Son of Saul won gisteren de Oscar voor beste buitenlandse film. We hadden het kunnen weten, na het lezen van deze lovende recensie door Kees Driessen.

Je moet maar durven. De Hongaarse regisseur László Nemes (1977) maakt zijn debuut met een speelfilm over het Sonderkommando in Auschwitz. Dat Sonderkommando bestond uit Joodse gevangenen die werden gedwongen, in ruil voor iets betere levensomstandigheden, anderen zo ordentelijk mogelijk de gaskamer in te begeleiden (‘het is maar een douche’), de lijken eruit te slepen, de vloer te schrobben, de lichamen in de verbrandingsovens te schuiven en de as in de rivier te werpen. Om na een paar maanden zelf te worden vermoord en vervangen door de volgende groep.

Son of Saul werd geselecteerd voor de hoofdcompetitie in Cannes, wat al bijzonder is voor een debuut. Veel critici zagen er, net als ik, zelfs een potentiële winnaar in: de film is een overdonderende fysieke ervaring die de kijker door Auschwitz jaagt met nauwelijks...