De Europese landbouwsubsidiestroom zou in 2013 opdrogen, beloofden PvdA en VVD. De boerenlobby heeft dat verijdeld.

Straatsburg, 13 maart 2013. Van­daag stemt het Europarlement over de toekomst van de grootste slokop van het Europese budget: het landbouwbeleid. Jarenlang hebben land­bouwers, politici en milieuactivisten hier met spanning naar uitgekeken.

De een vol vrees over het wegvallen van de steun die Europese agrariërs zo nodig zouden hebben om het hoofd boven water te houden. De ander vol hoop dat het eindelijk afgelopen zou zijn met die ouderwetse subsidies die kleine boeren in de derde wereld het brood uit de mond stoten. De derde in de blijde verwachting dat dit het moment zou worden van de grote vergroening van het landbouwbeleid.

Na de stemming heerst in het kamp dat op verandering hoopte verslagenheid. De boeren blijven met meer dan vijftig miljard euro per jaar bijna veertig procent uit de Europese begroting happen. De ambitie om de uitkering van al dat geld aan strenge voorwaarden op het gebied van milieu en natuur te binden, is sterk afgezwakt. D66-Europarlementariër Gerben Jan Gerbrandy schrijft in een persbericht dat een historische kans is gemist om het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) te moderniseren. De liberaal denkt dat slimme agrariërs in tijden van stijgende voedselprijzen zelf hun boontjes wel kunnen doppen. En als Europa dan nog subsidie uitdeelt, laat het dan aan boeren zijn die zich inzetten voor duurzaamheid. Maar het Europarlement heeft in de ogen van Gerbrandy alle vergroeningsmaatregelen ‘volledig uitgekleed’. Hij is verontwaardigd over het stemgedrag van zijn collega’s. ‘Het Euro­pees Parlement lijkt een stempelmachine van de landbouwlobby,’ schrijft hij in een persbericht. GroenLinks-Europarlementariër Bas Eick­­hout stuurt woorden van gelijke strekking de wereld in: ‘Europarlement blijkt stemvee voor de landbouwlobby.’ Teleurgesteld schrijft hij: ‘Megastallen en intensieve akkerbouw blijven lucratiever dan koeien die vrij in de wei lopen of de duurzame teelt van gewassen.’

Wie zich groen, links of liberaal noemt, zit in zak en as. Maar de boeren halen opgelucht adem. De koepel van Europese boerenorganisaties Copa-Cogeca is een en al lof over de voortvarendheid van de Europarlementariërs. De Duitse president Gerd Sonnleitner vindt dat, nu het Europarlement zich bemoeid heeft met het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie, er een ‘goede basis’ ligt voor het definitieve besluit.

Want het finale woord over de grote hervorming van het Europese landbouwbeleid is nog niet gesproken. In Europese achterkamertjes vindt op dit moment de trialoog plaats, het overleg tussen het Europese Parlement, de Europese Commissie en de Raad van Land­bouwministers waarin Sharon Dijksma namens Nederland zit. Door het Verdrag van Lissabon mag het parlement voor het eerst in de geschiedenis echt meebeslissen. Eind juni moeten de drie instituties er samen uit zijn. Maar al kan nog een tussenmuurtje van plek veranderen, na de stemming van 13 maart is het wel zeker dat het opnieuw een kolossaal gebouw wordt dat hoogstens fletsgroen van kleur is.

De lobby heeft het boerenbelang uitstekend weten te dienen. Oud-landbouwministers en bestuurders van boerenbonden zitten op sleutelposities in de landbouwcommissie van het Europese parlement. Europarlementariërs die zelf boerenbedrijven bezitten die Europees geld krijgen, beslissen mee over de toekomst van de subsidies waarvan ze zelf profiteren. En partijen die enkele jaren geleden nog vurig pleitten voor het einde van de landbouwsteun, werken er nu aan mee dat alles bij het oude blijft.

Spierballen

Den Haag, 3 juni 2009. Op de avond voor de Europese verkiezingen is er in de Tweede Kamer een spoeddebat over ‘het versneld afbouwen van de landbouwsubsidies’. Harm Evert Waalkens van de Partij van de Arbeid spreekt ferme taal: na 2013 is het ‘klip-en-klaar einde oefening voor het gemeenschappelijke landbouwbeleid’. Ook de PvdA-kopstukken hebben tijdens de verkiezingscampagne hun spierballen laten zien. Minister van Financiën Wouter Bos noemt de landbouwsubsidies niet meer van deze tijd en steekt het geld liever in energiebeleid en klimaatmaatregelen. Thijs Berman, de lijsttrekker bij de verkiezingen voor het Europarlement, zegt in Boerderij Vandaag: ‘Ons voorstel is dat boeren nog vijf jaar subsidies krijgen. Daarna houdt het op; het enige dat dan nog overblijft, zijn de milieusubsidies.’ Zijn collega-lijsttrekker van de VVD Hans van Baalen heeft het eveneens gehad met de inkomenssteun voor de boeren. ‘De ouderwetse landbouwsubsidies zijn niet meer te verantwoorden,’ zegt hij in De Telegraaf.

