Je kunt dit artikel ook beluisteren. Hoofdredacteur Ward Wijndelts leest voor.

Moederdag. Ik ben het ontbijt vergeten. Op bed gaat niet meer lukken. Maar misschien gewoon aan tafel? Denk snel: hoe kom ik aan ontbijt? Ik download de bezorgapp Gorillas. Ik kan een kant-en-klaar Moederdagontbijt bestellen. Kant-en-klaar! Binnen tien minuten bezorgd. Klik, swipe, klik. De bel gaat. ‘Uw ontbijt, geniet ervan.’ Wat een leuke verrassing! roept mijn vrouw.

Het is 2021 en pas nu, pas nú is er een dienst die ons on demand boodschappen bezorgt. De online supermarkten zijn er al even, maar daar duurt de levering soms wel een halve week. Verschrikkelijk ouderwets. Er zijn ook mensen die nog naar een fysieke supermarkt gaan. Dat kost ze soms wel drie kwartier van hun tijd. En dan moeten ze ook nog een praatje met de caissière aanknopen.

Het is daarom maar goed dat de ‘flitsbezorger’ zich heeft genesteld in de meeste Europese steden. Ze bevrijdt ons van het ongemak en de tijdverspilling.

De verleiding van snelheid en gemak

In Nederland zijn vier flitsbezorgers actief: Gorillas, Flink, Getir en Zapp. Samen met de jongens en meisjes van Thuisbezorgd, Deliveroo en Uber Eats scheuren ze op hun elektrische fietsen door de stad. De diensten beloven je boodschappen binnen tien minuten te bezorgen (alleen Zapp doet er 20 minuten over), of het nu alleen om een bak Ben & Jerry’s gaat of om de weekboodschappen. Naar verwachting verschijnen er binnenkort nog drie andere flitsbezorgers op de markt.

Winst wordt voorlopig niet gemaakt. De focus ligt, zoals bij veel tech-startups, op groei. Durfkapitalisten pompen miljarden euro’s in de bezorgbedrijven. Ze zijn ervan overtuigd dat de moderne stedeling weerloos zal zijn tegen de verleiding van snelheid en gemak.

De gemiddelde stedeling woont op loopafstand van een supermarkt. Er is vast ook een bakker, slijterij, slager, avondwinkel, Turkse groentewinkel of viswinkel in de buurt.

Terwijl kranten en YouTube-kanalen niet genoeg kunnen krijgen van testen of die flitsbezorgers de boodschappen wel écht binnen tien minuten kunnen bezorgen, wordt er nauwelijks nagedacht over een meer fundamentele vraag: hoe frictieloos, gemakkelijk en snel willen we ons leven eigenlijk inrichten? En wat doet het met ons menszijn wanneer al onze behoeften straks direct bevredigd kunnen worden?

Want de flitsbezorger is het zoveelste voorbeeld van een technologische oplossing voor een niet-bestaand probleem. De gemiddelde stedeling woont op loopafstand van een supermarkt. Er is vast ook een bakker, slijterij, slager, avondwinkel, Turkse groentewinkel of viswinkel in de buurt.

flitseconomie

Steeds minder interactie

Toch zat een on demand bezorgdienst eraan te komen. Het leven van de jonge stedeling is al verweven met allerlei snelle, flexibele online diensten. We hebben een abonnement op Spotify. Onze Swapfiets hoeven we bij beschadiging niet zelf te repareren: we sturen een appje en krijgen direct een nieuwe fiets. Via OneFit bepalen we zelf wanneer we gaan sporten, zodat het precies in ons drukke schema past. We hoeven nooit lang te wachten op de taxi, onze Uber is al onderweg. Met Headspace ontspannen we direct. Via de nieuwste functie op Netflix, Play Something, slaan we zelfs het browsen over: het algoritme maakt de beste keuze en speelt direct een serie of film af.

De flitsbezorger past in dat rijtje. Zoals Gorillas het treffend verwoordt in hun bedrijfsmotto: ‘Gorillas bestaat om een wereld te creëren met directe toegang tot uw behoeften.’

