De ruggengraat van de samenleving – automonteurs, kappers, verpleegkundigen, ict-techneuten – wordt opgeleid aan het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), en je kunt dus zeggen dat deze vorm van onderwijs de belangrijkste is. Maar het kwalitatieve noch kwantitatieve belang – er studeren meer jongeren af in het mbo dan in het hoger onderwijs – staat in verhouding tot de aandacht die er voor deze sector is.

Door malheur en schandaaltjes riep de sector dit jaar een reeks commissies en rapporten over zich af. Vorige week verscheen het meeste recente: Naar meer focus op het mbo, het rapport van de commissie Onderwijs en Besturing BVE, naar de voorzitter (van Akzo Nobel), de commissie-Oudeman. Een opmerkelijk rapport, vooral vanwege deze combinatie: 1. er worden rare vragen in gesteld; 2. toch worden er verstandige aanbevelingen in gedaan; 3. het ontbreekt in het rapport aan een heldere kijk op de sturing in en van zo’n sector.

Rare vragen. Een van de kernvragen die de commissie stelde...