Menno vat zijn vijf tips samen in een minicollege. Kijk mee:


Of beluister dit verhaal. Hoofdredacteur Ward Wijndelts sprak het in.

De blonde vrouw uit Purmerend zal er wel nooit van afkomen, van dat fragment uit een EenVandaag-reportage uit 2015 waarin ze wordt gevraagd naar de komst van een azc in haar woonplaats. De asielzoekers krijgen over vier maanden al werk, zegt ze tegen de journalist. Wanneer die haar vraagt hoe ze dat weet, volgt het antwoord: ‘Dat hep gestaan op Facebook.’

De uitspraak werd een meme en staat nog steeds symbool voor het onderwerp nepnieuws, dat rond diezelfde tijd in de aandacht kwam nadat bleek dat Trump-stemmers op Facebook massaal onzinberichten deelden. Vorig jaar verscheen het kaartspel Dat hep gestaan op Feesboek, een ‘hilarische partygame gebaseerd op uitspraken die écht op het internet hebben gestaan’, vol knipogen naar ‘boomers’ en ‘Hollandse gezelligheid’.

Een grappig spel, dat echter ook laat zien hoe graag we gebrek aan mediawijsheid op de Ander projecteren, in dit geval laagopgeleiden en babyboomers. Een andere keer zijn het ‘wappies’ of ouderen. Zo zit in een nieuw reclamespotje van een Nederlandse bank een opa met (klein)kinderen op de bank. Drie keer raden wie weer niet snapt hoe de wifi werkt.

Ook (overheids)initiatieven om digitale skills te bevorderen zijn vaak vooral gericht op ‘kwetsbare’ doelgroepen als kinderen, ouderen en laagopgeleiden.

Inderdaad kunnen zij sneller slachtoffer worden van bepaalde internetfenomenen, zoals cyberpesten bij kinderen. Maar dat maakt ze nog niet minder mediawijs.

Dat idee kan zelfs averechts werken, zoals toen Amerikaanse ouders alarm sloegen over een lijst TikTok-challenges als ‘sla je leraar’. Journalisten van tech-podcast Reply All ontdekten dat de lijst op de populaire app nergens te bekennen was. Hij ging juist viraal in de Facebookgroepen van bezorgde ouders. Zijzélf waren misleid.

Cheapfakes

Doordat we bij dit onderwerp vooral aan digibete oudjes, roekeloze tieners, boze tokkies en doorgedraaide wappies denken, lijkt het alsof de hoger opgeleide, gevaccineerde Nederlander van gemiddelde leeftijd zich nergens zorgen over hoeft te maken. Die wordt niet voor een cursus mediawijsheid naar het buurthuis getrokken, maar kan ongestoord blijven scrollen.

Het enige waar ook deze ‘weldenkende’ Nederlander expliciet voor wordt gewaarschuwd, zijn deepfakes, waaraan onder meer Nieuwsuur en Zondag met Lubach de afgelopen jaren aandacht besteedden. Deepfakes zijn met kunstmatige intelligentie gemanipuleerde filmpjes waarin bekende mensen iets ‘zeggen’ wat ze nooit gezegd hebben. De vrees is al jaren dat deze technologie ons vroeg of laat massaal voor de gek gaat houden.

Maar zo vernuftig hoeven nepberichten helemaal niet te zijn om ons voor de gek te houden. Onderzoekers van drie Amerikaanse universiteiten lieten deepfakes zien aan een representatieve groep van 5.750 respondenten. Ze toonden de groep ook simpel huis-tuin-en-keuken-nepnieuws, zoals een verzonnen nieuwskop – ook wel cheapfakes genoemd. Wat bleek: de proefpersonen trapten even snel in de deepfakes als in de cheapfakes.

misinformatie

Niet onschuldig

Ook op mijn persoonlijke sociale media-feeds zie ik vaak cheapfakes rondgaan.

Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, nam hun aantal in hoog tempo toe. Wat te denken van de virale cover van het tijdschrift TIME van Poetin met een Hitlersnor. Wat een statement! Het bleek alleen geen officiële cover maar een bedenksel van een grafisch ontwerper.

