Het zoemt al jaren rond dat Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook, presidentiële ambities heeft. Ik kan mij nog een uitzending van de Oprah Winfrey Show herinneren uit 2010, waar een 26-jarige Zuckerberg onder luid applaus een donatie aankondigde van maar liefst honderd miljoen dollar aan het openbare onderwijssysteem van de stad Newark. Dit gebeurde, niet geheel toevallig, in dezelfde week dat The Social Network voor het eerst in de bioscopen draaide. Een film over de oprichting van Facebook, waarin Zuckerberg er niet al te best vanaf kwam.

Bij Oprah zag ik deze jongen voor het eerst in levende lijve, schuchter en met de charme van een betonnen zuil, en begreep onmiddellijk waarom uitgerekend hij in 2003 de veredelde titty-swipe website Facemash had bedacht. Dit pre-Facebook probeersel was een vergelijkingsmachine waarop je stiekem twee vrouwen – gehackte foto’s van Zuckerbergs medestudenten op Harvard – tegen elkaar kon afzetten: de een was ‘hot’, de ander ‘not’. Het bleek de voorloper van de goedkeurende dikke duim waar wij inmiddels dagelijks naar smachten.

Sinds begin dit jaar trekt Zuckerberg door alle staten van Amerika; ‘omdat ik wil weten wat mensen hopen en vrezen’, zo schreef hij op zijn eigen Facebookpagina, waar hij uitgebreid verslag doet van zijn reis. Het woord ‘gemeenschap’ valt vaak, begeleid door foto’s van Zuckerberg met Zeer Normale Amerikanen: kerkgangers, boeren, brandweerlieden. De man van zeventig miljard ontkent zelf in alle toonaarden in 2020 met de verkiezingen mee te willen doen, maar het feit dat hij enkele dagen geleden de topstrateeg van Hillary Clintons campagneteam heeft aangenomen doet het ergste vrezen.

Facebook weet of jij kanker hebt (gehad), of je pro- of anti-vaccinatie pagina’s liket, of je zwanger, transgender of werkloos bent.

De meeste mensen vinden het een eng idee dat de CEO van Facebook wellicht ooit leider van het vrije westen wordt. De hoeveelheid data en het bereik van het bedrijf zijn gigantisch. Facebook weet of jij kanker hebt (gehad), of je pro- of anti-vaccinatie pagina’s liket, of je zwanger, transgender of werkloos bent. Facebook kent je uitgavenpatroon, je familie, je religie, dieet en politieke voorkeuren. De angst dat informatie die jarenlang door het bedrijf is verzameld voor regeringsbeleid zal worden gebruikt, is veelgehoord.

Is dit doemscenario voor de toekomst terecht? Nee. Het is naïef en getuigt van een gebrek aan kennis van hoe onze wereld nu al in elkaar zit.

Data zijn het nieuwe goud

De invloed van het bedrijfsleven op de publieke zaak is op zich geen nieuws meer. Trump sloot vorige week nota bene een wetsvoorstel over de sancties tegen Rusland af met een verwijzing naar zijn succesvolle ondernemingen. Toch vonden we het nog niet zo lang geleden heel gezond om publieke en private belangen van elkaar gescheiden te houden. Bedrijven handelden in het belang van consument en aandeelhouder, terwijl de staat het veel bredere, sociale belang van iedere burger behartigde, door ook dat te leveren waaraan de markt niet voldeed of waarin deze niet geïnteresseerd was. Bovendien was er de mogelijkheid van staatsingrijpen als de markt het publieke belang schaadde.

We vergeten wel eens dat in korte tijd zowel het spel als de regels ingrijpend zijn veranderd.

Het spel, de vrijemarkteconomie, verbreedde zich significant, van nationale naar globale schaal. De afgelopen decennia is de wereld één grote marktplaats geworden, met een vrije stroom van informatie, goederen en kapitaal die over de aardbol raast. Steeds meer zaken werden een commodity: handelswaar, geschikt voor verkoop op de markt. Ook menselijke kennis, ons gedrag en ons sociale leven zijn inzet van private winststromen geworden. Data zijn het nieuwe goud.

De nieuwe regels van het spel kregen vorm in het politieke project van een terugtrekkende overheid, en het ‘vermarkten’ van regelgeving. Frits Bolkestein, een van de ideologische vaandeldragers van deregulering, zei het in 2003 als Europees Commissaris voor de Interne Markt zo: ‘De verantwoordelijkheid van de regulateur is om een framework op te zetten, dat de markt faciliteert haar eigen disciplinerende rol te spelen.’

Facebook bepaalt ons nieuws, en daarmee onze mening, en daarmee ons (stem)gedrag.

Zo hebben we de situatie gecreëerd dat het bedrijfsleven, direct of indirect via een krachtige lobby en PR, haar eigen regels schept, en steeds meer taken en bevoegdheden heeft gekregen waarover vroeger de overheid, met de belangen van álle burgers voor ogen, het laatste woord had.

‘Dan moet je maar van Facebook af’

Het ultieme product van dit systeem is Facebook, met titty-swiper Zuckerberg als lachende leider van twee miljard mensen wereldwijd. Een monster van dystopische proporties.

Facebook bepaalt onze moraal, volgens een one size fits all methodiek van Nederland tot Saoedi-Arabië, waardoor zwaar bevochten vrijheden weer worden ingesnoerd. Facebook bepaalt onze privacygrenzen, die er feitelijk al niet meer zijn. Facebook bepaalt onze vrijheid van meningsuiting, waardoor het ene protest wel, en het andere niet zichtbaar is. Facebook bepaalt ons nieuws, en daarmee onze mening, en daarmee ons (stem)gedrag. Facebook gebruikt de 350 miljoen foto’s die dagelijks worden geüpload om een baanbrekend gezichtsherkenningsprogramma te maken. Niet alleen een goddelijk instrument voor adverteerders; je kan er ook individuen mee identificeren en volgen in kerken, bij protesten, politieke bijeenkomsten of op luchthavens. In handen van de verkeerde een gruwelijk effectief wapen.

Juridisch gezien kan het allemaal, en daar waar overheden proberen de regie weer in handen te krijgen stuiten ze op een lobby die door de jaren steeds agressiever wordt.

‘Dan moet je maar van Facebook af gaan’, hoor ik vaak, geheel in lijn met de hedendaagse gedachte dat wij persoonlijk verantwoordelijk zijn voor zowel de koers als de correctie van het bedrijfsleven. Onzin. Het is tijd in te zien dat er nieuwe regels nodig zijn voor dit gevaarlijke spel, met de eindregie weer in handen van organen die de belangen van allen behartigen, en niet die van de hoogste bieder.

Nu maar hopen dat deze column veel gedeeld en geliked wordt. Niet alleen omdat deze Zuckerberg-onderdaan zich dan weer even in haar waarde bevestigd ziet, maar omdat het een heel klein begin is de koning van zijn troon te stoten – met zijn eigen middelen.

Sander Pleij schreef afgelopen april over Facebookisme: het nieuwe totalitaire bewind.