We raken langzaam gewend aan het motto van Gorillas: directe toegang tot al onze behoeften.

De combinatie van al die soortgelijke technologieën en apps, verspreid over meerdere domeinen van leven, heeft als gevolg dat er steeds minder interactie met de fysieke wereld nodig is. Dat verandert onze manier van leven. De Italiaanse filosoof Alessandro Baricco legt in zijn boek The Game uit hoe we sinds de opkomst van de digitale samenleving steeds minder inspanning hoeven doen om tot een ervaring of resultaat te komen. De ervaring lag voorheen goed verstopt: we moesten onszelf door een poel van chaos manoeuvreren om het te bereiken.

Inmiddels is de ervaring naar de oppervlakte gekropen. Het is direct voor ons beschikbaar. De moeite die we voorheen moesten doen, ligt als ware verstopt onder de app van Gorillas. Dus hoeven we niet meer naar de supermarkt, onze producten bij elkaar te zoeken en met twee zware tassen naar huis te lopen. We openen gewoon een app op onze telefoon en na een paar klikken wordt ons digitale boodschappenmandje bezorgd. Zo raken we langzaam gewend aan het motto van Gorillas: directe toegang tot al onze behoeften.

Zo frictieloos mogelijk

Dat collectieve verlangen naar nieuwe technologieën die ons leven makkelijker maken, is niet zo vreemd. In zijn boek in Het digitale proletariaat verwijst filosoof Hans Schnitzler naar de Franse techniekfilosoof Bernard Stiegler, die het omschrijft als de ‘prothetische conditie’ van de mens. We zijn gebrekkig op aarde gekomen, zonder natuurlijke kwaliteiten om te overleven. Er was direct techniek nodig: vuur, een speer en later de lopende band en computers. De mens is, kortom, aangewezen op technologie en telkens bezig om de omgeving naar zijn wensen en voorkeuren in te richten. Volgens Stiegler is het dan ook een diepgeworteld, menselijk verlangen om alle fysieke en mentale beperkingen uit de weg te ruimen en het bestaan zo frictieloos mogelijk te maken.

Willen we mens zijn, of alle moeilijke kanten van het mens-zijn, zoals het ervaren van frictie, vermijden met behulp van technologie?

De Amerikaanse filosoof Nolen Gertz ziet dat in deze postmoderne tijd als een vorm van nihilisme. De huidige technologie is geen prothese meer, maar helpt ons om de werkelijkheid te ontwijken en haalt het menselijke karakter uit ons leven, schrijft hij in Nihilism & Technology. Zonder na te denken bestellen we onze boodschappen via Gorillas, terwijl we ons niet afvragen hoe het komt dat we geen zin of tijd hebben om zelf naar de supermarkt te gaan. Gertz wijt dat aan het nihilistische verlangen van de mens om complexiteit en ongemakkelijkheid uit de weg te gaan. Hij vraagt zich af: willen we mens zijn, of alle moeilijke kanten van het mens-zijn, zoals het ervaren van frictie, vermijden met behulp van technologie?

flitseconomie

Snelheid en optimalisering

Exemplarisch is de ‘Dash Button’ die Amazon een paar jaar geleden lanceerde. Dat waren knoppen die de klant op allerlei plekken in zijn woning kon monteren, zoals in de koelkast, keukenla of naast de wasmachine. Wanneer hij het laatste pak melk, blik bier of zak wasmiddel had opgemaakt, hoefde hij alleen maar op de knop te drukken om direct een nieuwe voorraad te bestellen.

Het laat zien hoe technologie ons verleidt tot gemakzucht. Aan de andere kant is het te simpel om alleen technologie de schuld te geven. In onze drang naar gemak zit ook een sterke culturele grondtrek, zegt filosoof Hans Schnitzler. In zijn boek Wij nihilisten, dat dit najaar verschijnt, citeert hij de Franse filosoof Jean-François Lyotard, die stelt dat het een wezenskenmerk van cultuur is om de invloed van het lot te verdrijven, het lijden te minimaliseren en de eindigheid die het leven kenmerkt uit de weg te gaan. Technologie werkt als katalysator van die culturele neiging.