Relatief onschadelijke cheapfakes. Maar dat zijn ze niet altijd. Zo zien we de laatste weken hoe Rusland er verwarring mee zaait over de strijd in Oekraïne. Een heel ander voorbeeld: een Statenlid van de PvdA kreeg eind 2020 doodsbedreigingen toen op Twitter een fragment van een Statenvergadering rondging waarin ze leek op te roepen tot het verbannen van Jip en Janneke vanwege de achterhaalde genderrollen. In de media was ze dagenlang kop van jut. In werkelijkheid had de politica slechts gezegd dat ze zich kon ‘voorstellen’ dat de twee kleuters door bibliotheken ‘op termijn’ vervangen zullen worden door iets moderners. Die context was weggeknipt door degene die het fragment op Twitter had gezet.

Hoe kan het dat we ons nog steeds zo vaak laten meeslepen door dit soort cheapfakes? En wat moeten we doen om er ‘groepsimmuniteit’ tegen op te bouwen? Vijf lessen.

1. DENK NIET DAT JE IMMUUN BENT

Tijdens de overstromingen van vorige zomer dreef een foto door mijn tijdlijn van een auto in een rivier van regenwater. Achter de ruit zat een sticker met de tekst ‘fuck you Greta’ – verwijzend naar Greta Thunberg, de klimaatactivist die juist voor dit soort gevolgen van global warming waarschuwt. Leedvermaak alom, en het plaatje werd volop gedeeld door mensen van wie niet algemeen wordt aangenomen dat ze snel in nepnieuws zouden trappen. ‘Deze foto moet viral!’, liet een kandidaat-Kamerlid voor de PvdA zich het voorval goed smaken. Het plaatje bleek een photoshop.

Voor de verleiding om onjuiste berichten in een opwelling te verspreiden blijkt elk mens gevoelig.

Als ik dit soort cheapfakes zie rondgaan, verbaas ik me er altijd over dat ze vaak rondgaan onder mensen van wie je zou denken dat ze behoorlijk mediawijs zijn, waaronder journalisten, politieke junkies en politici. De voorbeelden zijn eindeloos: zo ging onlangs dit oude filmpje van Russische demonstranten uit 2013 rond in deze kringen.

Een recente studie van Harvard bood een verklaring: ‘digitaal geletterden’ zijn in principe beter in onjuiste berichten herkennen, maar zijn niet minder geneigd om ze te delen. De onderzoekers vermoedden dat dit komt doordat zij simpelweg niet stilstaan bij de mogelijke onjuistheid van online berichten.

Als mediawijze mensen misinformatie delen komt dat waarschijnlijk ook doordat ze overmoedig zijn. Onderzoek van de Universiteit van Toronto wees uit dat mensen met relatief veel vertrouwen in hun eigen mediawijsheid sneller vals nieuws verspreiden. Ik kan erover meepraten, want ik tuinde niet zo lang geleden in een artikel op de site van Eva Jinek met de kop ‘Nieuw op MTV: 30 and Not Pregnant’. Ik had het al bozig geretweet toen ik ontdekte dat het satire was.

Voor de verleiding om onjuiste berichten in een opwelling te verspreiden blijkt elk mens gevoelig – ongeacht opleidingsniveau of politieke kleur.

2. GELOOF NIET ALLES WAT JE ZIET

Die verleiding kun je vaak voor zijn door domweg goed op te letten. Vooral als je merkt dat iets veel emotie opwekt, bij jou of anderen, zit er vaak een addertje onder het gras.

In januari ging het bericht rond dat Queen, Paul McCartney en talloze anderen van Spotify vertrokken in navolging van Neil Youngs protest tegen een door het platform gefinancierde podcast met misinformatie over vaccins. Het bericht op Twitter onder andere gedeeld door oud-hoofdredacteur van het NOS Journaal Hans Laroes (25.000 volgers) en Telegraaf-columnist Roderick Veelo (35.000 volgers), die erbij schreef: ‘Ik flikker alle cd’s van dat hypocriete hippietuig vanavond nog in de vuilnis.’ Het nieuws, dat duidelijk inpeelde op afkeer van cancel culture, bleek verzonnen.

