Schrijver Michel Faber en tekenaar Peter Pontiac hadden veel gemeen: hun liefde voor muziek en strips, maar ook hun foute vaders. Begin dit jaar zouden ze elkaar voor het eerst sinds lange tijd weer spreken. Het liep anders.

Michel Faber, de Schots-Nederlandse schrijver van wereldwijde bestsellers als The Crimson Petal and the White en Under the Skin was eind januari van dit jaar in Nederland om zijn nieuwe (en naar eigen zeggen allerlaatste) roman Het boek van wonderlijke nieuwe dingen te promoten. Ik interviewde hem kort daarvoor op het treinstationnetje in Schotland waar hij woont. Hij vertelde me dat hij zich verheugde op zijn bezoek aan Nederland, het geboorteland van zijn ouders, die met hem naar Australië waren geëmigreerd toen hij zeven jaar oud was. Zijn halfbroer Tom was destijds terecht gekomen in een weeshuis, hij zag hem pas een paar decennia later terug. Michel was van plan om Tom op te zoeken als hij in Nederland was, en een paar oude kennissen. Maar het meest...