Schnitzler schrijft dat onze zucht naar comfort in de 21ste eeuw een perverse component heeft gekregen, namelijk dat een ervaring of product per direct beschikbaar moet zijn. Dat wordt volgens Schnitzler nog eens versterkt door bepaalde kapitalistische waarden, zoals snelheid en optimalisering en door een industrie die daar miljarden euro’s tegenaan kan gooien.

Het gevolg van al die on demand in ons leven, is dat het, onder andere, ongeduld cultiveert. Het wordt een leefwijze. Uitstel, wachten, ongemak: we dulden het niet meer.

Vergt iets inspanning, dan ontstaat er toewijding en vervolgens betrokkenheid.

Volgens Schnitzler spelen de techbedrijven in Silicon Valley goed in op het onbehagen dat we voelen bij traagheid en inefficiëntie. ‘Wij hebben commerciële, neoliberale waarden als snelheid, efficiëntie, optimalisatie en zelfredzaamheid verinnerlijkt. Dat hoeft niet erg te zijn, maar wanneer we die waardes centraal stellen en ze aanzien voor de weg naar het goede leven, gaat er toch iets mis.’

Want hoe fijn efficiëntie en gemak soms ook zijn, uit tal van psychologische onderzoeken blijkt dat we ervaringen waardevoller vinden wanneer we er moeite voor doen. Vergt iets inspanning, dan ontstaat er toewijding en vervolgens betrokkenheid. Meer gemak leidt dus niet altijd tot meer geluk. Het is eerder andersom: een verrijkt leven is een leven dat moeite kost. Voldoening komt pas wanneer we het resultaat van onze inspanningen zien, bijvoorbeeld wanneer we na jarenlang oefenen eindelijk een Beethoven-sonate kunt spelen.

flitseconomie

Menselijk contact als pijnpunt

Het zit ook in kleinere dingen. Vergeten we voor het avondeten twee ingrediënten in de supermarkt, dan kunnen we die natuurlijk alsnog bestellen via Gorillas. Dat weerhoudt ons er wel van een beroep te doen op onze creativiteit. Misschien hebben we ergens nog wel ingrediënten liggen die ook bij het gerecht passen. Of moeten we op een andere manier improviseren.

Daarnaast snijdt de online, on demand-ervaring ook het menselijk contact weg, ofwel de sociale frictie. In Silicon Valley zien ze menselijk contact als pijnpunt. Daarom wordt de factor mens zoveel mogelijk vervangen door machines. Van chatbots en automatische reserveringssystemen tot zelfscankassa’s. Een datingapp als Tinder is de frictieloze manier van daten.

Die nieuwe technologieën veranderen de manier waarop we met elkaar omgaan. Een goed voorbeeld is het onderzoek van de Amerikaanse psycholoog Sherry Turkle naar jongeren die geobsedeerd zijn door computerspelletjes. Zij missen de woordenwisselingen tussen kinderen op de speelplaats over de regels van het spel en over wie eerlijk speelt en wie niet. Binnen het kader van het computerspel liggen de regels vast. De sociale frictie, in dit geval de wrijving over de spelregels, is verdwenen.

Niet voor niets heeft Amazon al langer plannen om het ‘contactmoment’ met de bezorger te schrappen door drones bestellingen te laten bezorgen.

Die wrijving ontbreekt ook wanneer we boodschappen bestellen bij een flitsbezorger. In plaats van met de caissière praten, aan een vakkenvuller te vragen waar de kappertjes liggen of de dakloze man bij de ingang vriendelijk te bedanken wanneer hij ons een krantje wil verkopen, hoeven we alleen nog maar de bezorger te begroeten. Sterker nog: door de pandemie is het normaal geworden dat wanneer we de deur openen, onze bestelling in een tas op de grond ligt en de bezorger al op weg is naar de volgende klant. De kans is groot dat dit zo blijft wanneer het coronavirus is weggetrokken. Niet voor niets heeft Amazon al langer plannen om het ‘contactmoment’ met de bezorger te schrappen door drones bestellingen te laten bezorgen.