Er waren wel wat waarschuwingssignalen: zo had de website die het bericht had geschreven de naam ‘celebnmusic247.com’, een URL die al naar nepnieuws rúikt.

Zulke waarschuwingssignalen zijn er vaker. Zoals bij een tweet die zogenaamd afkomstig was van Marina Ovsyannikova, de Russische tv-journaliste die live protesteerde tegen de oorlog. Die kreeg binnen enkele uren duizenden retweets, maar het was Ovsyannikova niet. Dat was onder andere te zien aan de rest van haar profiel, dat volstond met pro-oorlog-tweets.

Maar je kunt niet altijd weten of iets nep of echt is. Vanuit Oekraïne waaiden de afgelopen weken talloze filmpjes over waarop we van alles zouden zien: tot explosies van kerncentrales aan toe. Vaak gaat het om oude of gemanipuleerde beelden. Je kunt in zulke gevallen het beste even googelen. Krijg je bijvoorbeeld zo’n wazig filmpje van een explosie van een kerncentrale doorgestuurd? Zoek dan even op die woorden en je komt er al snel achter of het echt gebeurd is of dat factcheckers het weerlegd hebben.

misinformatie

3. KIJK NAAR DE CONTEXT

Een andere reden dat misinformatie moeilijk te herkennen is, is dat het vaak niet keihard onwaar is, maar hálf waar.

Neem podcast waar ik eerder naar verwees: The Joe Rogan Experience, van de gelijknamige oud-vechtsporter. In een van zijn meest omstreden afleveringen over corona worden niet zozeer leugens verkondigd, maar vooral halve waarheden. Het gaat over bijwerkingen van vaccins die er inderdaad zijn. Wat Joe en zijn studiogast niet noemen, is dat covid-19 die klachten óók veroorzaakt – en dan stukken ernstiger.

Een andere vorm van half ware informatie is dat de context ontbreekt. De context ontbreekt. Een voorbeeld daarvan zijn ook de uitslagen van Tweede Kamer-stemmingen. Op sociale media gaan die vaak rond in de vorm van tabelletjes met bij elke partij een rood bolletje (tegen) of een groen (voor).

Uit zo’n plaatje bleek bijvoorbeeld dat ChristenUnie en BIJ1 tegen een verbod op meisjesbesnijdenis hadden gestemd. Hoe kun je dáár nou tegen zijn, spuwden boze twitteraars, die daarvoor honderden likes kregen. CU-leider Gert-Jan Segers verklaarde zijn keuze nuchter: er ís al een verbod op meisjesbesnijdenis.

Kort daarna ging Segers zelf de mist in. Ben & Jerry’s had besloten geen ijs meer te verkopen in door Israël bezette Palestijnse gebieden. ‘Zo benieuwd wanneer Ben & Jerry’s stopt met ijsverkoop in China vanwege Tibet en in Marokko vanwege de Westelijke Sahara,’ tweette hij smalend. Maar welke context liet hij daarbij weg? Dat Ben & Jerry’s in die landen überhaupt niet actief is.

Zijn collega Sylvana Simons twitterde onlangs dat Ruslandkenner Hubert Smeets op de radio over Oekraïense slachtoffers had gezegd: ‘En dus is elke burgerdode een veel groter probleem dan in Afghanistan.’ Het Tweede Kamerlid toonde zich geschokt over deze dubbele standaard. Maar ze had Smeets verkeerd geciteerd. Die zei dat ‘elke burgerdode propagandistisch een veel groter probleem’ was. Voor Rusland dus. Door één woordje, één snippertje context weg te laten, draaide Simons zijn woorden 180 graden.

Wat is wat in het nepnieuwsdebat?

Misinformatie: onjuiste of misleidende informatie, soms bewust en soms onbewust verspreid.

Desinformatie: onjuiste of misleidende informatie, bewust verspreid met een politiek of commercieel doel.

Nepnieuws: een verzonnen nieuwsbericht dat in eerste instantie net echt lijkt. Vorm van desinformatie.

Fake factcheck: vorm van misinformatie waarin nieuws dat wel degelijk klopt zogenaamd weerlegd wordt. Rusland probeerde dit te doen bij de massamoord in Bucha, door te doen alsof die in scène was gezet.

