de bewijzen zwart op wit dat hij naar voren was geschoven als de nieuwe commerciële topman tijdens een partneroverleg. Maar tot een hoger beroep kwam het niet. De zaak werd achter gesloten deuren voor 1 miljoen euro geschikt, aldus ‘bronnen in de top van KPGM Meijburg’ tegenover De Telegraaf. Het bedrijf doet dit bedrag af als ‘volstrekte onzin’. Aachboun wilde niet reageren.

De zaak tussen Aerts en KPMG Meijburg loopt nog. Daarnaast was Aerts ook naar het Gerechtshof Den Haag gestapt, zo blijkt uit een briefwisseling die onder de mede-eigenaren van KPMG Meijburg is verspreid. Aerts verzocht om het openen van een onderzoek naar mogelijke schending van de eer en waardigheid van het rechterlijke ambt van Valentijn van Noorle Jansen. Aanleiding was onder meer de vermeende rol van Van Noorle Jansen bij de opstelling van e-mails aan Aerts waarin hij werd ‘geïnstrueerd om een agressie-incident te ontkennen’. Ook verweet hij parttime raadsheer Van Noorle Jansen dat deze niet geprotesteerd had toen Kannekens tijdens de vergadering van 3 september namens het bestuur definitief uitsprak het onaanvaardbaar te vinden dat Aerts zich niet wilde laten beperken in zijn vrijheid om naar eer en geweten te mogen getuigen in de zaak Aachboun als hij daartoe zou worden opgeroepen.

‘Onaangenaam verrast’

Op 9 maart 2016 reageerde de voorzitter van het gerechtshof in Den Haag Leendert Verheij in een uitgebreide brief. Verheij meldde na de ontvangst van de brief de heer Van Noorle Jansen ‘uitgenodigd te hebben voor een gesprek’ en noch in de brief noch in het gesprek aanknopingspunten te zien voor een ambtshalve onderzoek. Als argument stelde Verheij onder meer dat Van Noorle Jansen hem het transcript ter hand had gesteld van de vergadering van 3 september 2015 en dat daarin uitdrukkelijk stond vermeld dat Aerts niet beperkt mocht worden bij het geven van een getuigenverhoor onder ede.

Zie je wel, stelde Verheij: niets aan de hand! Maar, en dat is de crux, in het transcript van 3 september vorig jaar staat juist dat het bestuur van KPMG Meijburg deze voorwaarde, door Aerts voorgesteld, ‘niet aanvaardbaar vond’, iets wat wordt bevestigd door eerder genoemde e-mails waarin Aerts uitdrukkelijk te kennen werd gegeven dat hij alleen een fatsoenlijk vertrek zou krijgen als hij zich ‘in de kwestie Karim’ zou richten naar de aanwijzingen van het Dagelijks Bestuur.

Aerts reageerde verbaasd en schreef ‘onaangenaam verrast te zijn’ dat Verheij zijn oordeel velde zonder ‘hoor en wederhoor toe te passen’ en verzocht nogmaals om zijn klacht mondeling te mogen toelichten. Op dat verzoek is voor zover bekend nooit een antwoord gekomen. In augustus 2016 heeft Ad Aerts aangifte gedaan tegen bestuursvoorzitter Wilbert Kannekens omdat hij belemmerd zou zijn in de mogelijkheid vrijelijk te getuigen in de zaak Aachboun.

Het Koninklijk Huis

Karim Aachboun is inmiddels zijn eigen belastingadviespraktijk gestart. Volgens zijn website kunnen via een secretaresse afspraken worden gemaakt. In de zaak van Ad Aerts is door de rechtbank een onafhankelijke arbitragecommissie benoemd die zal beslissen over de financiële afwikkeling van zijn gedwongen vertrek bij KPMG Meijburg. Ook Aerts is voor zichzelf begonnen. Wiebe Cnossen heeft zich na een seksschandaal teruggetrokken als financieel directeur van KPMG Meijburg (zie kader). Op vragen van Vrij Nederland heeft hij niet gereageerd. Wilbert Kannekens is nog steeds bestuursvoorzitter en ook Valentijn van Noorle Jansen is nog steeds verbonden aan KPMG Meijburg. Aachboun en Aerts wilden niet meewerken aan dit stuk.