De agrariërs zelf bereiden zich er in die tijd al op voor dat het in 2013 over en uit zal zijn met de Europese steun. ‘Straks gaat het allemaal naar fietspaden,’ voorspelt de Groningse melkveehouder Wim Bos al in 2008 in Vrij Nederland. ‘En naar natuurorganisaties. Dat zijn de grootste zuigers van subsidies,’ vult zijn vader aan. Maar bang dat ze dan het onderspit zullen delven, zijn ze niet. ‘Niemand praat erover, maar we krijgen gigantische voedseltekorten. Dan wordt het voedsel vanzelf weer duur, en komt ons inkomen uit de markt.’

Op de mestvaalt

Brussel, 12 oktober 2011. De Roemeense eurocommissaris voor landbouw Dacian Ciolos lanceert zijn langverwachte plan voor het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De Roemeen was in 2007 en 2008 landbouwminister in zijn land en is gelieerd aan de christendemocratische European People’s Party. Het idee om de subsidies fors af te bouwen, heeft hij op de mestvaalt gegooid. ‘Voor mij hoeft een diepgravende hervorming niet een kleiner budget te betekenen,’ legt Ciolos uit. Daar is in Europa ook geen politieke meerderheid voor. De christen-democraten, traditioneel boerenvrienden, vormen de grootste fractie in het Europarlement. En de meeste sociaal-democraten in Europa zitten niet op de koers die de PvdA bij de verkiezingen in 2009 zo ferm inzette. Ciolos probeert wel aan de roep om verduurzaming van het landbouwbeleid tegemoet te komen. Zijn plan is dertig procent van de directe steun aan boeren aan vergroeningseisen te koppelen. Willen ze voor dat geld in aanmerking komen, dan moeten ze het grasland op hun grond permanent behouden, minimaal drie verschillende gewassen verbouwen en een ‘ecologische zone’ van minstens zeven procent van hun land instellen.

Het comité werpt zich zonder gêne op als hoeder van het boerenbelang

De reacties op het voorstel van Ciolos zijn lauw. Frankrijk, waar de boerenlobby traditioneel sterk is, vindt de eisen voor vergroening te gecompliceerd, voor de milieubeweging gaan ze juist niet ver genoeg. En in Nederland, waar politici van links en rechts in verkiezingstijd hun pijlen op de landbouwsteun richtten, blijft het stil. Op 31 mei 2011 heeft de Kamer nog een motie van Ronald Plasterk (PvdA) en Han ten Broeke (VVD) aangenomen die de regering opdraagt zich in te zetten voor ‘een hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, gericht op de liberalisering van de handel, duurzaamheid en afbouw van inkomenssteun en het beperken van de uitgaven’. Maar wanneer Ciolos voorstellen doet die daar niet mee stroken, lijkt zich in de Kamer niemand druk te maken.

Pruimtabak

Brussel, 24 en 25 april 2013. In de Henri Spaak-zaal, vernoemd naar de Belgische tennisster, socialist en voorvechter van een sterk Europa, vergadert de landbouwcommissie van het Europese Parlement. Kort voor elven komen de parlementariërs te spreken over een nieuwe richtlijn voor tabak. Een Hongaarse parlementariër met de toepasselijke naam Tabajdi heeft voor de commissie een advies gemaakt. Het is een opmerkelijk werkstuk. De rapporteur snapt het verlangen iets te doen aan de bijna zevenhonderdduizend doden die roken in de Unie elk jaar eist. Maar maatregelen mogen natuurlijk niet nadelig uitpakken voor de Europese tabaksproducenten. We moeten niet vergeten dat de verbouw van tabak in Europa goed is voor vierhonderdduizend banen, vooral in achtergestelde regio’s waar haast geen ander werk is. En het vastleggen van een maximumgehalte voor onder meer teer en nicotine ‘kan discriminerend uitpakken voor de producenten van Burley-tabak,’ schrijft Tabajdi.

