De kritieken en essays van Christophe Van Gerrewey vielen de laatste jaren op in literaire tijdschriften, kunstbladen en kranten. Vijftig van die stukken zijn nu in een boek verzameld.

De titel die Christophe Van Gerrewey aan zijn bundeling van vijftig essays en kritieken heeft gegeven, Over alles en voor iedereen, is wel erg omvattend. Ze gaan over alles, dat is waar, want Van Gerrewey heeft het over literatuur, architectuur, basketbal, schilderkunst, filosofie en film, maar toch voornamelijk over literatuur. En dat ze voor iedereen zouden zijn, is wel heel genereus, maar niet waar. Daarvoor heeft Van Gerrewey te veel sympathie voor Theodor Adorno, de socioloog van de tegenspraak bij wie de kapitalistische cultuurindustrie als een graat in zijn keel zat. Van Gerrewey wil onderscheidende kritiek beoefenen en zijn ergernis en kritiek op kunstenaars, boeken en schrijvers ‘zo snerpend mogelijk’ uitvergroten. Maar hij wil ook dat de lezer een ‘meegaand plezier’ beleeft aan het...