Iemand met wie ik vroeger bevriend was, zei me tussen andere, veel gezelliger bedrijven door: ‘En nu moet je eens ophouden over die adoptie te schrijven, want dat weten we nu wel.’

Dit trof me, want ik schrijf vaak over adoptie, maar koester zelf de illusie dat ik niet zozeer over adoptie schrijf als particuliere anekdote, maar veel meer over het ‘idee’ van adoptie, dat niet beperkt blijft tot geadopteerden. Om het wat pathetisch te zeggen: iedereen wordt ‘in het leven gesmeten’, zonder toestemming vooraf, en het is tamelijk onuitstaanbaar dat je het moment van je geboorte wel moet aanvaarden maar het je niet zelf kunt herinneren. Kinderen die opgroeien bij hun verwekkers kunnen nog navraag doen, geadopteerden meestal niet. Maar wat die twee groepen delen, is een vreemd, moeilijk te bevatten begin. Het adoptieverhaal is dus een dramatisering van de algemeen menselijke conditie: dat je maar moet aannemen dat je geboren bent.

Wat een omhaal van woorden om mezelf te verdedigen....