In de Spaakzaal sluit een reeks sprekers zich sputterend van verontwaardiging over de voorstellen van de Europese Commissie bij Tabajdi aan. ‘Als we dit doorvoeren, kan ik wel verzekeren dat er in mijn land zeker zes- à zevenhonderd banen verdwijnen, bijvoorbeeld van alleenstaande vrouwen,’ zegt een Luxemburgse parlementariër. Haar Spaanse collega is bang dat haar eigen regio Extremadura, waar negentig procent van de tabaksteelt van haar land plaatsvindt, keihard wordt getroffen. Een Zweeds lid houdt een vurig pleidooi voor pruimtabak. Als de Fransen wijn mogen zuipen, hebben de Zweden toch ook recht op hun eigen culturele voorkeuren? De Duitse leidsman van de christen-democraten claimt een volbloed Europeaan te zijn, maar ‘het mag toch niet zo zijn dat we van alles vanuit Europa gaan bedenken dat leidt tot administratieve pesterijen en verlies van banen?’ Tevreden over alle bijval zegt Tabaj­di: ‘Dit was een zeer belangrijk debat,’ om nog een keer terug te komen op het grote belang de producenten van Burley-tabak niet de nek om te draaien. Die soort wordt toevallig op grote schaal in zijn eigen land verbouwd.

De leden hebben het gezellig. Ze spreken elkaar met de voornaam aan en prijzen elkaar uitbundig. Alleen de Franse ecologische boer en antiglobalist José Bové, die in 1999 wereldroem vergaarde door een in aanbouw zijnd McDonalds-filiaal af te breken, krijgt de wind van voren. Hij heet opeens Bové als hij zijn verhaal houdt over het Protocol van Nagoya, dat de toegang tot genetische hulpbronnen eerlijk wil regelen. ‘De weg naar de hel is gebovéd met goede bedoelingen,’ sneert John Agnew, een boer uit Norfolk. Het leeuwendeel van het Committee for Agriculture and Rural Development (Comagri) werpt zich deze twee dagen bij alle onderwerpen die op de agenda staan – of het nu tabak, biobrandstof, het nieuwe landbouwbeleid of het Nagoya-protocol is – zonder gêne op als hoeder van het boerenbelang. En dat is niet voor het eerst.

Illustratie: Han Hoogerbrugge
Illustratie: Han Hoogerbrugge

‘Verplicht’ verwijderen

Brussel, 23 en 24 januari 2013. Het Comagri stemt in vier stemronden over duizenden amendementen op het voorstel van de Roemeense eurocommissaris Dacian Ciolos voor de hervorming van het landbouwbeleid. Wie ze doorvlooit, ziet al snel een patroon: bijna allemaal knabbelen ze meer of minder heimelijk aan de eisen waaraan boeren moeten voldoen om steun te krijgen. Neem nummer 229. Uit een bepaling over de groene voorwaarden willen de indieners ervan tweemaal het woord ‘verplicht’ verwijderen. Aan het slot voegen ze een zinnetje toe dat alles onderuithaalt: ‘Het niet naleven van de vergroeningseisen moet niet leiden tot een korting op de basisbetaling.’ De ondertekenaars: onder meer de Ierse Mairead McGuinness, die getrouwd is met een boer, en de Nederlandse Esther de Lange van het CDA, voormalig medewerker van oud-Europarlementariër Albert Jan Maat, de huidige voorzitter van de Nederlandse Land- en Tuinbouworganisatie.

Of neem nummer 1299, van onder meer Albert Dess, die naast Europarlementariër ook bestuursvoorzitter is van Bayernland, een van Europa’s grootste zuivelbedrijven. Landbouwers hoeven niet, zoals in het oorspronkelijke voorstel, drie, maar twee verschillende gewassen te verbouwen, en als ze minder dan vijftien in plaats van drie hectare hebben, vervalt het vereiste helemaal. Dess is ook mede-ondertekenaar van amendement 1251 dat grote ophef veroorzaakt. Het geeft een waslijst aan voorwaarden waaronder boeren ‘per definitie groen’ mogen heten en daarom niet langer aan de vergroeningseisen hoeven te voldoen. Onder meer als ze al subsidie ontvangen uit de milieu- en klimaatprogramma’s van de Europese Unie. Dit voorstel heeft als gevolg dat boeren twee keer geld kunnen krijgen voor dezelfde activiteit, wat volgens critici in strijd is met de Europese wet.