Het bedrijf laat in een reactie weten dat de zaken van Aerts en Aachboun weliswaar een ‘situationeel’ verband hebben, maar dat er ‘geen fundamenteel verband’ is tussen beide arbeidsconflicten. Verder benadrukt het bedrijf dat de bedragen die in de media worden genoemd over de betaling aan Aachboun ‘volstrekte onzin’ zijn. Ook verwijst het naar een eerdere persverklaring waarin met instemming werd gesteld dat de rechter had vastgesteld in de zaak Aachboun dat er geen sprake was van een geweldsincident, discriminatie, bedreiging, pesten of tegenwerken.

President van het Haagse gerechtshof Leendert Verheij laat weten dat hij ‘beduidend meer tijd nodig heeft dan thans beschikbaar’ om te kunnen reageren op onze vragen. Het Koninklijk Huis trok zich begin mei (dus twee weken na de uitspraak in de zaak Aachboun) terug als klant. In De Telegraaf meldden ‘bronnen’ rond het Koninklijk Huis dat de beslissing niets te maken heeft met de affaires waarin het bedrijf is verwikkeld.

De schandalen bij KPMG

De accountants van het prestigieuze KPMG en de belastingadviseurs van KPMG Meijburg werden de afgelopen jaren geplaagd door schandalen. Alle affaires op een rijtje.

1. Seksschandaal
Tijdens een skireisje zou financieel topman Wiebe Cnossen zich hebben misdragen ten opzichte van een jonge fiscaal juriste. Met dit nieuws pakte De Telegraaf uit op 7 april van dit jaar. De medewerkster zou op een skireisje onwel zijn geworden tijdens een avondlijk uitje. Hierbij zou naar men vermoedt een verdovend middel in haar drankje zijn gestopt, waarna ze de volgende ochtend wakker werd in de slaapkamer van Cnossen, aldus een getuige in De Telegraaf. Daarbij trof zij haar bh ‘op een andere plek aan’, stond er nog cryptisch in het artikel. Cnossen zou, nog steeds volgens De Telegraaf, zichzelf ook hebben opgedrongen aan een secretaresse. Beide vrouwen zouden een interne klacht hebben ingediend.

Een woordvoerder van KPMG Meijburg liet weten dat tijdens een door medewerkers georganiseerde ‘event buiten kantoortijd’ een partner zich ‘ten opzichte van vrouwelijke collega’s heeft gedragen op een manier die in strijd is met de voorbeeldfunctie van partners’. Het bedrijf wilde in belang van de privacy niet zeggen om wie het gaat.

Cnossen heeft zijn functie als financieel directeur inmiddels opgegeven. Greet de Schipper, de vrouw van Cnossen, verweerde zich tegen de aantijgingen op de website van Quote. ‘Niets van waar,’ zei ze. Vrij Nederland heeft via het e-mailadres van Visser geprobeerd een nadere verklaring van Cnossen te krijgen, maar kreeg geen reactie.

2. Ballast Nedam
Tussen 2000 en 2003 voerden accountants van KPMG bij bouwbedrijf Ballast Nedam de controle van de boeken op zo’n manier uit dat betalingen aan buitenlandse agenten en de daarbij behorende schaduw-administratie werd verhuld. Het OM noemde de controles op de betalingen ‘zonder meer verwijtbaar ontoereikend’. In 2013 schikte het bedrijf met het Openbaar Ministerie voor een bedrag van 7 miljoen euro. Het werd KPMG aangerekend dat signalen over de missstanden niet voldoende werden opgepakt. ‘Binnen KPMG was destijds onvoldoende aandacht voor de naleving van de zorgvuldigheids- en integriteitseisen,’ aldus het OM in een persverklaring.

3. Vestia
De accountant die de boeken deed van woningbouwvereniging Vestia is in augustus 2013 door een tuchtrechter berispt. Vestia verloor bijna 3 miljard euro door speculaties met rentederivaten. De accountant had ‘op niet te onderschatten wijze de beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag geschonden’. De uitspraak werd in februari van dit jaar in hoogste instantie bevestigd door de Centrale Raad van Beroep. De nieuwe directie van Vestia stuurde in augustus van dit jaar een dagvaarding naar KPMG met een claim. Of het tot een rechtszaak komt, is onduidelijk: in de regel schikken grote accountantskantoren dit soort affaires.