Huilende gehaktbal

Make context great again, dus. Daar ligt trouwens ook een verantwoordelijkheid voor de journalistiek. Nieuwsmedia maken zich te vaak schuldig aan het weglaten van context en daarmee het creëren van hypes. Zo berichtten zij eind maart over de komst van een vleestaks. Dat ging gepaard met veel emotie: het AD zette letterlijk een huilende gehaktbal op de voorpagina. Maar er was door de minister slechts een oriënterend onderzoek aangekondigd en voor een vleestaks is lang niet genoeg steun in de Tweede Kamer. Dat levert misschien een saaiere kop op, maar het is wel belangrijke context.

4. CHECK JE BIAS

Veel van de voorbeelden uit dit stuk gaan samen met confirmation bias: de neiging om te geloven wat overeenkomt met wat je al vond. Want waarom trapte ik in dat verzonnen programma 30 and not pregnant? Omdat ik als dertigjarige vrijgezel sneller aansla op de heersende sociale normen over settelen en kinderen krijgen.

Onderzoek laat zien dat we minder kritisch worden als misinformatie overeenkomt met onze mening. Zo zijn we minder geneigd om mensen die misinformatie verspreiden op sociale media te blokkeren of ontvolgen als ze dezelfde politieke kleur als wij hebben, aldus onderzoek van de Loughborough University onder bijna duizend Duitse sociale-mediagebruikers.

En ook bij confirmation bias maakt het weer weinig uit hoe hoogopgeleid je bent.

Confirmation bias kruipt vaak in ons hoofd in de vorm van framende taal als wokeness en cancel culture.

Een pijnlijk voorbeeld van confirmation bias, of in goed Nederlands: vooringenomenheid, was een incident met een twitteraar die verzonnen zou hebben dat haar moeder na haar vaccinatie was overleden. De foto van een beurse arm die ze tweette zou een oude, van internet geplukte foto zijn – wat inderdaad zo leek als je erop googelde. Heb je weer zo’n nepnieuws verspreidende wappie, klonk het al gauw. Maar was dat wel zo? Freelance journalist Ruben Altena ploos de zaak uit en stelde vast dat de foto wel degelijk van de vrouw zelf was. ‘Kijk uit,’ concludeerde, ‘want nu hebben honderden mensen eraan meegedaan dat een vrouw in de rouw onterecht beschuldigd is van het verzinnen van de dood van haar moeder.’

En hoewel Russische desinformatie het grotere gevaar is in de oorlog die momenteel aan de gang is, is het ook zorgwekkend hoe blind we soms pro-Oekraïense berichten geloven, zoals de foto van een boer die een Russische raket steelt met zijn tractor (een staaltje photoshop) of ongeverifieerde geluiden dat de Oekraïeners de Russen terugdringen. We willen zó graag dat geelblauw wint dat we onszelf kwetsbaar maken maken voor goed nieuws dat achteraf niet blijkt te kloppen.

misinformatie

COLABLIKJE

Confirmation bias kruipt vaak in ons hoofd in de vorm van framende taal. Neem de veelbesproken thema’s wokeness en cancel culture. Het eerste verwijst naar al dan niet doorgeschoten bewustzijn over racisme en andere vormen van sociale ongelijkheid. Het tweede kan naar van alles verwijzen, van kritiek op iemands mening tot het uit de handel halen van boeken.

Het zijn fenomenen waarover je zó vaak hoort en leest in columns en talkshows dat we het ook gaan zien waar het niet is. Zo werd een tijdje geleden een foto van een blikje Coca-Cola met daarop de tekst ‘Try to be less white’ rondgetwitterd. Die wokeness gaat nu echt te ver, tierden vooral rechtse twitteraars. Maar het blikje bleek een Photoshop.

Ophef over cancelcultuur was er laatst weer nadat een concertzaal in Haarlem Tsjaikovski van het programma haalde vanwege de oorlog. Het idee ontstond dat Russische cultuuruitingen massaal gecanceld werden, maar veel van de voorbeelden klopten niet. Zo zou Disney vanwege de oorlog de film Anastasia offline hebben gehaald. Maar de licentie was gewoon verlopen.