Pikant in het licht van het debat over tabak is nummer 2020. Waar de Europese Commissie een lijst gewassen geeft die voor subsidie in aanmerking komen, willen de opstellers van dit amendement de lidstaten de grootst mogelijke vrijheid geven. In de praktijk opent dit de mogelijkheid dat honderden miljoenen euro’s naar tabaksboeren gaan.

Mooie fles wijn

Brussel, 25 april 2013. Na de ochtendvergadering van de Comagri luncht Vrij Nederland met GroenLinkser Bas Eickhout in het ledenrestaurant van het Europarlement. Het stikt hier altijd van de lobbyisten, vertelt Eickhout. Op menige tafel staat een mooie fles wijn.

De groene parlementariër legt uit waarom de vakcommissies in Brussel zo invloedrijk zijn. ‘Als je met 754 Europarlementariërs zit, ga je niet op het laatste moment nog allerlei fundamentele debatten voeren die tot grote verschuivingen in standpunten kunnen leiden,’ verklaart hij. Vandaar dat het Europarlement op 13 maart goeddeels het stemgedrag van de landbouwcommissie uit januari volgde.

En die club is extreem eenzijdig samengesteld, vindt Eickhout. Het stikt in de commissie van de oud-landbouwministers, bestuurders van boerenbonden en boeren. Ook daar heeft de GroenLinks-parlementariër een verklaring voor: ieder parlementslid mag vast lid van één commissie zijn. Voor de verschillende fracties is het een enorme klus de puzzel te leggen. Ze willen het zich niet dubbel moeilijk maken door hobbyboeren die zich spontaan voor de landbouwcommissie melden te dwingen ergens anders in te gaan zitten.

Voorzitter van de Comagri is de Italiaanse oud-landbouwminister Paolo de Castro. Ook de Portugees Luis Manuel Capoulas Santos, de man die namens de commissie mocht rapporteren over de hervorming van het landbouwbeleid, was landbouwminister. Het zijn allebei sociaal-democraten die elkaar al kennen uit de landbouwraad eind jaren negentig. ‘Dat merk je wel,’ zegt Eickhout. ‘De standpunten die de sociaal-democraten innemen, volgen nou niet bepaald de lijn van de PvdA in de Tweede Kamer. Die hoor je vaak zeggen dat het groener en anders moet. Ik neem het de sociaal-democraten kwalijk dat ze twee ex-ministers van Landbouw zo’n prominente plaats hebben gegeven in de standpuntbepaling over de landbouwhervorming. En dan komen ze ook nog eens uit Zuid-Europa, waar niet de meest progressieve krachten zitten op landbouwgebied.’

In de categorie van hemelbestormende hervormers passen ook niet de (oud)-bestuurders van boerenbonden die in de Comagri zitten. George Lyon bijvoorbeeld, voormalig eigenaar van een groot boerenbedrijf op het Schotse eiland Bute en oud-voorzitter van de National Farmers’ Union of Scotland. Hij was de naamgever van een in juli 2010 door het Europese Parlement aangenomen, zeer invloedrijk rapport waarin hij betoogde dat de landbouw voor Europa een strategische sector is die zorgt voor voedselzekerheid en een enorm aantal banen. Lyon vond dat de financiële kern van het oude landbouwbeleid fier overeind moest blijven, omdat de sector zucht onder verschillende vormen van marktfalen, zoals natuurrampen en extreem wisselende prijzen.

En dan bevat de landbouwcommissie ook nog eens meer dan tien (oud-)boeren of eigenaren van landbouwbedrijven. Zeker zes van hen hebben zelf uit de Europese subsidieruif gegeten. De christen-democraten Peter Jahr en Albert Dess bijvoorbeeld, die tal van amendementen indienden die de eisen aan boeren afzwakten. Jahr is mede-eigenaar van een boerderij in Taura, iets ten noorden van Chemnitz in Saksen. Volgens de website farmsubsidy.org, een initiatief van journalisten en activisten die voor openheid over de besteding van EU-fondsen zijn, toucheerde hij in 2009 ruim een ton aan Europese landbouwsteun. De database van het Bundesanstalt für Landwirt­schaft und Ernährung vermeldt dat Jahr in 2011 bijna veertigduizend euro heeft ontvangen, in 2012 ruim twaalfduizend. Op zijn bij het Europarlement ingediende Declaration of Financial Interests heeft Jahr wel aangegeven dat hij mede-eigenaar is van Taura, maar niet dat dit bedrijf Europese steun krijgt.