4. Fraude bij Imtech
De KPMG-accountant maakte in mei 2013 melding van fraude bij het technische bedrijf Imtech, maar had dat veel eerder kunnen weten als signalen van werknemers en anderen over dat de cijfers niet klopten, serieus waren genomen. Ook zou de accountant niet hebben ingegrepen. Tijdens de aandeelhoudersvergadering in 2012 toen door aandeelhouders kritische vragen werden gesteld aan de directie, werd daarop ontwijkend geantwoord. De Vereniging van Effectenbezitters sleepte KPMG in oktober 2015 voor de tuchtrechter.

5. Boete
De autoriteit Financiële Markten legde KPMG in juni 2013 een boete op van bijna negenhonderdduizend euro voor een gebrekkig kwaliteitsbeheersingssysteem in 2008 en 2009.

6. SBM Offshore
Jack van Rooijen, de accountant die ook in de Ballast Nedam-affaire een rol speelde, controleerde de boeken van multinational SBM Offshore. Dat bedrijf was verwikkeld in een grote corruptie affaire en schikte met het OM voor 250 miljoen dollar vanwege smeergeldpraktijken in Brazilië, Angola en Equatoriaal Guinea. KPMG kondigde aan een intern onderzoek te doen naar de controle van SBM Offshore, maar daar is na 2014 nooit meer een openbare mededeling over gedaan.

7. Beleggingsclub
Op 16 april 2014 kwam De Telegraaf met het nieuws dat de topman van KPMG Jurgen van Breukelen de motor was achter een privébeleggingsclub van topmanagers van het bedrijf. Het bestaan van de club bevestigde het beeld van de graaicultuur die heerste bij de top, zo zei een anonieme manager in De Telegraaf. De affaire kwam naar buiten nadat de gemeente Blaricum beslag liet leggen bij een aantal KPMG-partners die hadden geweigerd een resterend bedrag te betalen voor de aankoop van het voormalige gemeente-huis van Blaricum dat moest worden omgebouwd tot zeer luxe seniorenappartementen. Het project werd een blok aan het been na het uitbreken van de kredietcrisis en de KPMG’ers wilden ervan af. Jurgen van Breukelen trad mede wegens deze affaire terug.

8. Bouw hoofdkantoor Amstelveen
Op 17 april 2014 kwam – opnieuw via De Telegraaf – naar buiten dat het OM en de FIOD een strafonderzoek deden naar belastingfraude en valsheid in geschrifte bij de bouw van het nieuwe hoofdkantoor van KPMG. Het onderzoek wordt gedaan naar een aparte vennootschap die belast was met de bouw, een joint venture van KPMG en de projectontwikkelaar. Het gaat om fraude die vermoedelijk is gepleegd in 2009 en 2010 doordat KPMG ten onrechte onkosten heeft opgevoerd. Ook zou de projectontwikkelaar valse facturen hebben verstuurd. De Telegraaf meldde (onder de kop ‘partners verdeelden buit’) dat belastingadviezen van KPMG Meijburg door de KPMG-top naast zich neer was gelegd. Dit zou zijn gebeurd door een groep partners rond de inmiddels opgestapte topman Jaap van Everdingen. Zij wilden het geld toucheren dat door de andere partners te veel aan huur zou worden betaald. Inmiddels heeft het Openbaar Ministerie beslag laten leggen bij vastgoedondernemer Leon Bots in deze zaak.

9. Vleesverwerker Weyl
Een accountant van KPMG werd uit zijn beroep gezet in de zaak rond de fraude van de vleesverwerker Weyl. In deze zaak – waarbij KPMG tekortschoot in de controle en niet ontdekte dat er bij Weyl grootscheepse fraude plaatsvond – kwamen de collega’s van Ernst en Young met een verwoestend rapport over de werkwijze van de KPMG’ers. In mei van dit jaar diende de curator van het inmiddels failliete Weyl een claim in van 150 miljoen euro bij KPMG.