Het is natuurlijk prachtig dat er grote kenners van de filosofie van Kant bestaan, of van Wittgenstein of van Sartre. Die specialisten zijn hun hele leven met zo’n filosofie getrouwd. Ze kennen elk idee, elk aforisme, elke theorie van hun filosoof uit hun hoofd. De kenner is een zegen omdat hij zijn filosoof volledig serieus neemt en eventuele zwakke kanten op de koop toe neemt. De filosoof krijgt van hem de kans om volledig tot ontplooiing te komen. De specialist stelt geen al te kritische vragen of heeft geen alles ondergravende sceptische bedenkingen. De kenner leest en bestudeert met welwillende ogen, hij verplaatst zich in zijn filosoof.

Zo voorgesteld is het natuurlijk al te mooi. Nadeel van de kenner of specialist is namelijk dat hij gaat samenvallen met zijn filosoof en dat hij zelf niets of weinig meer voorstelt (al heeft hij natuurlijk zijn status als kenner). Om zelf iemand te zijn is het zaak geen specialist in iemand anders te worden. De specialist wordt...