‘Je ziet dat veel boeren die überhaupt niet meer boeren toch steun krijgen’

De Saksische boer bevestigt desgevraagd dat hij een van de twee eigenaren is van Agrar Taura. En het bedrag dat Taura binnenhaalt, ligt zelfs nog hoger. In Saksen ontvangen boeren 325 euro per hectare. Aangezien het bedrijf vierhonderd hectare groot is, haalt Taura – het bedrijf, niet de partners individueel, benadrukt Jahr – jaarlijks 130.000 euro aan Europese steun binnen. Jahr ontkent dat hier sprake is van belangenverstrengeling. ‘Niet het feit dat Agrar Taura steun van de EU ontvangt, beïnvloedt mijn standpunt over de GLB-hervorming maar dat ik landbouw heb gestudeerd, als boer heb gewerkt en dat nog steeds doe. Zo weet ik wat het GLB betekent, niet alleen vanuit een Brussels perspectief, maar als een betrokken persoon, een boer ter plekke.’

Als we politici willen die niet uit de ivoren toren komen maar met hun poten in de modder hebben gestaan, dan zijn het op landbouwgebied boeren, vindt Jahr. En die kunnen nu eenmaal EU-steun ontvangen. Als we hen uitsluiten ‘kan geen enkel parlementslid met een achtergrond in de landbouw deelnemen’.

Ook Jahrs christendemocratische voorman Albert Dess heeft volgens Farmsubsidy in 2009 landbouwsteun ontvangen. Zijn woordvoerster laat weten dat hij geen tijd kan vinden om de vraag te beantwoorden of hij sindsdien ook nog wat heeft gekregen en of hij hiermee niet de schijn van belangenverstrengeling op zich laadt. Ook de Ierse Mairead McGuinness laat dergelijke vragen liever onbeantwoord. De voormalige agrarisch verslaggeefster die in 2011 nog hoopte presidentskandidate te worden voor de centrumrechtse partij Fine Gael, is getrouwd met de boer Thomas Duff. Volgens Farmsubsidy ontving Duff in 2007 en 2008 in totaal bijna 45.000 euro aan EU-steun. Een woordvoerder van de website laat weten dat Ierse gegevens over de subsidiebedragen sindsdien moeilijker te bemachtigen zijn en dat hij vermoedt dat Duff nog steeds geld ontvangt. McGuinness reageert niet op de vraag of dit het geval is. Evenmin geeft ze antwoord op de vraag waarom ze in haar Declaration of Financial Interests niet heeft vermeld dat haar man een boerderij heeft.

Gedrocht

‘Ik vind absoluut dat je zoiets moet opgeven, want daar zit gewoon een keiharde belangenverstrengeling in,’ zegt Gerben Jan Gerbrandy op zijn werkkamer in de liberale vleugel van het Europarlement. ‘Het kan best zijn dat je daar heel integer mee om kan gaan, maar je moet de schijn niet tegen je krijgen, en in wezen zou je je in zo’n geval niet met het beleid moeten bemoeien.’ De D66-Europarlemen­tariër vindt het ‘heel raar’ dat in de landbouwcommissie verschillende mensen zitten die zelf EU-steun ontvangen. ‘Als ik een chemisch bedrijf zou hebben, zou iedereen het absurd vinden als ik mij met wetgeving rond de chemische industrie zou bemoeien. Dat zou belangenverstrengeling zijn. Maar in de landbouwhoek geldt dat als een pre, dan zou je weten waar je het over hebt.’

Europa heeft in de afgelopen decennia een gedrocht gebaard, vindt Gerbrandy. ‘Je ziet dat de grootste bedrijven veruit het meeste geld weten binnen te halen. Je ziet dat een heleboel boeren die überhaupt niet meer boeren toch een heleboel steun krijgen. Je ziet dat allerlei publieke organisaties die grond bezitten ook landbouwsteun krijgen. Het is een soort zevenkoppig monster. Als je ergens een kop afhakt, groeit die ergens anders weer aan.’

Deze hervorming was in de ogen van Gerbrandy de kans geweest om nog eens diep na te denken over de vraag waartoe landbouwsteun eigenlijk dient. ‘Ik vind dat je je bij publiek geld altijd moet afvragen: moet je dat uitgeven? Landbouweconomen zijn eigenlijk heel optimistisch over de toekomst van de landbouw. Er zijn een heleboel onderdelen die uitstekend hun broek omhoog zouden kunnen houden. De voedselprijzen knalden in 2008 door het plafond. Met de bevolkingsgroei en toenemende consumptie zullen de voedselprijzen waarschijnlijk alleen maar door stijgen. Dat betekent dat je je moet afvragen of je nog wel ieder jaar vijftig miljard euro in die sector moet pompen.’

