Offer
Het christelijke geloof waaraan ik als kind werd blootgesteld heeft nooit een diepe indruk op mij gemaakt, maar de opmerking uit Korintiërs 15:3 dat Jezus stierf voor onze zonden heeft mij altijd gefascineerd.
De gangbare uitleg van deze frase is dat Jezus zichzelf vrijwillig offerde om zo de band tussen God en de mensheid voorgoed te herstellen. Waar aanhangers van pré-christelijke natuurgodsdiensten om de haverklap gewassen, vee en soms zelfs mensen offerden, zou Jezus met zijn dood alle andere offers voorgoed overbodig hebben gemaakt.
In de letterlijke betekenis van het woord is het einde van dierlijke en menselijke offers nog altijd een prima idee. Ik zie tenminste weinig heil in het slachten van een kip om de een of andere natuurgod gunstig te stemmen.
In overdrachtelijke zin lijkt het mij daarentegen ronduit heilzaam om zo nu en dan offers van elkaar te verlangen om de wereld beter te maken.
Het is tenslotte geen gekke gedachte om Poetin en Netanyahu in het kader van de vrede te vragen om afstand te doen van hun territoriale ambities in Oekraïne en de Palestijnse gebieden. Net zoals het een klein offer zou moeten zijn voor conservatieve Amerikaanse politici en het Britse hooggerechtshof om transvrouwen hun vrouwelijke identiteit te gunnen.
Dichterbij huis zouden jij en ik eveneens meer offers kunnen brengen om de wereld beter te maken. Door minder vaak en ver te reizen, duurzamer te eten, de kachel lager te zetten of minder vaak nieuwe kleren te kopen, nemen we weliswaar afstand van verworvenheden. Maar met deze offers bieden we onze (klein)kinderen wel een betere kans op overleving.
Tijdens de Paasdagen worden we ongetwijfeld overspoeld met beelden van wereldleiders die met een vroom gezicht de wederopstanding van Jezus herdenken. Beter zou het zijn als precies dat handjevol wereldleiders zich zou laten inspireren en zich heel serieus zou afvragen wat zij persoonlijk kunnen doen om de wereld te verlossen van menselijke zonden.
Dan zou de wereld er volgende week heel anders uit kunnen zien.