Goed, ze werden dus dronken in Parijs. In Harry’s Bar, nota bene, waar Harko als jonge student met een Amerikaanse meid had gezeten. Dertig jaar geleden, maar toch voelde Evelien een steek van jaloezie toen hij het haar tussen neus en lippen door vertelde. Zelf had ze op die leeftijd een vriendje dat Cor heette, zoon van een dierenarts die zijn handen niet kon thuishouden. Als hij maar even de kans had, kneep hij in haar billen. Ze had het nooit tegen Harko durven zeggen. Een lieve jongen trouwens, verlegen en onhandig, met heel veel mee-eters op zijn rug. God, wat was het leuk om die uit te knijpen.

Ze namen een taxi naar het hotel. Eigenlijk zouden ze uit eten moeten, maar ze wilden allebei naar bed. Het idee was natuurlijk om woest te vrijen, maar Harko lag nog niet of hij viel in een diepe, snurkende slaap. Evelien lag er een tijdje naar te luisteren. Als ze haar ogen dicht deed, begon alles te draaien. Wanneer was ze voor het laatst zo dronken geweest? Straks werd het nog...