Zijn gerechten heten ‘Oops, I dropped the lemon tart’ of ‘How to burn a sardine’. Sterrenchef Massimo Bottura schopt keihard tegen de Italiaanse kooktraditie, juist om die te behouden.

‘De citroenen uit Sorrento zijn zo zoet dat je er limonade van kan maken, Zonder suiker. En de kappertjes uit Pantelleria zijn zout door de wind. Ik praat niet over eten, ik spreek over poëzie. De wind die waait over dit kleine eilandje in de Middellandse Zee brengt zout mee uit het zeewater. En dan de amandelen uit de Noto-vallei op Sicilië, de bergamot uit Calabrië. Pure poëzie.’

Tot zo ver klinkt Massimo Bottura (1962) als een typische Italiaan: lyrisch over zijn land, de lange culinaire tradities en excellente ingrediënten, met een tikkeltje kapsones. Maar deze wereldberoemde chef is alles behalve een doorsnee Italiaanse kok. Bovenstaande ingrediënten, de mooiste die het zuiden van Italië te bieden heeft, stopt hij namelijk allemaal samen in een toetje. Een toetje dat eruitziet als...