Illustratie: Han Hoogerbrugge
Illustratie: Han Hoogerbrugge

Maar in plaats van over die wezensvraag na te denken, sloegen de lidstaten meteen aan het rekenen toen de eerste voorstellen van de Europese Commissie er lagen. ‘Ze zijn alleen maar geïnteresseerd in de vraag: wat blijft er voor ons over?’ zegt Gerbrandy. ‘Als dat minder is dan voorheen, weten ze: we moeten zorgen dat we de criteria zo weten te veranderen, dat het weer net zoveel is als voorheen. Vandaar dat de Raad van Ministers overal de flexibiliteit weer wil laten toenemen. Dat je niet aan drie vergroeningsmaatregelen moet voldoen, maar kunt kiezen uit een waslijst.’

Hemeltergend

Brussel, dinsdag 19 maart 2013. Na twee dagen van intense onderhandeling vinden de Europese ministers van Landbouw onder wie Sharon Dijksma elkaar in de hoofdlijnen van de hervorming van het landbouwbeleid. ‘Na EP kleedt nu ook Raad vergroening van het landbouwbeleid uit. Com­missie last man standing, maar voor hoelang nog?’ twittert Gerbrandy. Milieu- en natuurorganisaties zijn geschokt. ‘Landbouwministers slaan laatste spijker in de lijkkist van de vergroening van het GLB,’ schrijft het European Environmental Bureau. Het Wereld Natuur­­ Fonds ziet het even zwart: ‘De Europese ministers hebben schandalig genoeg maatregelen doorgedrukt die boeren in staat stellen sleutelelementen van de vergroening te ontlopen.’ De natuurorganisatie vindt het ook hemeltergend dat de ministers de onwettige mogelijkheid dat boeren twee keer subsidie ontvangen voor dezelfde activiteit weer hebben teruggebracht. Dat was een van de weinige punten waarop het Europarlement de landbouwcommissie juist op de vingers had getikt.

‘Ook de staatssecretaris is op zich geen voorstander van double funding,’ zegt de woordvoerder van Sharon Dijksma desgevraagd. Het belet haar niet om meteen na afloop van de Europese landbouwraad aan de Kamer te schrijven dat ze ‘zeer tevreden’ is over de uitkomsten van de onderhandelingen ‘omdat grote stappen zijn gezet naar een groener en doelgerichter GLB’. Trots meldt ze dat ze erin geslaagd is verschillende Nederlandse wensen gehonoreerd te krijgen. Zo is ze blij dat boeren de vergroening niet alleen kunnen invullen met de standaardmaatregelen die de Commissie voorstelde, maar in plaats daarvan ook met duurzaamheidscertificaten van nationale makelij.

Dijksma mag pal staan voor de Nederlandse vrijheid, het Institute for European Environ­mental Policy vreest dat de mogelijkheid de vergroening met nationale keurmerken in te vullen, slecht uitpakt. Het instituut hield zevenenzestig certificaten, waaronder de Neder­land­se, tegen het licht, en constateerde dat er maar één, een Franse, echt gelijkwaardig is aan de door de Europese Commissie voorgestelde maatregelen. ‘We onderschrijven de conclusies van deze club,’ zegt de woordvoerder van de staatssecretaris. ‘Maar ze hebben bestaande certificaten beoordeeld, terwijl er nu nieuwe speciaal voor dit doel in de maak zijn.’

Dijksma claimt nog een overwinning. ‘Mede naar aanleiding van mijn pleidooi is de sanctie op het niet voldoen aan vergroeningseisen teruggebracht van de reguliere 200 procent (…) naar uiteindelijk maximaal 25 procent van de vergroeningspremie,’ tekent ze op. Het staat er echt: de bewindsvrouw is blij als de boeren minder straf krijgen als ze de alom als slap beschouwde duurzaamheidseisen aan hun laars lappen. ‘De Tweede Kamer heeft daar per motie op aangedrongen,’ legt haar woordvoerder uit. Het gaat om een motie van Dion Graus (PVV) en Elbert Dijkgraaf (SGP) waar de PvdA-fractie tegen stemde. De staatssecretaris van de partij die niet zo lang geleden nog vurig pleitte voor de afschaffing van de steun aan boeren en alleen nog milieusubsidies wilde uitdelen, zet zich nu vol enthousiasme in voor een beleid dat daar haaks op staat.