‘ik weet niet meer precies wanneer het tot me doordrong dat mijn ouders ánders waren. Bij ons thuis werd veel geschreeuwd, ik moest aan overdreven veel regels gehoorzamen en er vielen soms klappen, maar ik dacht dat dit zo hoorde. Inmiddels ben ik erachter dat deze bonkige manier van omgaan met een kind kenmerkend is voor ouders met een verstandelijke beperking. Een baby wordt geknuffeld en overladen met liefde, maar vanaf het moment dat er opgevoed moet worden, ontstaan er problemen. Het ontbreekt aan het inzicht, de kennis en de intelligentie die nodig zijn om een kleuter te kunnen begeleiden in zijn groeiproces.’

Onduidelijke positie

‘Mijn ouders kenden elkaar van de sociale werkplaats. Mijn vader heb ik nauwelijks gekend, hij overleed toen ik twee was. Ik herinner me van vroeger dat er voortdurend allerlei hulpverleners over de vloer kwamen. Een maatschappelijk werkster vroeg me ooit hoe ik het zou vinden om ergens anders te gaan wonen. Ik barstte in snikken uit en riep...