Een beetje rechtsstaat?
Polen zal de Israëlische premier Benjamin Netanyahu niet arresteren, wanneer hij later deze maand de 80ste verjaardag van de bevrijding van vernietigingskamp Auschwitz komt bijwonen. Dit heeft de Poolse premier Donald Tusk bekendgemaakt. Polen negeert hiermee het arrestatiebevel dat het Internationaal Strafhof (ICC) tegen Netanyahu uitvaardigde.
Tusk dwingt ons zo om een antwoord te formuleren op de vraag of we de rechtsstaat alleen in acht moeten nemen als het ons uitkomt. Of dat er zoiets kan bestaan als ‘een beetje rechtsstaat’.
Sinds de oprichting van het Internationaal Strafhof in 2002, is het niet aan politici maar aan de aanklagers en rechters van het Strafhof om overtredingen van het internationaal recht te vervolgen. Zodra het Strafhof de arrestatie van een verdachte beveelt, zijn alle Europese landen verdragsrechtelijk verplicht het bevel uit te voeren.
Naast onze morele verplichting aan de tienduizenden doden in Gaza, is het ook in het belang van onze eigen veiligheid dat Europa zich ondubbelzinnig opwerpt als strijder voor het internationaal recht. Het Britse woord voor rechtstaat, the rule of law (de heerschappij van de wet) leent zich hier beter om zichtbaar te maken wat hier op het spel staat. Er bestaat niet zoiets als ‘een beetje’ rule of law. Of we zijn allemaal ondergeschikt aan de wet. Of we keren terug naar het recht van de sterkste – in het Engels aangeduid als the rule of man.
Nu in navolging van Poetin ook de aankomende Amerikaanse president verlekkerd kijkt naar Europees grondgebied, is het internationale recht de enige boei die we hebben om onze vrijheid en veiligheid te garanderen. Polen is tot de zomer voorzitter van de Europese Unie. Het land moet daarmee de komende zes maanden voorop gaan in de strijd vóór de heerschappij van de wet. Om te beginnen met de arrestatie van Benjamin Netanyahu.