Hieronder volgt het verslag van een vrolijke en serieuze dag (én nacht) in de voormalige Belgische dokterswoning in Machelen, waar de schrijver en Joop Schafthuizen wonen: ‘De halve dag gaat voorbij met boodschappen doen en schelden en ruzie maken.’

Als het boemeltreintje puffend tot stilstand komt langs het perron van Deinze, wringen de scholieren zich met evenveel kabaal naar buiten als waarmee ze de coupé in Gent kwamen binnenstormen. Op knetterende brommers razen ze het Vlaamse platteland tegemoet. Op het plotseling zéér verlaten stationsplein bevindt zich een telefooncel. Daar toets ik, zoals afgesproken, het nummer in van Gerard Reve, die vanachter zijn schrijftafel in het naburige Machelen meteen reageert.

Binnen tien minuten draait de schrijver zijn stationcar de parkeerplaats op. Onder zijn colbert draagt hij een dik vest van paarse wol. Om zijn rechterpols glimt een zilveren armband; een enigszins wuft sieraad dat alleen een tweeënzeventigjarige met...