Behalve scherp zijn op dit soort misinformatie, is het goed om te beseffen dat nieuws de uitzondering is. Voor elke concertzaal die Tsjaikovski schrapt, zijn er tientallen die daar niet aan zouden denken.

Je kunt natuurlijk alles proberen te factchecken, maar dat lukt nooit.

Is alles dat gezegd wordt over wokeness en cancel culture dan nepnieuws? Dat is te makkelijk, maar het is wel goed om te bedenken dat deze termen sterk framend werken. Waar woke ooit een positieve connotatie had – je was woke als je je als zwart persoon bewust was van racisme –, staat het nu synoniem aan ‘doorgedraaid links’. Hoe vaker we deze woorden horen, hoe sterker onze confirmation bias wordt. En hoe sneller we ook de overdreven en verzonnen voorbeelden van wokeness voor zoete koek slikken.

Natuurlijk is anderen framen, of het nou over leugenachtige wappies of cancelende wokies gaat, van alle tijden. Alleen: door de snelheid van sociale media kookt de pan tegenwoordig veel sneller over. Die emoties maken ons bevattelijker voor misinformatie, waarna die misinformatie ons weer bozer maakt. Om deze race naar maximale polarisatie te temperen, is het goed om bij elk bericht dat je wil delen even stil te staan bij de vraag in hoeverre je door framing en vooroordelen wordt meegesleept.

5. GA OP DIEET

Vroeger was het nieuws dat je tot je kreeg beperkt tot de krant en het Achtuurjournaal. Nu is er een, zoals Roxane van Iperen in haar column schreef, ‘duizelingwekkend heelal vol brokstukken nieuws van onbekende afzenders’. Die omgeving zorgt voor continue overprikkeling. En hoe overprikkelder je bent, zo stelden wetenschappers van de Indiana University vast, hoe sneller je op sociale media onjuiste informatie deelt.

En al deel je het niet zelf: je krijgt het wel allemaal te zien. Aan het eind van de dag ben je vooral in de war: wat is nou waar en wat niet?

Je kunt natuurlijk alles proberen te factchecken, maar dat lukt nooit. Een efficiëntere manier om misinformatie te ontwijken, is jezelf op social media-dieet zetten. Dat betekent niet dat je minder op de hoogte hoeft te zijn. Maar als er bijvoorbeeld allerlei beelden uit Oekraïne rondgaan, of er weer ophef is over iemand die is gecanceld, wacht dan een dagje. Grote kans dat journalisten of factcheckers van organisaties als Nieuwscheckers en Bellingcat dan al voor je hebben gefilterd wat ervan waar is.

Jezelf beschermen tegen informatie-overdaad is een vorm van wat hoogleraar mediastudies Mark Deuze emotionele geletterdheid noemt. Daarmee bedoelt hij dat mediawijsheid meer is dan alleen nep van echt kunnen onderscheiden. Het is ook: inzien dat de 24/7-informatiecyclus sterk inspeelt op je emoties. Zeker op sociale media, waar elke update vanuit Oekraïne of waar dan ook heel dichtbij voelt. Dit herkennen en jezelf daar minder aan blootstellen, is óók mediawijsheid.

BASISREGELS

Dieet of niet: misinformatie is onderdeel van ons moderne digitale leven geworden. Er komen simpelweg te veel berichten over oorlog, pandemie, klimaat en andere gepolariseerde onderwerpen op ons af om er helemaal aan te ontsnappen.

We zullen een manier moeten vinden om daarmee om te gaan. Deels zal dit neerkomen op wat de politiek en vooral platforms als Twitter, Facebook en TikTok ertegen gaan doen. Maar echt oplossen kunnen en willen deze bedrijven het probleem niet. Hun platformen zijn nu eenmaal in de basis ontworpen om berichten die emotie opwekken – en dat doet misinformatie vaak – sneller rond te laten gaan.

En dus moeten we zelf onze verantwoordelijkheid nemen. Dat betekent niet dat we allemaal professioneel factchecker moeten worden. Wel dat we door ons aan de basisregels uit dit stuk te houden groepsimmuniteit tegen misinformatie kunnen opbouwen.