Het Verhaal Van

‘gelovigen zeggen: je moet geloven, geen vragen stellen. Maar ik stelde wél vragen. Ik wilde weten hoe het zat.

Mijn ouders waren baptist, we baden aan tafel en op zondag werd er uit de Bijbel gelezen, maar ze waren niet instructief, als ik meer wilde weten, moest ik het zelf oppikken. Ik was nieuwsgierig, ging op mijn twaalfde meedraaien in de leiding van de zondagsschool. Ze waren enthousiast, ik bleek er aanleg voor te hebben. Ik vond het leuk om verhalen te vertellen, en dan ook nog verhalen die ertoe deden.

Ik ging op kamers wonen bij een gezin in de stad Groningen, waar ik werkte. Ik was zestien, net de leeftijd waarop je op zoek gaat naar je identiteit. Toen die mensen me op een dag meevroegen naar hun kerk, dacht ik: waarom niet? Ze waren lid van de Pinkstergemeente. Ik voelde me aangetrokken tot de vrolijkheid, de muziek. De hartelijkheid. Ik vond het fijn om gedachten aangereikt te krijgen die me hielpen naar mijn leven te kijken, naar de wereld om me...