Geperfectioneerde verwenningsruimte

Filosoof Miriam Rasch schrijft in haar boek Frictie dat veel applicaties de communicatie compleet van ons overnemen. Ze zorgen dat we niet meer bang hoeven te zijn voor potentieel vervelende interacties met anderen, adverteren daar soms zelfs mee. De slordigheid van relaties en interacties wordt gemanaged door ze terug te brengen tot transacties, zoals bij Uber of Airbnb gebeurt. De boodschap: menselijke communicatie is vervelend.

Terwijl dat toch juist is hoe gemeenschapsvorming werkt: keer op keer stappen we bij de bakker om de hoek naar binnen en bestellen we min of meer hetzelfde. De bakker weet op een gegeven moment wat we lekker vinden, misschien zelfs hoe het met ons gaat. Er ontstaat contact, herkenning. Daarnaast is het alleen maar waardevol om geconfronteerd te worden met andere manieren van doen, andere perspectieven. Schnitzler: ‘Vervangen we dat menselijke contact door machines of anonieme bedrijven waarmee we geen relatie aangaan, dan lopen we misschien geen risico op een ongemakkelijk gesprek, maar het vervreemdt ons wel van de werkelijkheid.’

Alleen: in tijden van internet, apps en nieuwe technologische ontwikkelingen wordt het steeds moeilijker om dat weerbarstige, offline leven te omarmen. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk noemde het internet met al zijn applicaties niet voor niets een ‘geperfectioneerde verwenningsruimte’. Die verwenning zit niet alleen in de factor gemak, maar ook in de mogelijkheid om tijd te besparen door dingen uit te besteden. Ook op die behoefte spelen flitsbezorgers en veel andere techbedrijven in. Luc Emmerik, directeur internationale groei van Gorillas, zei het al tegen verschillende kranten: ‘De klant koopt bij ons niet alleen boodschappen, maar ook tijd.’

Dat moet je net tegen de moderne stadsmens zeggen. We zijn tamelijk geobsedeerd door tijd besparen. We lezen zelfhulpboeken over hoe we meer doelen in minder tijd kunnen behalen, zijn verslingerd aan het idee dat we door tijdsoptimalisatie meer ruimte krijgen voor de écht belangrijke dingen in het leven of zijn simpelweg zo druk met onze baan en sociale leven dat we altijd het gevoel hebben dat de tijd door onze vingers glipt.

Een hypotheek in één dag

In de stad (en op het internet) is al een hele industrie opgetuigd die ons helpt met tijd besparen. Om nog even in de hoek van het voedsel te blijven: er zijn naast verspakketten en kant-en-klare maaltijden zelfs maaltijdvervangende shakes. We bestellen een zakje zodat we niet meer hoeven koken of kauwen. Zoals aangeprezen op de website van Queal.com, een van de grootste aanbieder van shakes: ‘Versimpel je maaltijd, bespaar tijd, doe meer met je dag.’ Een soortgelijk mantra siert de bezorgbus van Albert Heijn: ‘Druk, druk, druk, en toch je koelkast gevuld’.

Via Hlprs boeken we snel en gemakkelijk een huishoudelijke hulp, tuinhulp, klushulp of oppas. Coolblue belooft onze telefoon binnen een uur te repareren. Florius regelt een hypotheek in één dag. We sporten met elektroden op ons lichaam waardoor we een workout van 3 uur in 20 minuten kunnen proppen. We volgen een cursus snellezen, bezoeken een lezing over efficiënt omgaan met tijd.

We hebben geen tijd te verliezen. De angst om toch tijd te verspillen, maakt ons rusteloos. Liever winnen we tijd.

De nieuwste rage is Flitsboek: via de app kunnen we beknopte samenvattingen van populaire zelfhulpboeken lezen in circa 15 minuten, die ironisch genoeg vaak over efficiëntie gaan. Op de website staat een widget die bijhoudt hoeveel tijd klanten al hebben bespaard. De Amerikaanse variant, Key Insights From Bestsellers, is nog efficiënter: via hun app kunnen we de samenvattingen ook beluisteren (terwijl we sporten, of naar ons werk fietsen).

