De nieuwe Jeugdwet hakte slechts drie van de zeven koppen af van de Nederlandse Jeugdzorg-draak. We zijn er nog niet, schrijft Max van Weezel. De jeugd is nog altijd de dupe van de strijd tussen psychiaters, wethouders en wijkteams.

In VN van 19 februari 2014 schreven Sophie Derkzen en ik over de geschiedenis van de jeugdzorg in Nederland. Het was het ingewikkeldste artikel waaraan ik ooit meewerkte en dat lag niet aan Sophie en mij. De nieuwe Jeugdwet van het kabinet-Rutte was er nog niet en provincies, gemeenten, hulpverleners, welzijnswerkers en kinder- en jeugdpsychiaters liepen elkaar hinderlijk voor de voeten. Ze beweerden allemaal te handelen vanuit ‘passie voor het kwetsbare kind’ maar vertrouwden elkaar voor geen cent. Het meest absurdistisch was de passage in ons stuk over de geldstromen die van de overheid en de zorgverzekeraars naar de autisme-, ADHD- en anorexiapatiëntjes liepen. Als iemand een beroep deed op het consultatiebureau of het Centrum voor Jeugd en...