Het laat zien hoe vastberaden we zijn om het tempo van onze dagelijkse handelingen te verhogen. We hebben geen tijd te verliezen. De angst om toch tijd te verspillen, maakt ons rusteloos. Liever winnen we tijd. En in een leven waarin elk moment nuttig besteed moet worden, is het doen van boodschappen zo banaal dat we het graag uitbesteden.

De ‘versnellingskringloop’

De flitsbezorger is daarom ook een antwoord op onze drukke, naar efficiëntie strevende levensstijl. Technologie helpt ons met tijd besparen. Tenminste, in theorie. De Duitse socioloog Hartmut Rosa laat in Leven in tijden van versnelling treffend zien hoe anders de praktijk eruitziet. Veel technologische innovaties, zoals de wasmachine, de auto en de e-mail, zouden meer vrije tijd moeten opleveren, maar zijn daar uiteindelijk niet in geslaagd. We gingen vaker onze kleding wassen, legden grotere afstanden af en verstuurden meer mails. Helemaal in de huidige postmoderne, neoliberale tijd, waarin we het kapitalistische werkethos hebben verinnerlijkt, zijn we geneigd om de tijd die we met behulp van technologie besparen, weer terug te stoppen in het kapitalistische systeem dat ons zo opjut en uitput (en waardoor we dus tijdgebrek ervaren).

Want: wat doen we met de tijd die we besparen via de flitsbezorger? Waarschijnlijk werken we langer door. Of strepen we iets extra’s af van onze toch al uitpuilende todo-lijst. Wie gebruikt die tijd voor een goed gesprek? Voor ontspanning zonder doel? Om te spelen met zijn kind? Het lukt ons maar zelden, stelt Rosa.

De moderne mens denkt dat hij vrij is, maar zijn leven wordt in werkelijkheid beheerst door onzichtbare, dwingende tijdregimes die hem vervreemden van het goede leven.

Hij noemt dit de ‘versnellingskringloop’: technische versnelling (flitsbezorgers) jaagt maatschappelijke veranderingen aan (tijd besparen op boodschappen doen) die op hun beurt ons levenstempo versnellen (we gaan nóg iets productiefs doen in de tijd die vrijkomt), waardoor er weer technische versnelling nodig is om dat tempo vol te houden (niet meer hoeven kauwen op ons eten!). De moderne mens denkt dat hij vrij is, maar zijn leven wordt in werkelijkheid beheerst door onzichtbare, dwingende tijdregimes die hem vervreemden van het goede leven.

Want het goede leven is in ieder geval níet: met behulp van technologie altijd maar voor de gemakkelijkste en efficiëntste weg kiezen. Dat maakt ons minder menselijk. En de tijdwinst leidt meestal tot niets.

Technologie heeft ons leven op veel terreinen een stuk makkelijker gemaakt. Maar nu is het zaak om kritisch te kijken naar waar de ondersteuning ophoudt en de decadentie begint. De flitsbezorger, maar ook de ingesproken samenvattingen van bestsellers, drijven ons weg van onszelf. Google Maps is in veel gevallen een uitkomst, maar wie er te veel op leunt, weet niet eens de weg rondom zijn eigen woonplaats. Terwijl: zelf de weg weten, je band kunnen plakken, een maaltijd bereiden of een ambacht onder de knie krijgen, kortom, zelf moeite doen om tot een ervaring te komen, geeft meer diepte aan die ervaring dan wanneer je die bereikt via een klik of swipe op je telefoon.

Dat moeten we niet van ons laten afpakken door technologie. Of zoals mijn vrouw het verwoordde toen ze er later op Moederdag achterkwam dat ik op het nippertje iets via Gorillas had laten bezorgen: ‘Het gaat me niet om het resultaat, maar om het idee dat je af en toe wat moeite doet om iets leuks voor me te organiseren.’

Volgend jaar toch zelf maar iets in elkaar flansen.